Vorm en opmaak

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Leg je boek (blz. 162) en je schrift op tafel. 

Dinsdag 7 juni: 

Mikail, Aarush, Guillian, Mischa

Siham, Amal, Hafsah, Isra, Maissam

Vrijdag 10 juni:

Melda, Ilayda, Meryem, Zuzanna

Waad, Gehad, Mail, Rex

Maandag 13 juni:

Mert, Eslem, Hussain, Muhammed

Salim, Mohammed, Ayman

Leg je boek (blz. 162) en je schrift op tafel. 

Dinsdag 7 juni: 

Rivolino, Efe, Hüseyin, Miloud

Safouane, Yassine, Khalid, Arjen

Vrijdag 10 juni:

Abdelilah, Amin, Sami, Salim

Natali, Dilay, Gabriela, Sara, Karina

Maandag 13 juni:

Rojda, Sughra, Soumaya, Maya

Michael, Owais, Omar, Omar, Marwa

Vandaag:

Vorm en opmaak (blz. 163)

Je leert een opmaak te kiezen die past bij de vorm van je tekst. 

Opmaak/lay-out: hoe de tekst eruitziet

- lettertype

- accentueringen: vet, cursief, onderstreept, hoofdletters

- waar de tekst staat op de pagina

- koppen, tussenkoppen, witregels

- kleurgebruik

- afbeeldingen

Noem twee verschillen tussen de opmaak van een krantenartikel en de pagina uit een leesboek.

Noem twee verschillen tussen de opmaak van een rouwkaart en een verjaardagskaart.

Zakelijke tekst: werkstuk, verslag, sollicitatiebrief 

- leesbaar en serieus lettertype

- titels vet en groter, tussenkopjes alleen vet

- laat zien waar een nieuwe alinea begint

- geen kleur en niet te veel afbeeldingen

- paginanummers

- gebruik bij een werkstuk een voorblad met titel, je naam, datum, klas, schoolvak en eventueel een afbeelding. 

Maak opdracht 2, 3 en 6 (blz. 164 en 165). 

Je mag fluisterend overleggen.