Thema 4 bss 1

Thema 4 bss 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4 bss 1

Slide 1 - Tekstslide

Feit of fabel 
"Bij vrouwen worden eicellen voortdurend aangemaakt." 
"De zaadleiders vervoeren zaadcellen naar de urinebuis." 
"Een maagdenvlies sluit de vagina helemaal af." 
"De prostaat speelt een rol in het aanmaken van sperma." 
"De eierstokken zijn verbonden met de baarmoeder via een buis." 
"Mannen kunnen geen kinderen verwekken als ze ouder zijn dan 60." 

Slide 2 - Tekstslide

Feit of Fabel: Voortplantingsorganen
WAT: Verdeel in groepjes stellingen over voortplantingsorganen in Feit of Fabel en schrijf op waarom je dat denkt.
HOE?: Werk in groepjes van 4. Lees een stelling, bespreek, en noteer: Feit of Fabel? Waarom?
HULP?: Vraag eerst je groep om hulp. Vraag de docent als jullie er niet uitkomen.
TIJD? 10 minuten.
UITKOMST? Ingevuld werkblad met "Feit/Fabel" en uitleg.
We bespreken de antwoorden klassikaal.

Slide 3 - Tekstslide

Antwoord
"Bij vrouwen worden eicellen voortdurend aangemaakt." (Fabel)
"De zaadleiders vervoeren zaadcellen naar de urinebuis." (Feit)
"Een maagdenvlies sluit de vagina helemaal af." (Fabel)
"De prostaat speelt een rol in het aanmaken van sperma." (Feit)
"De eierstokken zijn verbonden met de baarmoeder via een buis." (Feit)
"Mannen kunnen geen kinderen verwekken als ze ouder zijn dan 60." (Fabel)

Slide 4 - Tekstslide

Doelstellingen
  1. Je kunt de onderdelen van de geslachtsorganen benoemen.
  2. Je weet de functies van de onderdelen van de geslachtsorganen.
  3. Je weet wat geslachtskenmerken zijn

Slide 5 - Tekstslide

primaire geslachtskenmerken
geslachtskenmerken die er bij de geboorte al zijn

Slide 6 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken:
 al vanaf de geboorte te zien

Jongens:
penis - balzak

Meisjes:
Vulva



Slide 7 - Tekstslide

Intersekse
wat zou dat zijn?

Slide 8 - Tekstslide

INTERSEKSE
Een enkele keer is aan de buitenkant niet meteen te zien of de baby een jongen of een meisje is. Dat gebeurt in Nederland gemiddeld één keer per week. De baby heeft dan zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. Dit noem je intersekse. Soms blijkt pas in de puberteit dat een persoon intersekse is.

Slide 9 - Tekstslide

Geslachtsorganen

Slide 10 - Tekstslide

Mannelijk geslachtsorgaan
Vrouwelijk geslachtsorgaan

Slide 11 - Tekstslide

Van wie zie je hier het geslachtsorgaan?
A
man
B
vrouw

Slide 12 - Quizvraag

De eierstok is een uitwendig geslachtsorgaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Welk geslachtsorgaan is dit van de vrouw?
A
De baarmoeder
B
De eileider
C
De eierstok
D
De vagina

Slide 14 - Quizvraag

De geslachtsorganen bestaan uit inwendige- en uitwendige geslachtsorganen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quizvraag

Wat is intersekse?
A
Iemand die op mannen en vrouwen valt
B
Iemand met zowel vrouwelijke als mannelijke kenmerken
C
Iemand die niet van seks houdt
D
Iemand die verslaafd is aan seks

Slide 16 - Quizvraag