Paragraaf 6.3 Op de markt

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Mo

Slide 2 - Tekstslide

Welkom 3TL
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Uitleg 6.3
- Aan de slag met de opdrachten



Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 6.3
Op de markt

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je...:
      • Wat het verschil is tussen een concrete markt en een abstracte markt
      • Hoe de prijs invloed heeft op de vraag
      • Hoe je met een vraaglijn en een aanbodlijn de evenwichtsprijs en -hoeveelheid kunt bepalen
      • De verandering van vraag of aanbod in een grafiek te tekenen
      • Hoe je met een marktaandeel de afzet (of omzet) kunt berekenen

        Slide 5 - Tekstslide

        Leerdoel 1
        Waar denk je aan als je het begrip markt hoort?

        Slide 6 - Tekstslide

        De markt

        Slide 7 - Tekstslide

        De vraag en aanbod vormen samen de markt
        Aanbod
        Het aanbod komt van producenten.
        Er is aanbod als zij iets te koop aanbieden.

        Vraag
        De vraag naar producten komt van consumenten.
        Er is vraag als zij iets willen kopen.

        Slide 8 - Tekstslide



        Een concrete markt is een plaats waar op bepaalde tijden goederen worden verhandeld.

        Voorbeelden: weekmarkt, rommelmarkt, winkel



        Een abstracte markt bestaat uit alle vraag naar en aanbod van een product.

        Voorbeelden: woningmarkt, de wereldmarkt voor olie, de arbeidsmarkt

        Twee soorten markten

        Slide 9 - Tekstslide

        Weekmarkt
        Concrete markt
        Woningmarkt
        Abstracte markt

        Slide 10 - Tekstslide

        Leerdoel 2
        Heeft de prijs invloed op de vraag?

        Slide 11 - Tekstslide

        Er zijn markten die je kunt bezoeken:
        winkels, weekmarkten, webshops, enz. 

        Bij economie is de markt vooral:
        alle vraag naar en alle aanbod van een product.

        Bijvoorbeeld:
        • de woningmarkt = alle vraag en aanbod van huizen
        • de energiemarkt = alle vraag en aanbod van energie
        • de arbeidsmarkt = alle vraag en aanbod van arbeid

        Op de markt bepalen vraag en aanbod samen de prijs.

        Slide 12 - Tekstslide

        Grafiek aflezen: vraag
        • Voor een lage prijs willen veel 
        mensen een product kopen
        --> er is veel vraag.

        • Voor een hoge prijs is dat 
        andersom
        --> er is weinig vraag.

        Slide 13 - Tekstslide

        Grafiek aflezen: aanbod
        • Voor een lage prijs kunnen 
        weinig producenten een 
        product maken en verkopen
        -->er is weinig aanbod. 

        • Voor een hoge prijs kunnen en 
        willen veel producenten het product 
        maken en verkopen: 
        --> er is veel aanbod.

        Slide 14 - Tekstslide

        Vraag en aanbod bepalen de prijs
        • Als vraag en aanbod in evenwicht zijn, ontstaat de evenwichtsprijs (hier: € 1,50).

        • De hoeveelheid producten die dan verkocht wordt (de afzet) bij die prijs is de evenwichtshoeveelheid (hier: 5.000 stuks).


        • De omzet op deze markt is nu:
        • 5.000 x € 1,50 = € 7.500.

        Slide 15 - Tekstslide

        Een nieuw evenwicht
        • Als er meer aanbod komt, verschuift de aanbodlijn naar rechts.

        • Er ontstaat een nieuwe evenwichtsprijs (€ 1,40) en een nieuwe evenwichtshoeveelheid (6.000 stuks).
        • De omzet op de markt wordt         6.000 x € 1,40 = € 8.400.

        • Bij elke verandering van de vraag en/of het aanbod, ontstaat een nieuw evenwicht.

        Slide 16 - Tekstslide

        Slide 17 - Video

        Leerdoel 3
        Marktaandeel

        Slide 18 - Tekstslide

        Hoe sterk is jouw positie op de markt?
        Als aanbieder heb je een bepaald marktaandeel.

        Je marktaandeel is:
        • jouw afzet in procenten van 
        de totale afzet op de markt.
        of:
        • jouw omzet in procenten van de 
        totale omzet op de markt.

        Slide 19 - Tekstslide

        Check 6.3  
        • Wat is het verschil tussen een concrete markt en een abstracte markt?
        • Hoe heeft de prijs invloed op de vraag?
        • Hoe kan je de evenwichtshoeveelheid en evenwichtsprijs bepalen?
        • In welke twee waardes kan de het marktaandeel weergeven worden?

        Slide 20 - Tekstslide

        Aan de slag met 6.3
        ✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten 2 t/m 9 op blz. 168


        👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
        🗣️ Graag rustig praten

        ✅ Klaar? Maak de herhalingsopdrachten van 6.3 op blz.179

        Slide 21 - Tekstslide