Klimaten - les 6 Köppen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMMA
  1. Herhaling neerslag
  2. Nakijken huiswerk
  3. Herhaling temperatuurfactoren
  4. Uitleg systeem van Köppen
  5. Het aflezen van een klimaatgrafiek

Nodig: Lesson up, je huiswerk, aantekeningenschrift, en uiteraard staat je camera aan.

LEERDOELEN
  1. Hoe werkt het klimaatsysteem van Köppen?
  2. Welke elementen zitten er in een klimaatgrafiek?

Slide 2 - Tekstslide

timer
0:45

Slide 3 - Tekstslide

Temperatuurfactoren
  1. Waarom krijgt de evenaar meer energie van de zon dan de polen?
  2. Waarom is het bovenop een berg kouder dan in de vallei? En hoeveel precies?
  3. Waarom verschilt de temperatuur boven land met die boven zee?
  4. Wat zijn de effecten van aanlandige en aflandige wind op de temperatuur boven land?
  5. Hoe beïnvloeden zeestromen het klimaat?
  6. Op welke manier heeft de plek van een gebergte invloed op het klimaat?

Slide 4 - Tekstslide

E
D/C
B
A
B
C/D
E

Slide 5 - Tekstslide

PROGRAMMA
  1. Herhaling klimaatsysteem
  2. Toepassing klimaatschema
  3. Uitleg klimaatgrafieken
  4. In groepjes aan huiswerk werken

Nodig: Lesson up, aantekeningenschrift, en uiteraard staat je camera aan.

LEERDOELEN
  1. Je begrijpt hoe je een klimaatgrafiek af moet lezen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke letter hoort bij het landklimaat?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel klimaten zijn er in het systeem van Köppen?
A
4
B
6
C
5
D
7

Slide 9 - Quizvraag

Welke letter hoort bij een tropisch klimaat?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quizvraag

Onder welke letter valt het klimaat van Nederland?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quizvraag

Het aflezen van een klimaatgrafiek
  1. Altijd kouder dan 10 graden?
  2. Minder dan 400mm neerslag?
  3. altijd warmer dan 18 graden?
  4. Winter warmer dan 3 graden?
  5. Winter kouder dan 3 graden?

Regels:
  • Bij een A,C, of D klimaat: is er een droog seizoen?
  • Bij een B klimaat: hoeveel neerslag?
  • Bij een E klimaat: Hoe koud?

Köppen

Slide 12 - Tekstslide

Deze grafiek hoort bij een..
A
A klimaat
B
B klimaat
C
C klimaat
D
E klimaat

Slide 13 - Quizvraag

Deze grafiek hoort bij een.....
A
A klimaat
B
B klimaat
C
C klimaat
D
D klimaat

Slide 14 - Quizvraag

Deze grafiek hoort bij een
A
A klimaat
B
B klimaat
C
C klimaat
D
D klimaat

Slide 15 - Quizvraag

Deze grafiek hoort bij een....
A
B klimaat
B
C klimaat
C
D klimaat
D
E klimaat

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Huiswerkvragen
Zet de antwoorden op de volgende vragen in je schrift. Gebruik de klimaattabel van Köppen.

1) Bij welke hoofdklimaten valt er neerslag in alle jaargetijden?
2) Neem over en vul in: "Nederland heeft een ........ klimaat met neerslag in .................
3) Hoe kan je in een klimaatgrafiek het verschil zien tussen een landklimaat en een zeeklimaat?
4) Welk klimaat hoort bij de volgende klimaatgrafiek?  
5) Waarom denk je dat er op een savanne wèl bomen groeien, en op een steppe niet?
6) Als er in een gebied 200-400mm neerslag per jaar valt, is het dan altijd een BS klimaat? Leg je antwoord uit.

Köppen

Slide 19 - Tekstslide

Lever hier een foto in van je antwoorden

Slide 20 - Open vraag