T4 B11&13 V

B11& 13 determineren & naamgeving
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 152 t/m 155, 158
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: determineren
  • Je kunt gebruik maken van een determineertabel om een organisme te determineren.
  • Je kunt de 'route' die je hebt doorlopen in een determinatietabel op een juiste manier opschrijven.
  • Je kan uitleggen hoe een wetenschappelijke naam is opgebouwd
  • Je kunt wetenschappelijke namen gebruiken om verwacntschap in soorten te zien
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

B11& 13 determineren & naamgeving
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 152 t/m 155, 158
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: determineren
  • Je kunt gebruik maken van een determineertabel om een organisme te determineren.
  • Je kunt de 'route' die je hebt doorlopen in een determinatietabel op een juiste manier opschrijven.
  • Je kan uitleggen hoe een wetenschappelijke naam is opgebouwd
  • Je kunt wetenschappelijke namen gebruiken om verwacntschap in soorten te zien

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 
  • Determineren oefenen
  • Wetenschappelijke namen bekijken
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
Celkern, bladgroenkorrel, eencellig
A
plant
B
sporenplant
C
eukaryoot
D
alg

Slide 3 - Quizvraag

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
grote vacuole, celwand, geen plastiden
A
plant
B
schimmel
C
dier
D
bacterie

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
tweezijdig symmetrisch, skelet als pantser, 8 poten
A
geleedpotigen
B
dieren
C
insecten
D
spinachtigen

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
beenderen als skelet, koudbloedig, schubben
A
reptiel
B
amfibie
C
vis
D
vogel

Slide 6 - Quizvraag

Naar welke kenmerken kijk je om dit dier te herkennen?

Slide 7 - Woordweb

Determineren
Determineren
organismen herkennen door naar kenmerken te kijken
(engels)Determine = bepalen, vaststellen

Determineren doe je met een determineertabel

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Determineren
Begin bovenaan bij 1. Kijk of het a of b is
Ga door met datgene wat achter je antwoord staat.
Uiteindelijk krijg je de naam van het organisme

Schrijf altijd je 'route' op:
1a-2b-3a langpootmug
let op de streepjes!

Slide 10 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 11 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Wetenschappelijke naamgeving
Nederlandse naam: vlaamse gaai
Wetenschappelijke naam: Garrulus glandarius L.

Garrulus = Geslachtsnaam
Glandarius = Soortnaam
L. = ontdekker, Linnaeus

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Rund > Bos taurus
  • Vos > Vulpes vulpes
  • Bruine beer > Ursus arctos
  • Mammoetboom > Sequoiadendron giganteum
  • Mens > Homo sapiens
  • Oermens > Homo erectus

Slide 14 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 152 t/m 155, 158
  • Maken Opdr. 41, 42,43, 46 blz. 145

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 
  • Maken Opdr. 

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 16 - Tekstslide