Thema 4 Ordening BS 9 Het indelen van organismen THV

Basisstof Het indelen van organismen / determineren
Leerdoelen:
- Je kunt gebruik maken van een determineertabel om een organisme te determineren.
- Je kunt de 'route' die je hebt doorlopen in een determinatietabel op een juiste manier opschrijven.

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof Het indelen van organismen / determineren
Leerdoelen:
- Je kunt gebruik maken van een determineertabel om een organisme te determineren.
- Je kunt de 'route' die je hebt doorlopen in een determinatietabel op een juiste manier opschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 
  • Determineren oefenen
  • Wetenschappelijke namen bekijken 
  • Werkstuk van een dier
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
Celkern, bladgroenkorrel, eencellig
A
plant
B
sporenplant
C
eukaryoot
D
alg

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
grote vacuole, celwand, geen plastiden
A
plant
B
schimmel
C
dier
D
bacterie

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
tweezijdig symmetrisch, skelet als pantser, 8 poten
A
geleedpotigen
B
dieren
C
insecten
D
spinachtigen

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
beenderen als skelet, koudbloedig, schubben
A
reptiel
B
amfibie
C
vis
D
vogel

Slide 7 - Quizvraag

Naar welke kenmerken kijk je om dit dier te herkennen?

Slide 8 - Woordweb

Determineren
Determineren
organismen herkennen door naar kenmerken te kijken
(engels)Determine = bepalen, vaststellen

Determineren doe je met een determineertabel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Determineren
- Begin altijd bovenaan bij 1. Kijk of het a of b is.
- Ga door met dat nummer dat achter je antwoord staat.
- Uiteindelijk krijg je de naam van het organisme

Schrijf altijd je 'route' op: 1a-2b-3a langpootmug

Let op de streepjes en de letter!

Slide 11 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Tekstslide

Determineren

Slide 15 - Tekstslide

Determineren 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Determineren met determinatiesleutel

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Wetenschappelijke naamgeving
Nederlandse naam: Vlaamse gaai
Wetenschappelijke naam: Garrulus glandarius L.

Garrulus = geslachtsnaam                 met hoofdletter!
glandarius = soortnaam                      met kleine letter!
L. = ontdekker, Linnaeus

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Rund > Bos taurus
  • Vos > Vulpes vulpes
  • Bruine beer > Ursus arctos
  • Mammoetboom > Sequoiadendron giganteum
  • Mens > Homo sapiens
  • Oermens > Homo erectus

Slide 21 - Tekstslide

BS 10.    Werkstuk van een dier
Je werkstuk moet minstens de volgende gegevens bevatten:
  • Waarom heb je dit dier gekozen?
  • Tot welke stam (en groep) van het dierenrijk behoort het dier waarover je schrijft?
  • Op grond van welke kenmerken behoort het dier tot deze stam (en groep)?
  • Noem enkele andere soorten dieren die ook tot deze stam (of groep) behoren.
  • In wat voor milieu leeft het dier waarover je schrijft?
  • Welke levensverschijnselen vertoont dit dier?
  • Wat voor voedsel eet het dier?
  • Wat zijn de natuurlijke vijanden van het dier?

Slide 22 - Tekstslide

0,5
0,5
0,5
1
3
1
1

Slide 23 - Tekstslide

1
0,25
0,25
1

Slide 24 - Tekstslide

Beoordeling

A= 9-10
B= 7,5-8,9
C= 5,5-7,4
D= 4,5-5,4
E= 0-4,4

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 26 - Tekstslide