Uitdieping: waterdampcyclus + Verdieping: het versterkt broeikaseffect

Uitdieping:
Het systeem valt in het water?!
🕮p.12-13
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Uitdieping:
Het systeem valt in het water?!
🕮p.12-13

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Maak twee causale diagrammen met onderstaande begrippen. Plaats de begrippen op een logische en gestructureerde plek dat past naast de andere begrippen. 
Trek pijlen tussen de begrippen om de richting aan te geven. 
Zet een + of een - om aan te geven of het ene een positief of negatief effect heeft op het andere.


Causaal diagram 1:
verdamping
broeikasgassen
opwarming van de aarde
waterdamp in de atmosfeer
temperatuur

Causaal diagram 2:
verdamping
wolkenvorming
opwarming van de aarde
waterdamp in de atmosfeer
temperatuur
reflectie op wolken





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Causaal diagram 1
Causaal diagram 2
Negatieve terugkoppeling
Positieve terugkoppeling

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Causaal diagram 1
In dit geval zorgt waterdamp dus voor een STIJGENDE / DALENDE temperatuur. Het proces VERSTERKT ZICHZELF / ZWAKT AF. Hier spreken we van een POSITIEVE / NEGATIEVE terugkoppeling.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Causaal diagram 2
In dit geval zorgt waterdamp dus voor een STIJGENDE / DALENDE temperatuur. Het proces VERSTERKT ZICHZELF / ZWAKT AF. Hier spreken we van een POSITIEVE / NEGATIEVE terugkoppeling.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat
Stijging temperatuur (aarde) → Meer verdamping → meer stralen afgeweerd → AFKOELING
= Negatieve terugkoppeling

Stijging temperatuur (aarde) → Meer verdamping → meer stralen teruggekaatst → OPWARMING
= Positieve terugkoppeling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het dus geen probleem dat er meer waterdamp in de atmosfeer zit? Leg ook de link met de watercyclus.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord (b p.13)
Waterdamp (H2O) blijft niet in de atmosfeer hangen. Wanneer waterdamp condenseert, valt het in de vorm van regen weer op de aarde. De cyclus wordt dus niet verstoord. 

(CO2 blijft wel aanwezig en stapelt zich op in de dampkring. Dan is er wel een verstoring van de cyclus.)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting      🕮p.13

Hoewel waterdamp een broeikasgas is, is het minder schadelijk voor het natuurlijk broeikaseffect wanneer er te veel waterdamp in de atmosfeer is. Waterdamp heeft dankzij de wolkenvorming ook een verkoelend effect. Daarnaast komt waterdamp weer op natuurlijke wijze uit de atmosfeer als neerslag.

Wanneer een proces zichzelf versterkt, spreken we van een positieve terugkoppeling. Wanneer een proces zichzelf afzwakt, spreken we van een negatieve terugkoppeling. Waterdamp heeft zowel een versterkend, als verzwakkend effect. Hierdoor blijft het uiteindelijke resultaat hetzelfde. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdieping: het versterkt broeikaseffect
Verdieping: 
het versterkt broeikaseffect
Geen SP-leerstof

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer drie oorzaken die de klimaatopwarming op het milieu heeft.

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Directe gevolgen klimaatopwarming
Bedenk zelf minstens drie oplossingen om de de klimaatopwarming af te remmen. Maak gebruik van de vorige afbeelding.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke impact denk je dat de klimaatopwarming op de mens heeft?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Gevolgen voor mens en natuur
Ecologische voetafdruk
Doe de ecologische voetafdruktest: https://voetafdruktest.wwf.nl/

Wat kan jijzelf doen om je ecologische voetafdruk te verminderen?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gassen dragen bij aan het vasthouden van warmte in de atmosfeer en zorgen voor het broeikaseffect?
A
koolstofdioxide
B
waterdamp
C
lachgas
D
stikstofgas

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met name CO2 heeft de eigenschap het binnenvallende zonlicht vrijwel ongehinderd door te laten, terwijl tegelijkertijd de warmte-uitstraling vanaf het aardoppervlak wordt tegengehouden. Koolstofdioxide beschermt de aarde zo tegen afkoeling.
Juist
Fout

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord: juist
Zonder dit broeikaseffect zou de oppervlaktetemperatuur op aarde gemiddeld -18 °C zijn; feitelijk is zij echter +15 °C.

Als er meer CO2 in de dampkring terecht komt, zal de temperatuur op aarde toenemen. Dit verschijnsel van opwarming noemt men het versterkt broeikaseffect.

Antwoord: juist

Zonder dit broeikaseffect zou de oppervlaktetemperatuur op aarde gemiddeld -18 °C zijn; feitelijk is zij echter +15 °C.

Als er meer CO2 in de dampkring terecht komt, zal de temperatuur op aarde toenemen. Dit verschijnsel van opwarming noemt men het versterkte broeikaseffect.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt het broeikasgas CO2 vrij. Dat is slecht voor het klimaat. Wat zijn fossiele brandstoffen?

A
benzine
B
biobrandstof
C
waterstof
D
kerosine

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fossiele brandstoffen 
zijn koolstofhoudende 
verbindingen, die onder hoge druk 
en temperatuur gedurende miljoenen jaren 
in de aardkorst zijn gevormd, uit resten van plantaardig 
en dierlijk leven. Fossiele brandstoffen zijn aardolie (benzine, kerosine) en aardgas, en verder steenkool en bruinkool.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel jaar moet je vegetarisch eten om de CO2 -uitstoot van een vliegreis naar Thailand (retour Brussel – Bangkok) te compenseren?
1 jaar
2 jaar
3 jaar
4 jaar
5 jaar
6 jaar

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Door de opwarming van de aarde zet het opgewarmde oceaanwater uit en smelten de gletsjers en ijskappen af. Hoeveel en hoe snel gaat de zeespiegel stijgen?
Wat is de voorspelling van de zeespiegelstijging in 2100 volgens het meest pessimistische uitstootscenario van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change)?
010

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Bij het meest pessimistische uitstootscenario gaat het om bijna een meter zeespiegelstijging in 2100. Voor het hoogste uitstootscenario gaat het in het jaar 2300 om 1,9 tot 7 meter zeespiegelstijging.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 1 zit er op. Neem je cursusbundel erbij en bedenk een vraag voor de syntheseproef.
(meerkeuze, open, juist/fout, ...)

Slide 31 - Open vraag

De info uit 'Verdieping: het versterkt broeikaseffect' is geen leerstof voor de syntheseproef.