les 1 herhalen lezen en woordenschat voor toetsweek
Herhaling lezen en woordenschat toetsweek, Les 1
24 augustus 2020, herhaling tekstbegrip
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Herhaling lezen en woordenschat toetsweek, Les 1
24 augustus 2020, herhaling tekstbegrip
Slide 1 - Tekstslide
Stof toets
Lezen NN Hoofdstuk 1 t/m 4
Woordenschat NN Hoofdstuk 5 en 6
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kun je je het beste voorbereiden op de stof?
Slide 3 - Open vraag
Mijn tips voor de voorbereiding:
maak een samenvatting van de theorie Lezen H1 t/m 4 en Woordenschat H5+6 en leer die goed
oefen met de teksten die je eerder gemaakt hebt
oefen met andere oefenteksten van H4 (deze vind je in Teams, bestanden / oefenen voor de toetsweek in maart, daar vind je ook de antw.)
leer de spreekwoorden, uitdrukkingen en vaste combinaties van Woordenschat H5+6 (de antwoorden vind je ook in Teams, zelfde mapje)
stel je vragen over de stof tijdens de les aan mij
doe mee met deze quiz; we doen er dinsdag en donderdag weer een
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen vandaag:
Je kunt / weet:
verschillende vaste tekststructuren herkennen
verschillende betekenisvolle eenheden herkennen en de functie van deze eenheden benoemen
onderscheid maken tussen standpunt en argument
onderscheid maken tussen waarderende argumenten
een argumentatie weergeven in een blokjesschema
Slide 5 - Tekstslide
Vandaag: Lezen H1, H2 & H3
Even checken: wat weet jij nog? Doe mee in LessonUp via de klas (utigp)
Slide 6 - Tekstslide
Welke vaste tekststructuren ken jij nog? (Tip: je hebt er zeven geleerd...)
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Een tekst is gebaseerd op de argumentatiestructuur. Wat staat er in de inleiding?
Slide 15 - Open vraag
Een tekst is gebaseerd op de probleem/oplossingstructuur. Wat staat er in het slot?
Slide 16 - Open vraag
Een tekst is gebaseerd op de aspectenstructuur. Wat is het schrijfdoel?
Slide 17 - Open vraag
Een betoog heeft als tekstdoel om te ...
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 18 - Quizvraag
Uit welke twee onderdelen bestaat een argumentatie altijd?
Slide 19 - Open vraag
a) Geef een ander woord voor 'standpunt' b) Aan welk signaalwoord herken je een standpunt?
Slide 20 - Open vraag
Vragen over argumentatie
Wat betekent 'onderbouwen'?
antw.-> met argumenten uitleggen waarom je een standpunt hebt
Welk twee soorten argumenten ken je?
antw.-> feitelijke (objectieve) en waarderende (subjectieve)
Slide 21 - Tekstslide
4 soorten blokjesschema's
Welke soorten argumentatiestructuren (blokjesschema's) ken je?
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 22 - Tekstslide
hoe heet deze argumentatiestructuur?
enkelvoudige argumentatie
Slide 23 - Tekstslide
Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.
Slide 24 - Tekstslide
hoe heet deze argumentatiestructuur?
nevenschikkende argumentatie
Slide 25 - Tekstslide
Bij nevenschikkende argumentatie gebruik je meer dan één argument. Ieder argument is extra en staat los van de andere argumenten. Neveschikkende argumentatie is sterker dan enkelvoudig argumentatiestructuur.
Slide 26 - Tekstslide
hoe heet deze argumentatiestructuur?
onderschikkende argumentatie
Slide 27 - Tekstslide
Staan de pijltje in het argumentatieschema omhoog of omlaag? En wat betekenen ze?
Slide 28 - Open vraag
hoe heet deze argumenatiesstructuur?
onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 29 - Tekstslide
Vragen en aan de slag
was dit tot nu toe duidelijk?
herhaal voor jezelf Lezen H1, H2 en H3 (maak een samenvatting, herhaal van elk hoofstuk 1 of 2 opdrachten)
noteer je vragen voor de volgende les
morgen herhalen we Lezen H4 + Woordenschat H5 en maak je een extra oefenopdracht
donderdag herhalen we de andere belangrijke begrippen van leesvaardigheid, maak je nog een oefenopdracht en herhaal je Woordenschat H6
Wie weet niet wat hij moet doen of kan er niet aan het werk?
Slide 30 - Tekstslide
Wat waren ook alweer de
leerdoelen van vandaag:
Je kunt / weet:
verschillende vaste tekststructuren herkennen
verschillende betekenisvolle eenheden herkennen en de functie van deze eenheden benoemen
onderscheid maken tussen standpunt en argument
onderscheid maken tussen waarderende argumenten
een argumentatie weergeven in een blokjesschema
Slide 31 - Tekstslide
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 32 - Poll
Huiswerk
herhaal voor jezelf Lezen H1, H2 en H3 (maak een samenvatting, herhaal van elk hoofstuk 1 of 2 opdrachten)
noteer je vragen voor de volgende les
Volgende les
morgen herhalen we Lezen H4 en Woordenschat H5 en maak je een extra oefenopdracht