Nederlands 2F Voorbereiding examen gesprek voeren

Gesprek voeren
Voorbereiding op examen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gesprek voeren
Voorbereiding op examen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is er belangrijk bij het voeren van een gesprek?
Noem drie dingen

Slide 2 - Open vraag

Examen gesprek voeren
Onderwerp
Een overleg met drie personen over een gezamenlijk onderwerp
Eigen inbreng
Geef relevante informatie en reageer op de inbreng van medekandidaten.
Tijdsduur
7-12 minuten (na 10 minuten krijg je een seintje)
Aanwezig
Drie studenten, docent Nederlands , tweede beoordelaar, opnameapparatuur.

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud van je gesprek
  • Voeren van een overleg met twee medekandidaten
  • Je krijgt de opdracht bij aanvang van het examen en hebt dan 10 minuten om je, individueel, voor te bereiden.
  • De opdracht en het gespreksdoel is voor iedereen gelijk, elke kandidaat krijgt wel individuele input. Deze breng je in tijdens het gesprek. 

Slide 4 - Tekstslide

Beoordeling van je gesprek
Niveau 2F

Inhoudelijke bijdrage (50%) Het gesprek moet een bepaalde uitkomst hebben (je doel). Geef relevante informatie en reageer op de inbreng van je medestudenten. Alle punten uit de opdracht moeten aan bod komen net als alle punten uit jouw input.

Gespreksvaardigheid (50%) 
- Zorg voor een actieve gesprekshouding
- Respect voor medekandidaten
- Verstaanbaarheid, let op je woordgebruik, vloeiendheid en grammaticale beheersing.

Slide 5 - Tekstslide

Test jezelf

Slide 6 - Tekstslide

Waar moet je aan denken na het lezen van de opdracht?
A
Wat is het onderwerp van het gesprek?
B
Wat is het doel van dit gesprek?
C
Hoelang mag het gesprek duren?
D
Hoe zorg ik dat mijn input aan bod komt?

Slide 7 - Quizvraag

Wat moet er aan bod komen tijdens het gesprek?
A
Alle punten uit de opdracht
B
Alle punten uit de individuele input
C
Alle punten uit de opdracht & uit de individuele input
D
Zoveel mogelijk punten uit de opdracht en de individuele input

Slide 8 - Quizvraag

Hoe vraag je beleefd om de beurt tijdens een gesprek?
A
'Ik wil iets zeggen!'
B
'Mag ik iets zeggen?'
C
'Wanneer ben ik aan de beurt?'
D
'Zou je mij laten praten?'

Slide 9 - Quizvraag

Welke factor is belangrijk bij het afstemmen van het taalgebruik op de gesprekspartner?
A
De ander in de rede vallen om jouw punt in te brengen
B
Het vermijden van oogcontact
C
Het spreken in een luidere stem
D
Een actieve gesprekshouding, beurten nemen en respectvol omgaan met de bijdragen van de anderen

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht

Slide 11 - Tekstslide