In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 85 min
Onderdelen in deze les
Herhaling toetsstof
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze lessen doen?
Vandaag: herhaling grammatica
morgen: herhaling spelling
woensdag: herhaling formuleren en taalbewustzijn
Slide 2 - Tekstslide
Toetsstof grammatica
- zelfstandig naamwoord
- lidwoord
- bijvoeglijk naamwoord
- werkwoord
Slide 3 - Tekstslide
zelfstandige naamwoorden
1. Je kunt er een lidwoord voor zetten
2. Je kunt er meervoud van maken
3. Je kunt er een verkleinwoord van maken
Slide 4 - Tekstslide
bedenk zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden
Slide 5 - Woordweb
Benoem alle zelfstandige naamwoorden in de zin. Jan en Tessa gaan elke dag op de fiets naar school en kennen de weg nu wel uit hun hoofd.
Slide 6 - Open vraag
Lidwoorden
bepaald: de/het
onbepaald: een
Slide 7 - Tekstslide
Bijvoeglijke naamwoorden
Geven extra informatie over het zelfstandige naamwoord.
Slide 8 - Tekstslide
Benoem de bijvoeglijke naamwoorden in de zin. De mooie maan scheen fel boven het donkere bos toen Jan en Tessa naar hun warme huis fietsten.
Slide 9 - Open vraag
Werkwoorden
Woorden die vertellen wat je doet of wat er gebeurt
Slide 10 - Tekstslide
Benoem de werkwoorden in de zin. Terwijl Jan en Tessa door het donkere bos fietsen, schijnt de maan fel en horen ze niets anders dan de banden die over de grond rijden.