Les 25 mei 4 Havo (30 mins)

Hallo allemaal!
Ga naar overstroomik.nl en voer je postcode in

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal!
Ga naar overstroomik.nl en voer je postcode in

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ver kwam jij onder water te staan?

Slide 2 - Open vraag

Wie ben ik en wat doe ik hier?

Slide 3 - Tekstslide

Wat te doen bij vragen
- Gelieve ze niet in de chat te stellen
- Er zijn een aantal open vragen waar je vragen mag stellen
- Je mag ook gewoon je microfoon aan zetten en je vraag aan mij stellen

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Les over het ijsselmeergebied en de zuidwestelijke delt 
  • Quiz begrippen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe heette het IJsselmeer voordat deze het IJsselmeer werd?
A
De Noordelijke Binnenzee
B
Het Zuidermeer
C
De Zuiderzee
D
De Zuidelijke Waddenzee

Slide 7 - Quizvraag

In welke provincie ligt de Zuidwestelijke Delta voor het grootste deel?
A
Zeeland
B
Zuid-Holland
C
Flevoland
D
Friesland

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

A Estuarium 

B Delta 

Slide 10 - Tekstslide

A Estuarium 

B Delta 

Slide 11 - Tekstslide

Delta
Estuarium

Slide 12 - Tekstslide

Delta
Estuarium

Slide 13 - Tekstslide

Zijn er vragen over delta's en estuaria?

Slide 14 - Open vraag

In deze tijd was de Nederlandse kust nog niet af. Het gebied was erg vergelijkbaar met de waddenzee tegenwoordig.

Slide 15 - Tekstslide

Er ontstaan grote meren op de plek waar de Zuiderzee later ontstaat.
De kustlijn lijkt erg op de kustlijn van tegenwoordig. Het gebied erachter bestaat uit grote veengebieden.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Het zeewater dringt hier weer verder het land in.

Slide 19 - Tekstslide

Deze meren zijn ontstaan door het weghalen van veen door de mens

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Kustlijnverkorting
Door de afsluitdijk is er ongeveer 11 keer minder kust te beschermen. (althans volgens dit zeer wetenschappelijke onderzoek)

Slide 23 - Tekstslide

Zijn hier nog vragen over?

Slide 24 - Open vraag

Welk percentage van Nederland ligt onder de zeespiegel (NAP)?
A
6%
B
19%
C
26%
D
34%

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Springtij heeft dus te maken met de stand van de zon en de maan
Het noordwesten is de enige plek waar Nederland niet beschermd is door grote stukken land.

Slide 27 - Tekstslide

Waarom zorgt juist een noordwesterwind voor problemen voor Nederland?
windrichting bij een noordwesterstorm

Slide 28 - Open vraag

Het Kanaal is maar een hele kleine opening. Door een noordwesterwind wordt het water hoog opgestuwd, omdat het niet allemaal door het Kanaal heen past.
Het noordwesten is ook de enige plek waar Nederland niet wordt beschermd door grote stukken land. Hierdoor kunnen de golven heel hoog worden.

Slide 29 - Tekstslide

Wat zorgt er voor eb en vloed (getijden) op aarde?
A
Hevige wind en regen
B
De mens
C
Stromingen in de zee
D
De stand van de zon en maan

Slide 30 - Quizvraag

Ook hier is er sprake van doodtij.
Ook in dit geval is er sprak van springtij. Net als bij het plaatje hierbij verterken de zon en de maan elkaars trekkracht en stijgt het water.
In dit plaatje is er sprake van doodtij. Door de stand van de zon en de maan is het getijde op zijn laagst. de zon en de maan werken elkaar hier tegen.
Er is hier sprake van springtij. De zon en de maan staan in een lijn en versterken elkaars trekkracht.

Slide 31 - Tekstslide

In welk seizoen stroomt er over het algemeen het meeste water door een rivier?
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter

Slide 32 - Quizvraag

Piekafvoer
  • Veel neerslag
  • Smelten van sneeuw en ijs in de bergen
  • Hoge grondwaterstand

Slide 33 - Tekstslide

Zijn er op dit moment vragen?

Slide 34 - Open vraag

Dit is een primaire dam, want deze dam ligt direct aan zee.
Secundaire dammen liggen niet direct aan zee. Ze dienen als de tweede verdedigingslinie tegen het water.
Hier zie je de Oosterscheldekering. Er wordt op dit moment water vanuit zee binnen gelaten.

Slide 35 - Tekstslide

Door deze sluizen kan de natuurlijke situatie in de Oosterschelde behouden blijven, want voor een estuarium is een mix van zoet en zout water erg belangrijk.

Slide 36 - Tekstslide

Stelling: 'Ik denk dat ik nooit een overstroming mee zal maken'
A
Eens
B
Oneens

Slide 37 - Quizvraag

Zijn er nog vragen?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Hoe noem je nieuw land dat ontstaat door de sedimentatie bij de monding van een rivier?
Estuarium
Secundaire dam
Kustlijnverkorting
Stormvloedkering
Benedenloop
Delta
Riviermonding
Primaire dam
Buitendijks
Binnendijks

Slide 40 - Sleepvraag

Welke van deze twee begrippen passen bij deze Dam? (het is de Oosterscheldedam)
Estuarium
Secundaire dam
Kustlijnverkorting
Stormvloedkering
Benedenloop
Delta
Riviermonding
Primaire dam
Buitendijks
Binnendijks

Slide 41 - Sleepvraag

Hoe wordt deze riviermoning ook wel genoemd?
Estuarium
Secundaire dam
Kustlijnverkorting
Stormvloedkering
Benedenloop
Delta
Riviermonding
Primaire dam
Buitendijks
Binnendijks

Slide 42 - Sleepvraag

Doodtij
Springtij
Springtij
Doodtij

Slide 43 - Sleepvraag

Wat is de overeenkomst tussen een estuarium en een delta?

Slide 44 - Open vraag

Om welke twee redenen zorgt juist een noordwesterstorm voor zoveel problemen voor Nederland?

Slide 45 - Open vraag

Omschrijf in je eigen woorden wat kustlijnverkorting inhoudt

Slide 46 - Open vraag

Waarom is de afvoer van de rivieren juist in de lente het hoogst?

Slide 47 - Open vraag