2.3 Jodendom en Christendom

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

HAVO 4
2.3 Jodendom en christendom
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe het christendom ontstond
- hoe het christendom de Romeinse staatsgodsdienst werd.
KA: - de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 2 - Tekstslide

Juist
Onjuist
De Romeinen verwoestten de tempel in Jeruzalem, het centrum van het jodendom.
In de Tenach staan verhalen over de vroegste geschiedenis van de joden.
Het joodse volk was bijzonder omdat het steeds monotheïstisch is geweest.

Slide 3 - Sleepvraag

Herhaling (niet overschrijven)
In het Romeinse Rijk leefden veel verschillende culturen met hun eigen goden
  • Romeinse godsdienst is polytheïstisch
  • Door veroveringen komt men in contact met andere culturen en goden
  • Er was godsdienstige verdraagzaamheid, maar er waren grenzen en voorwaarden. 
  • Zo moest je (later) ook de keizer vereren als een god. 

Romeinse godin Minerva in mozaiëk.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

2.3 Jodendom en christendom

  • Jodendom was een unicum: zij waren monotheïstisch. Geen probleem, want ... 
  • Joden bekeerden niet. Religie beperkt tot Judea. 
  • Volgelingen van Jezus van Nazareth (Messias) bekeerden wel
  • Nadruk op hiernamaals en naastenliefde
  • Verlossingsleer: bevrijden van zonden --> hemel
  • Probleem, want: monotheïstisch! 


Slide 7 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Door de grote populariteit was het christendom een bedreiging. Verschillende keizers veroordeelden christenen dan ook ter dood. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 12 - Tekstslide

Lees de tekst 'Het ontstaan van het christendom'. Sleep de uitspraken naar het goede vak..
Juist
Onjuist
Paulus maakte de verering van Jezus, die volgens hem de Messias was, los van het jodendom.
Christenen geloven dat Jezus door God naar de aarde was gestuurd en mens was geworden om met zijn lijden de mensheid te verlossen van alle zonden.
Jezus van Nazareth was volgens Romeinse bronnen omstreeks 30 n.C op bevel van keizer Nero gekruisigd.

Slide 13 - Sleepvraag

Noem twee redenen waarom het christendom in tegenstelling tot het jodendom verboden werd.

Slide 14 - Open vraag

2.3 Jodendom en christendom
In hoc signo vinces  'In dit teken zult gij overwinnen''
  • In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid.
  • Maar waarom? 

Keizer Constantijn

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

2.3 Jodendom en christendom
In hoc signo vinces  'In dit teken zult gij overwinnen''
  • In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid.
  • Maar waarom? 
  • In 380 maakte keizer Theodosius van het christendom de staatsgodsdienst --> 392 werden alle andere godsdiensten verboden (jodendom uitgezonderd).

Keizer Constantijn

Slide 17 - Tekstslide

Maken HAVO (paragraaf 2.3)

Opdracht 3, 4, 6, 15A+B, 16A
Maken VWO (paragraaf 2.3)

Opdracht 1, 5, 7, 10, 18, 19, 22A

Slide 18 - Tekstslide

De vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur gaat over in het christendom 

Slide 19 - Tekstslide

De vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur gaat over in het christendom 

Slide 20 - Tekstslide

De vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur gaat over in het christendom 

Slide 21 - Tekstslide

3

Slide 22 - Video

01:17
Wat vraagt keizer Diocletianus wat voor de christenen onmogelijk is om te doen?

Slide 23 - Open vraag

03:20
Zoek op het internet het teken op dat keizer Constantijn in deze strijd op de schilden van de soldaten liet zetten.

Slide 24 - Open vraag

05:43
Wat werd er vastgelegd in het Concilie van Nicea?
A
De geloofsleer van de christenen.
B
De geloofsleer van de joden.
C
Jezus Christus is de almachtige God.
D
Jezus Christus is volgens de joden de Messias.

Slide 25 - Quizvraag