Imperatives revision

Welcome to today's English lesson!
With Ms Frijns
Where is this?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welcome to today's English lesson!
With Ms Frijns
Where is this?

Slide 1 - Tekstslide

By the end of this lesson, you...
...have practised the vocabulary of the weektask. 
...remember when to use a, an and the.
...know what imperatives are. 

Slide 2 - Tekstslide

Write down in your Plenda!
Reading test (2x):
February 5, hour 4

What do you need to study? 
  • Words Chapter 3
  • Practise with exercises + ReadTheory

Slide 3 - Tekstslide

Table of Contents
Vocabulary practise
Revision: Imperatives 
Work by yourselves

Slide 4 - Tekstslide

Homework check!
Week 3: 13 t/m 17
Week 4: 19 t/m 22

Slide 5 - Tekstslide

Kijk naar de Theme words van Chapter 4

Slide 6 - Tekstslide

Vocabulary practise
  1. I like living in a ...(grote stad) more than in a ...(dorp).
  2. Kings live in a ...(kasteel). 
  3. When I go to school, I have to go over the ...(brug).
  4. When mom cooks, I have ...(de tafel dekken).
  5. You have to wait while the ...(verkeerslichten) are red. 
  6. My cat is ...(onder) the couch. 

Slide 7 - Tekstslide

Vocabulary practise
  1. I like living in a city more than in a village.
  2. Kings live in a castle
  3. When I go to school, I have to go over the bridge.
  4. When mom cooks, I have set the table.
  5. You have to wait while the traffic lights are red. 
  6. My cat is under the couch. 

Slide 8 - Tekstslide

What is this?

Slide 9 - Tekstslide

What is this?
Water the plants

Slide 10 - Tekstslide

What is this?

Slide 11 - Tekstslide

What is this?
houseboat

Slide 12 - Tekstslide

What is this?

Slide 13 - Tekstslide

What is this?
walk the dog

Slide 14 - Tekstslide

What is this?

Slide 15 - Tekstslide

What is this?
Crossroads

Slide 16 - Tekstslide

Now: Grammar explanations
--> Imperatives

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een 'imperative'?

Slide 18 - Woordweb

Imperative:
Steek niet over!
A
Cross not the road.
B
You cross not the road.
C
Don't cross the road.

Slide 19 - Quizvraag

What is an imperative?
A
A question
B
A sentence
C
To give orders or advise to someone

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de imperative?
A
Een zin dat emotie uitdrukt.
B
Een zin dat een situatie beschrijft.
C
Een zin dat een vraag stelt.
D
Een zin waarin een bevel of advies zit.

Slide 21 - Quizvraag

Imperative:
Wees op tijd!


A
You must be on time!
B
You have to be on time!
C
Be on time!

Slide 22 - Quizvraag

which sentence is written in imperative?
A
Run away! As fast as you can!
B
Can you run away, please?
C
My mother never told me to run.
D
Did he run away?

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn imperatives?
NL = 

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn imperatives?
NL = bevelen, commando's, waarschuwingen en aanwijzingen


Voorbeelden:
  • Be quiet!
  • Stand up!
  • Say hello!

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn imperatives?
NL = bevelen, commando's, waarschuwingen en aanwijzingen


Voorbeelden:
  • Be quiet!
  • Stand up!
  • Say hello!
Een imperative begint altijd met een werkwoord!

Slide 28 - Tekstslide

Wat zijn imperatives?
NL = bevelen, commando's, waarschuwingen en aanwijzingen


Voorbeelden:
  • Be quiet!
  • Stand up!
  • Say hello!
Een imperative begint altijd met een werkwoord!
Hoe maak je het ontkennend?

Slide 29 - Tekstslide

Wat zijn imperatives?
NL = bevelen, commando's, waarschuwingen en aanwijzingen


Voorbeelden:
  • Do not be quiet!
  • Don't stand up!
  • Don't say hello!
Een imperative begint altijd met een werkwoord!
Hoe maak je het ontkennend?

Slide 30 - Tekstslide

Imperatives
Imperatives zijn bevelen, commando's, waarschuwingen en aanwijzingen.

Hoe maak je een imperative?
Imperatives beginnen met een werkwoord
Om een imperative ontkennend te maken zet je er do not/ don't voor.

Voorbeelden:
  • (Do not) be quiet!     --->    Ben (niet) stil!
  • (Don't) stand up!       --->    Sta (niet) op!
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Over to you...
Work on the weektask.

Slide 32 - Tekstslide