In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Migratie naar Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Huiswerk bespreken
voorkennis ophalen
Begrippen + definities overschrijven
Uitleg
Leerdoelen check
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik in maximaal 2 zinnen het verschil uitleggen tussen immigranten en emigranten en ten minste 2 redenen noemen waarom mensen emigreren.
Aan het einde van de les kan ik het verschil tussen vluchtelingen en arbeidsmigranten duidelijk maken door 1 voorbeeld van elke groep te geven en 2 redenen voor hun migratie te benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat weten jullie over migratie naar Nederland?
Slide 4 - Open vraag
Schrijf de volgende begrippen + definities over in je schrift
Immigranten
Emigranten
Waarom emigreren mensen?
Vluchtelingen
Arbeidsmigranten
Koloniën
Gezinshereniging en gezinsvorming
Toelatingsbeleid
Slide 5 - Tekstslide
Immigranten en emigratie
Immigratie= mensen uit andere landen die in Nederland komen wonen.
Emigratie= Verhuizen naar een ander land om daar te gaan wonen.
Slide 6 - Tekstslide
Waarom emigreren mensen?
veiligheid
werk
onafhankelijkheid van koloniën
gezin
Slide 7 - Tekstslide
Nederland migratieland
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Vluchtelingen
Mensen die hun onder druk van oorlog en geweld verlaten
Asiel= toestemming om ergens te mogen blijven.
Slide 10 - Tekstslide
Arbeidsmigranten
Mensen die migreren om te gaan werken.
Slide 11 - Tekstslide
Koloniën
Gebieden buiten het eigen land die werden gebruikt om winst te maken.
Slide 12 - Tekstslide
Gezinshereniging-gezinsvorming
Gezinshereniging betekent dat familieleden die in verschillende landen wonen, weer samen kunnen komen.
Gezinsvorming is wanneer je iemand uit een ander land hierheen haalt om mee te trouwen.
Slide 13 - Tekstslide
Toelatingsbeleid juist/onjuist
Vluchtelingen kunnen asiel aanvragen in Nederland.
Je hoeft geen inburgeringsexamen te doen als je alleen in Nederland woont.
Iemand die in Nederland wil komen werken, heet een asielzoeker.
Je moet 21 jaar of ouder zijn om je partner naar Nederland te halen voor gezinsvorming.
Vluchtelingen mogen naar Nederland komen als ze gevaar lopen in hun eigen land.
Iedereen die in Nederland wil blijven, moet een inburgeringsexamen doen.
Werkzoekenden uit elk land mogen zomaar in Nederland werken.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een immigrant en een emigrant?
A
A) Een immigrant komt een land binnen, een emigrant vertrekt uit een land.
B
Een immigrant vertrekt uit zijn land, een emigrant komt een land binnen.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een vluchteling en een arbeidsmigrant?
A
Een vluchteling vertrekt voor betere arbeidskansen, een arbeidsmigrant zoekt veiligheid.
B
Een vluchteling vertrekt vanwege oorlog of gevaar, een arbeidsmigrant komt voor werk.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen gezinshereniging en gezinsvorming?
A
Bij gezinshereniging komt een gezin dat al bestaat in verschillende landen weer samen, bij gezinsvorming wordt een nieuw gezin gevormd doordat een persoon naar een ander land verhuist om met een partner te trouwen.
B
Bij gezinshereniging wordt een nieuw gezin gevormd, bij gezinsvorming komt een bestaand gezin samen in een ander land.