SOAP rapporteren en evalueren

Rapporteren en 7 levenstereinen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Rapporteren en 7 levenstereinen

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw van de les
5 minuten herhaling vorige les
30 minuten wat is rapporteren
45 minuten opdracht 7 levensterreinen
5 minuten afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hebben jullie er weer zin in :)
0100

Slide 3 - Poll

Herhaling les vorige week
  • Waarnemen
  • Signaleren
  • Observeren

Slide 4 - Tekstslide

Waarnemen
Waarnemen:
  • Opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
  • Onbewust, de hele dag, elk moment
  • Selectief waarnemen: Je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Slide 5 - Tekstslide

Waarnemen
  • Oren= luisteren
  • Ogen= kijken
  • Tastzin= voelen
  • Reukzin= ruiken
  • Smaakzin = proeven

Slide 6 - Tekstslide

Observeren

Bewust, doelgericht iets waarnemen

Slide 7 - Tekstslide

Signaleren
  • Het vaststellen van veranderingen bij de zorgvrager. 
  • Signaleren van veranderingen kan leiden tot evt acties.
  • De stap na signaleren = rapporteren

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen deze les
Je weet wat rapporteren is en voor welke vorm je kiest 
je kan rapporteren volgens de SOAP
je weet wat de 7 levensterreinen inhouden
je kan een anamnese afnemen volgens de 7 levensterreinen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is rapporteren?

Slide 10 - Open vraag

Rapporteren
Het schiftelijk/mondeling verslag doen van gebeurtenissen of situaties die zijn waargenomen. 

Je rapporteert het zorgproces van de zorgvrager

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat hoort er allemaal in
een rapportage?

Slide 13 - Woordweb

Tips bij rapporteren 1
• Trek geen conclusie/stel geen diagnose als je daartoe niet bevoegd bent
• Reageer op eerdere rapportages of op Tussentijdse wijzigingen
• Gebruik geen afkortingen die niet gangbaar zijn in de Nederlandse taal en 
vermijd vaktaal. Schrijf zodat iedereen het kan begrijpen;
• Let op taal-, schrijf en typefouten. De automatische correctie kan onbedoeld voor vreemde zinnen zorgen. 

Slide 14 - Tekstslide

Tips bij rapporteren 2
• Schrijf respectvol over de cliënt en zijn/haar naaste(n);
• Vermeld wat je hebt afgesproken met de cliënt en/of naaste(n);
• Beschrijf alleen feiten en geef niet je eigen mening. Wil je toch je mening geven, geef dan duidelijk aan dat het om jouw mening gaat;
• Heeft een situatie je aangegrepen of ben je nog emotioneel over een situatie, wacht dan even met rapporteren of spreek een collega, zodat je wat later objectief kunt rapporteren;

• Schrijf kort, krachtig en volledig zodat navraag niet nodig is;

Slide 15 - Tekstslide

Objectief en subjectief 
Het verschil tussen objectief en subjectief is erg belangrijk, maar nog veel belangrijker is om te weten wanneer iemand objectieve of subjectieve argumenten geeft. 
Het is ook belangrijk om bij jezelf na te gaan of je in sommige situaties wel objectief bent.

Slide 16 - Tekstslide

Objectief 
  • op feiten gebaseerd
  • iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
Subjectief 
  • op eigen mening gebaseerd
  • iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 17 - Tekstslide

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 18 - Quizvraag

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 19 - Quizvraag

Het is het mooiste huis van de straat.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 20 - Quizvraag

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quizvraag

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quizvraag

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht 
  1. Ga in een kring zitten.
  2. De eerste persoon bedenkt een zin en fluistert deze vervolgens in het oor van de persoon rechts van hem of haar.
  3. De volgende persoon fluistert wat hij of zij heeft gehoord in het oor van de persoon rechts daarvan.
  4. Dit proces wordt herhaald totdat de laatste persoon in de kring wordt bereikt.
  5. De laatste persoon zegt luidop wat hij of zij heeft gehoord.
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

SOAP methode
S: Subjectieve gegevens
O: Objectieve gegevens
A: Analyse van het probleem
P: Planning

Slide 25 - Tekstslide

SOAP methode
De SOAP-methode structureert het rapporteren. Dit geeft niet alleen een beter overzicht, maar biedt ook veel mogelijkheden om beter te observeren, te analyseren en om betere zorgplannen te maken.

Slide 26 - Tekstslide

S

Subjectief: 
Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.

Slide 27 - Tekstslide

O
Objectief: 
De directe observatie van de situatie door de medewerker. Met andere woorden: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.

Slide 28 - Tekstslide

A
Analyse: 
Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.

Slide 29 - Tekstslide

Plan: 
Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 30 - Tekstslide

VOORBEELD RAPPORTAGE VOLGENS SOAP
Subjectief:
Mevrouw weigerde haar middag medicijnen en zei dat ze ze niet meer wilde hebben. 
Objectief:
Werd onrustig en raakte van streek.
Analyse: 
Weigert in de regel geen medicijnen, maar ik heb pas kort geleden met mevrouw kennisgemaakt en ze kent me niet goed.
Plan:
Ik zal wat tijd samen met haar doorbrengen zodat ze meer vertrouwd raakt met mijn gezelschap en vraag haar of zij de medicijnen later wil innemen.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Mevrouw is depressief.
Zet dit om naar SOAP (gebruik je fantasie)

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht 
Schrijf voor jezelf de voor- en nadelen van mondeling en schriftelijk rapporten op. Je krijgt hiervoor 5 minuten. 
timer
5:00

Slide 36 - Tekstslide

Rapporteren
Wie rapporteert: 
Evver, verpleegkundige, verzorgende, arts, fysio, ergo 
(alle betrokken disciplines)

Wat rapporteer je: 
Alle informatie die belangrijk is voor goede zorgverlening. 
Bijvoorbeeld hoe het gaat met iemand, evt problemen, behaalde doelen, veranderingen, wensen, afspraken, etc.

Slide 37 - Tekstslide

Jullie krijgen per tweetal een envelop, beantwoord de vragen en plaats de juiste vragen bij het juiste onderdeel van de 7 levenstereinen. Als er tijd over is ga de anamnese afnemen bij elkaar?
timer
45:00

Slide 38 - Tekstslide

Huiswerk volgende les:
beantwoord de volgende vragen neem de uitwerking mee naar de vlg les
- Wat is de wet WGBO en wet AVG
- Wie mag er allemaal in mijn zorgdossier kijken
- Vanaf wanneer heb ik zeggenschap over mijn eigen medische behandeling
- Er staat iets in mijn dossier wat ik verwijdert wil hebben kan dat?
- Een huisarts weet dat een cliënt een ernstige ziekte heeft mag de arts dat vertellen aan de vrouw van de cliënt.

Slide 39 - Tekstslide

Volgende week laatste les voor de toets
- We behandelen volgende week  Activeren, plannen en uitvoeren en  Evalueren
- Verwerkingsopdrachten niveau 3
en begrijp je de theorie?

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide