M3 - K2 - LernCheck 4

Gutentag!
Vandaag doen we K2 - LernCheck 4:
- Ga op je plek zitten
- Zorg dat je tafel leeg is 
- Vul je antwoorden in op jouw mobiel
- Je hebt telkens maar een paar seconden de tijd om te antwoorden
- Let op je hoofdletters, lidwoorden en spelling

Succes!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare school

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Gutentag!
Vandaag doen we K2 - LernCheck 4:
- Ga op je plek zitten
- Zorg dat je tafel leeg is 
- Vul je antwoorden in op jouw mobiel
- Je hebt telkens maar een paar seconden de tijd om te antwoorden
- Let op je hoofdletters, lidwoorden en spelling

Succes!

Slide 1 - Tekstslide

1. Vertaal naar het Nederlands:
mittlerweile
timer
0:15
A
inmiddels
B
in het middel
C
middels

Slide 2 - Quizvraag

2. Vertaal naar het Nederlands:
das Gehirn
timer
0:15
A
het gehoor
B
het zicht
C
de hersenen

Slide 3 - Quizvraag

3. Vertaal naar het Nederlands:
sondern
timer
0:15
A
zonder
B
sinds
C
maar

Slide 4 - Quizvraag

4. Vertaal naar het Nederlands:
die Weltmeisterschaft
timer
0:15
A
de wereld
B
het wereldkampioenschap
C
het kampioenschap

Slide 5 - Quizvraag

5. Vertaal naar het Nederlands:
der Erfolg
timer
0:15
A
het succes
B
de eer
C
de gevolg

Slide 6 - Quizvraag

6. Wat zijn de voorzetsels waardoor je automatisch de 3e naamval krijgt?
A
ich, du, er, sie, es, wir, ihr sie, Sie
B
mit, nach, bei, seit, von, zu, aus
C
mit, nach, bei, von, zu, aus

Slide 7 - Quizvraag

7. Noteer de juiste vervoeging van het persoonlijke voornaamwoord:
Er bleibt heute bei ... (mij).

Slide 8 - Open vraag

8. Noteer de juiste vervoeging van het persoonlijke voornaamwoord:
Der Mann kommt zu ... (haar)

Slide 9 - Open vraag

9. Noteer de juiste vervoeging van het persoonlijke voornaamwoord:
Sind die Medikamente von ... (u)

Slide 10 - Open vraag

10. Noteer de juiste vervoeging van het persoonlijke voornaamwoord:
Im Herbst kommt meine Oma zu ... (jullie)

Slide 11 - Open vraag

11. Vertaal onderstaande zin naar het Duits: Hoe gaat het?

Slide 12 - Open vraag

12. Vertaal onderstaande zin naar het Duits: Het gaat ... met mij

Slide 13 - Open vraag

13. Vertaal onderstaande zin naar het Duits: Hoe voel je je?

Slide 14 - Open vraag

14. Vertaal onderstaande zin naar het Duits: ... ben je gewon geraakt?

Slide 15 - Open vraag

15. Vertaal onderstaande zin naar het Duits: Ik ben ... gewond geraakt

Slide 16 - Open vraag