les 3

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop nog even in je tas laten zitten.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop nog even in je tas laten zitten.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik doelen vorige les.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog/al?
Verschil beenverbinding en gewricht?
4 beenverbindingen met voorbeeld.
3 gewrichten met voorbeeld.

Slide 3 - Tekstslide

Welke vragen waren lastig?
Basisstof 2 vraag: ??????

Andere vragen fout en nog niet duidelijk waarom?  
Of snap je een vraag nog niet?  
Vraag dan zo tijdens het maken van de opdrachten nog even om extra uitleg.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven. 
-Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven. 
-Je kunt de beenverbindingen beschrijven. 
-Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven. 
-Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven. 


Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van B2 en B3
-Te maken: B2 opdr 1 t/m 9 + B3 opdr 1 t/m 10
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Slide 7 - Tekstslide

Afsluiting.
Hoe ver ben je gekomen? 
Samenvatten van deze les. 
15 vragen om te kijken of je het hebt begrepen.
Ga je thuis nog wat doen om de doelen te bereiken? Zo ja, wat?

Slide 8 - Tekstslide

1 Welke beenverbindingen zijn beweeglijk
A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1 en 3

Slide 9 - Quizvraag

2 Waardoor kunnen botten in een gewricht gemakkelijk langs elkaar bewegen?
A
Door de beenverbindingen
B
Door gewrichtsbanden
C
Door kraakbeen
D
Door gewrichtssmeer

Slide 10 - Quizvraag

3 De namen van de vier beenverbindingen zijn
A
Vergroeiing Kraakbeen Ellepijp Naadverbinding
B
Verbening Kraakbeen Borstbeen Gewricht
C
Vergroeiing Naadverbinding Kraakbeen Gewricht

Slide 11 - Quizvraag

4 Waar kan je lichaam door
bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
D
Door botten, beenverbindingen en je spieren.

Slide 12 - Quizvraag

5 Om bewegingen te maken heb je beweegbare verbindingen in je skelet.
Welke beenverbindingen zijn beweeglijk?
A
gewrichten en naadverbindingen
B
gewrichten en kraakbeenverbindingen
C
kraakbeenverbindingen en naadverbindingen
D
naadverbindingen en vergroeiingen

Slide 13 - Quizvraag

6 De namen van de vier beenverbindingen zijn
A
Vergroeid, Kraakbeen, Gewricht, Naad
B
Verbening, Kraakbeen Borstbeen, Gewricht
C
Scharnier, Kogel, Kraakbeen
D
Rol, Gewricht, Borstbeen

Slide 14 - Quizvraag

7 Gewricht
A
Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
B
Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten niet kunnen bewegen.
C
Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
D
Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.

Slide 15 - Quizvraag

8 Kraakbeen is
A
Buigzaam
B
Niet buigzaam

Slide 16 - Quizvraag

9 Waaruit bestaan botten?
A
lijmstof
B
kraakbeen
C
kalk en kraakbeen
D
kalk en lijmstof

Slide 17 - Quizvraag

10 Been is harder dan kraakbeen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

11 Hoe heet het donkergroene onderdeel?
A
gewrichtssmeer
B
kraakbeen
C
kapselband
D
gewrichtskogel

Slide 19 - Quizvraag

12 Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
naden
B
kraakbeen
C
vergroeid
D
gewrichten

Slide 20 - Quizvraag

13 Jonge kinderen hebben veel kraakbeen in hun beenderen, waardoor deze niet snel breken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

14 Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 22 - Quizvraag

15 Waarom zit er kraakbeen aan het uiteinde van je botten?
A
slijtage voorkomen
B
dat het gewricht niet kan bewegen
C
voor de sier
D
om stoffen te vervoeren

Slide 23 - Quizvraag

Genoteerd wat je thuis gaat doen?  
Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Slide 24 - Tekstslide

spinners per klas 
       hv1a                       hv1b                           hv2a                         hv2b

Slide 25 - Tekstslide