5.3 Belasting op shoppen?

5.3 Belasting op shoppen?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.3 Belasting op shoppen?

Slide 1 - Tekstslide

Check leerdoelen 5.2
  • Wat de inkoopprijs is;
  • Wat brutowinstopslag is;
  • Hoe je de verkoopprijs berekent;
  • Wat afzet en omzet is en hoe je de omzet kunt berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

De inkoopprijs van een bus is € 57.500. Je hanteert een opslag van 35%. Hoeveel bedraagt de verkoopprijs?

Slide 3 - Open vraag

Groepen
Zelfstandig de instructievideo van 5.3 bekijken, aantekeningen maken en de opdrachten maken (zie slide 9).
Klassikale instructie vervolgens opdrachten maken.
Verlengde instructie en extra oefenopgaven beschikbaar.  

Slide 4 - Tekstslide

Tijdens deze les leer je:
  • Wat btw is;
  • Dat btw een indirecte belasting is;
  • Hoe je de consumentenprijs berekent;
  • Hoe je vanuit de consumentenprijs terug kunt rekenen naar de verkoopprijs (exclusief btw).

Slide 5 - Tekstslide

BTW
Belasting over de Toegevoegde Waarde.

 
Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs. 

Een andere naam voor btw is omzetbelasting.


Slide 6 - Tekstslide

Indirecte belasting
Belasting betaal je aan de overheid. Belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt, is een indirecte belasting.

Btw is een voorbeeld van een indirecte belasting.

Slide 7 - Tekstslide

Direct vs. Indirect

Slide 8 - Tekstslide

Opdrachten
Maken: Opdracht 36 t/m 46 blz. 139 en 140
Tijd: 20 minuten
Werkvorm: Zelfstandig. Overleg op fluistertoon met directe buurman/buurvrouw is toegestaan.
Hulp: Docent maakt rondes.
Klaar? Taak 5.3 maken opdr. 47 t/m 52
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Tijdens deze les leer je:
  • Wat btw is;
  • Dat btw een indirecte belasting is;
  • Hoe je de consumentenprijs berekent;
  • Hoe je vanuit de consumentenprijs terug kunt rekenen naar de verkoopprijs (exclusief btw).

Slide 10 - Tekstslide

Consumentenprijs
De winkelier berekent eerst zijn verkoopprijs. Dat is exclusief (= zonder) btw.

Als consument betaal je de prijs inclusief (= met) btw. Dat is de consumentenprijs.

Slide 11 - Tekstslide

Consumentenprijs
Berekening consumentenprijs
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
Voorbeeld
H&M verkoopt T-shirts. De verkoopprijs (exclusief btw) is € 18. De btw is 21%. Wat wordt de consumentenprijs?
Btw: 21 ÷ 100 × € 18 = € 3,78
Consumentenprijs: € 18 + € 3,78 = € 21,78


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Terugrekenen
Terugrekenen naar de verkoopprijs (excl. btw)
1. Als je de prijs incl. 21% btw weet:
 Prijs exclusief btw = prijs inclusief 21% btw ÷ 121 × 100
Voorbeeld
De consumentenprijs van een IPhone is € 332,75 (incl. 21% btw). Hoeveel is de prijs exclusief btw?
€ 332,75 ÷ 121 × 100 = € 275


Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten
Maken: Opdracht 47 t/m 52 blz. 139 en 140
Tijd: 20 minuten
Werkvorm: Zelfstandig. Overleg op fluistertoon met directe buurman/buurvrouw is toegestaan.
Hulp: Docent maakt rondes.
Klaar? Herhalingsopdrachten 5.3 (13 t/m 20) blz. 151
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens deze les leer je:
  • Wat btw is;
  • Dat btw een indirecte belasting is;
  • Hoe je de consumentenprijs berekent;
  • Hoe je vanuit de consumentenprijs terug kunt rekenen naar de verkoopprijs (exclusief btw).

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link