hfdst 5 elektrische energie §3, §4 en §5

Meterkast

Hiernaast zie je de onderdelen van een meterkast. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Meterkast

Hiernaast zie je de onderdelen van een meterkast. 

Slide 1 - Tekstslide

Schakeldraad en aardedraad
Schakeldraad:
Loopt van de schakelaar naar de lamp.
Staat alleen spanning op als de lamp aan is.
Aardedraad:
Loopt van het stopcontact terug naar de meterkast.
Voert de stroom terug naar de meterkast.
 

Slide 2 - Tekstslide

Huisinstallatie / Meterkast
Groepenkast + Zekeringen

Aardlekschakelaar
Hoofdschakelaar



Kilowattuur-meter



Hoofdzekering

Slide 3 - Tekstslide

Bij kortsluiting gaat in de meterkast een alarm af.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Bij overbelasting worden de draden zo heet dat er brand kan ontstaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Kortsluiting of overbelasting?
A
Overbelasting
B
Kortsluiting

Slide 6 - Quizvraag

Overbelasting

Slide 7 - Tekstslide

Overbelasting

Slide 8 - Tekstslide

overbelasting
overbelasting wil zeggen dat je teveel apparaten op een groep aansluit
Het gaat fout als je een wasmachine en droger op een groep aansluit

Slide 9 - Tekstslide

Lekstroom
Als er stroom uit de stroomkring loopt via een apparaat of via een mens, dan noem je dat lekstroom.
Dit meet de aardlekschakelaar.
Als er teveel stroom weg lekt, dan schakelt de aardlekschakelaar de stroom uit.

Slide 10 - Tekstslide

Welke meter zit er NIET in de meterkast
A
watermeter
B
kWh meter
C
gasmeter
D
afstandsmeter

Slide 11 - Quizvraag

Bij overbelasting loopt er te veel stroom in de groep.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De aardlek-schakelaar
De aardlek-schakelaar reageert als er stroom 'weglekt' via een andere weg dan de draden, b.v. via je lichaam.
De schakelaar reageert bij een
Ilek > 30mA (0,030A) en schakelt
de groep uit.

Slide 13 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
 Deze meet de stroom die uit de meterkast naar het huis gaat. Hij meet ook de stroom die uit het huis terugkomt in de meterkast. Die stroom moet even groot zijn. Als er een verschil is, dan verdwijnt ergens stroom.

Slide 14 - Tekstslide

In een elektriciteitsinstallatie zit een aardlekschakelaar.
Wanneer schakelt de aardlekschakelaar de elektriciteit uit?

A
Als de stroomsterkte die het huis in gaat, groter is dan de stroomsterkte die het huis uit gaat.
B
Als de stroomsterkte die het huis in gaat, even groot is als de stroomsterkte die het huis uit gaat.
C
Als de stroomsterkte die het huis in gaat, even groot is als de stroomsterkte die het huis uit gaat
D
Als de stroomsterkte die het huis uit gaat nul is.

Slide 15 - Quizvraag

CAPACITEIT

Slide 16 - Tekstslide

Capaciteit
  • Capaciteit  geeft aan hoeveel elektrische lading je kunt opslaan in batterij en accu 

  • Eenheid van Capaciteit is mAh ( milliampère uur)  



  • 1000 mAh = 1 ah (ampère uur) 

Slide 17 - Tekstslide

Dynamo / Generator

Slide 18 - Tekstslide

Symbool voor de dynamo
Een lampje aangesloten op een dynamo: 
een stroomkring

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Relais

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Transistor
Een transistor = een heel kleine schakelaar.

3 aansluitpunten:
  • Basis
  • Collector
  • Emitter

Als er een kleine stroom van de B (basis) naar de E (emitter) gaat, 
schakelt de transistor een grote  stroom van C (collector) naar E (emitter) in.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video