4.2 Koningstijd, republiek, keizertijd

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet hoe het Romeinse Rijk zo groot kon worden en welke rol het leger hierbij speelde
Aan het einde van de les weet je hoe Rome van een koninkrijk een Republiek werd en hoe deze werd bestuurd. Ook kun je de sociale gelaagdheid in Rome beschrijven 
- Lezen paragraaf 4.2
- instructie van koninkrijk naar Republiek, bestuur van de Republiek 
Klassikaal maken opdracht 1 en 3 (paragraaf 4.2)
zelfstandig maken opdracht 4 
is het gelukt met de opdracht?
Geen :)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet hoe het Romeinse Rijk zo groot kon worden en welke rol het leger hierbij speelde
Aan het einde van de les weet je hoe Rome van een koninkrijk een Republiek werd en hoe deze werd bestuurd. Ook kun je de sociale gelaagdheid in Rome beschrijven 
- Lezen paragraaf 4.2
- instructie van koninkrijk naar Republiek, bestuur van de Republiek 
Klassikaal maken opdracht 1 en 3 (paragraaf 4.2)
zelfstandig maken opdracht 4 
is het gelukt met de opdracht?
Geen :)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je hoe Rome van een koninkrijk een Republiek werd en hoe deze werd bestuurd. Ook kun je de sociale gelaagdheid in Rome beschrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Lezen paragraaf 4.2 
Werkboek pagina 72 en 73 

Slide 3 - Tekstslide

Van koningstijd naar republiek
  • 7 koningen (4 mythisch)

  • Laatste koning verdreven

  •   Nooit meer mocht een man alleen heersen 

Slide 4 - Tekstslide

Republiek
  • 509 v.Chr. Rome wordt een Republiek 

  •  Twee consuls, om het jaar herkozen door Romeinse burgers 

  • Senaat (groep mannen) geeft advies 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Patriciërs 
  • Oude aristocratische elite 
  • Bezaten veel land 
  • Bezaten de belangrijkste posities in de Republiek 
  • Vormden een belangrijk deel van de senaat  

Slide 7 - Tekstslide

Plebejers 
  • Plebejers (plebs) waren het gewone volk van Rome 
  • Ambachtslieden, handelaren of soldaten 
  • Groot deel zat in Romeinse leger 
  • Rijke en arme plebejers 

Slide 8 - Tekstslide

Proletariërs
  • Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. 
  • Soms zijn zij boeren geweest die niet konden concurreren tegen de grote boerderijen. 
  • Komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.' 
  • Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen
  • Ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.

Slide 9 - Tekstslide

Slaven
  • Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. 
  • Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 
  • Er waren veel slaven in Rome: 
  • Van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1, pagina 85 wb. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 3, pagina 86 wb. 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Maak zelfstandig opdracht 4

Lees eerst 'plebejers en volkstribunen'

Pagina 86 wb. 

Slide 13 - Tekstslide

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet waarom het Romeinse Rijk en Republiek werd en hoe deze werd bestuurd, je weet dat de Romeinse samenleving uit verschillende groepen bestond
Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom er een einde kwam aan de Republiek en hoe het rijk een keizerrijk werd
- Lezen paragraaf 4.2 (deel 2)
- instructie brood en spelen, Caesar, keizer Augustus 
zelfstandig maken opdracht 7, 8 en 10 
Opdracht 10 bespreken? Is de leerstof duidelijk. 
Geen :)

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom er een einde kwam aan de Republiek en hoe het rijk een keizerrijk werd

Slide 15 - Tekstslide

De Romeinen voorkwamen op twee manieren dat één man alle macht kreeg. Leg dat uit: 
  1. Er werden twee consuls gekozen 
  2. De consuls konden maar voor één jaar regeren  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Brood en spelen

  • Panem et circenses, oftewel 'brood en spelen'
  • Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewoon volk, plebejers en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.

  • Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.

Slide 18 - Tekstslide


Gladiatoren

  • Hoewel veel gladiatoren slaven zijn (geweest), zijn het echte sterren
  • Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur. 
  • Gevechten op leven en dood komen voor, maar worden als het even kan, voorkomen.

Slide 19 - Tekstslide

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 20 - Tekstslide

Julius Caesar 
  • Patriciër, veroveringen van Gallië 
  •  Caesar wordt consul 
  • Tijdens een burgeroorlog werd Caesar benoemd tot dictator 
  • Dictator voor het leven 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Keizer Augustus
  • Na de moord op Caesar breekt er nog een burgeroorlog uit 
  • Achterneef van Caesar, Octavianus maakt een einde aan de burgeroorlog 
  •   Leider van de Senaat, keizer Augustus 

Slide 23 - Tekstslide

Keizertijd 
  • Na Augustus bleef het Romeinse Rijk een keizerrijk 
  • Geen erfopvolging van vader op zoon, maar 'adoptiezonen'
  • Senaat, consuls en volkstribunen bleven bestaan 

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten
Leerboek: 74 en 75 
Werkboek: 86 en 87 

Opdrachten maken: 7, 8 en 10 

Slide 25 - Tekstslide