Deviant Starttaal Vooraf (A) T2H1 vergelijkingen

Thema 2 
Gezondheid

H1 woorden
deel 2 vergelijken
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 
Gezondheid

H1 woorden
deel 2 vergelijken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  Terugblik vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Aan het einde van de les:

- leg ik uit wat een vergelijking is.

- kan ik voorbeelden geven 
   van vergelijkingen



  Doelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. herhaling themawoorden

2. uitleg vergelijkingen

3. aan het werk 

 4. evalueren

  Wat gaan we doen?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


We starten eerst met een herhaling: welk woord hoort bij de uitleg?

Daarna komen nog een aantal 
andere (sleep)vragen.
  Herhaling
themawoorden gezondheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De winkel waar je medicijnen
kunt ophalen
A
de supermarkt
B
de bijsluiter
C
de apotheek
D
het restaurant

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zorg die iemand krijgt
om weer beter te worden
A
de bijsluiter
B
de behandeling
C
de conditie
D
het recept

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De informatie die je krijgt
bij een medicijn.
A
de bijsluiter
B
het recept
C
de gebruiksaanwijzing
D
het eetpatroon

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pijn die ontstaan door
bewegen of sporten
A
de conditie
B
sportief
C
de blessure
D
de gezondheid

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe fit je bent
A
de gezondheid
B
de blessure
C
sportief
D
de conditie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat je meestal eet
en op welk moment van de dag
A
het ontbijt
B
het eetpatroon
C
het dieet
D
het menu

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe het met jouw lichaam gaat,
of je ziek bent of niet
A
fit
B
de gezondheid
C
de vitamine
D
sportief

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een briefje of digitaal bericht
van de dokter waarop staat
welk medicijn je moet krijgen.
A
het recept
B
de bijsluiter
C
de rekening
D
de spelregels

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat je van iemand kan zeggen
die veel sport
A
de krachtpatser
B
stoer
C
sportief
D
sterk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stof die je helpt
om gezond te blijven
A
de vitamine
B
red bull
C
het water
D
de chocolade

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord + betekenis hoort bij het plaatje? 
De bijsluiter
De informatie die je krijgt bij een medicijn, zoals hoe je het moet gebruiken. 
De apotheek
De winkel waar je medicijnen kan halen. 

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In groente en fruit zitten veel .......... die helpen om gezond te blijven.
A
vitamines
B
gezonde dingen
C
vruchtvlees
D
pitjes

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord + betekenis hoort bij het plaatje? 
sportief
Wat je van iemand kan zeggen die veel sport. 
Pijn die is ontstaan door bewegen of sporten. 
de blessure

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet je de juiste omschrijving bij het woord
De gezonheid
De behandeling
De conditie 
Hoe het met jouw lichaam gaat, bijvoorbeeld of je ziek bent of niet. 
De zorg die iemand krijgt om weer beter te worden, zoals een operatie
Hoe fit je bent

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een gezond ................ hoort een ontbijt, lunch en het avond eten.
A
conditie
B
eetpatroon
C
maaltijd
D
sportief

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een briefje of digitaal bericht van de dokter waarop staat welk medicijn je moet krijgen. Dat noem je het ..............?
A
briefje
B
bewijs
C
recept
D
medicijn

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Pak voor je: blz. 94.
  Instructie
     vergelijkingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

letterlijk taalgebruik





er wordt precies bedoeld
wat er staat of wordt gezegd.
figuurlijk taalgebruik





er wordt iets anders bedoeld
dan er staat of wordt gezegd.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zij is zo slank als een den.
figuurlijke taal
letterlijke taal

Slide 25 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Hij is een boom van een vent!
figuurlijke taal
letterlijke taal

Slide 26 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Hij lacht als een boer met kiespijn!
figuurlijke taal
letterlijke taal

Slide 27 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Een vorm van 

figuurlijk taalgebruik

is een vergelijking.

. . .  als . . . 
figuurlijk taalgebruik

Slide 28 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Bij een vergelijking 
wordt een eigenschap 
van iets of iemand vergeleken 
met iets anders, 
omdat het daarop lijkt.
. . .  als . . . 
figuurlijk taalgebruik

Slide 29 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vergelijking met als







zij is zo slank als een den
vergelijking zonder als







een boom van een vent.
als

Slide 31 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 32 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
buikpijn

hoofdpijn

misselijk

verkouden

keelpijn

Slide 33 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Ik ben ziek.
Ik heb hoofdpijn.
Ik ben misselijk.
Ik moet overgeven.
Ik ben verkouden.
Ik heb kramp in mijn buik.

Slide 34 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Ik heb griep.
Ik ben verkouden.
Ik heb koorts.
Ik heb keelpijn en ik heb oorpijn.
Ik moet veel niezen.
Ik heb veel snot in mijn neus en moet snuiten.

Slide 35 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies



Kijk en luister mee naar de uitleg.

Ga daarna zelf aan de slag!
  Aan het werk!
opdrachten maken

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp?
Wat als je een spreekwoord of uitdrukking niet weet?


Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Link

Deze slide heeft geen instructies



1.Maak opdracht 5 en 6 
   (blz. 95 t/m 97)

2.Maak taken via JE.

Klaar? 
Pak zelfstandige werkmap.


  Aan het werk!
opdrachten maken
timer
20:00

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

   Evalueren

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Aan het einde van de les:

- leg ik uit wat een vergelijking is.

- kan ik voorbeelden geven 
   van vergelijkingen



  Doelen gehaald?

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Ik heb vandaag
een vergelijking geleerd!"
JA!
Nee

Slide 48 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De volgende les? 
... ga je 
de onderdelen 
van een tekst 
bekijken. 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Evalueren

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen


Ik ken de betekenis van de themawoorden 

over gezondheid.


Slide 53 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
de apotheek
de winkel 
waar je medicijnen kunt halen.

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies