TOETSTERMEN:
-Je kan in eigen woorden uitleggen wat een
infectie is
-Je kan in eigen woorden beschrijven hoe het immuunsysteem infecties bestrijdt.
-Je kan in eigen woorden beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
-Je kan in eigen woorden het verschil uitleggen tussen antigenen en antistoffen a.d.h.v. een afbeelding.
-Je kan in eigen woorden uitleggen wat immuniteit betekend.
-Je kan het verschil uitleggen tussen natuurlijke en kunstmatige immuniteit.
-Je kan in eigen woorden uitleggen hoe immuniteit ontstaat middels een vaccinatie.
-Je kan in eigen woorden uitleggen wat er aan de hand is bij een allergie.
-Je kan het verschil beschrijven tussen een allergie en een anafylactische reactie.