Quantifiers

TODAY
- Unit 2  Lesson 4 Reading
  • words and irregular verbs (mini white boards)
  • exercises (self-work time)
- Grammar + quiz
-Homework
-Video Gordon Ramsy

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TODAY
- Unit 2  Lesson 4 Reading
  • words and irregular verbs (mini white boards)
  • exercises (self-work time)
- Grammar + quiz
-Homework
-Video Gordon Ramsy

Slide 1 - Tekstslide

What is the difference between
To bake and to fry?

Slide 2 - Open vraag

What is the difference between
to boil and to cook?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen: 
1. Je kunt 'much', 'many', 'a lot of', '(a) few' en '(a) little' correct gebruiken (quantifiers). 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Much/many/ a lot of = veel,
 a few = een paar,     few = weinig,     little = weinig,     a little = een beetje

Slide 9 - Tekstslide

Quantifiers: indicatoren van hoeveelheid
Much = veel
Many = veel
A lot of / lots of = veel
A little = een beetje
A few = een paar
Little = weinig
Few = weinig

Slide 10 - Tekstslide

SO.....
few - weinig
a few- een paar
little -weinig
a little -een beetje

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

I don't have .......... time

(Quantifiers)
A
Much
B
many
C
few

Slide 13 - Quizvraag

1 How ____ games have you got on your phone?
A
a lot of
B
much
C
many
D
a few

Slide 14 - Quizvraag

2 Mum is cooking dinner. It will be ready in ____ minutes.
A
few
B
a little
C
little
D
a few

Slide 15 - Quizvraag

3 You can't take ____ luggage with you on a discount flight.
A
much
B
many
C
little
D
a few

Slide 16 - Quizvraag

Telbaar
Ontelbaar

Slide 17 - Sleepvraag

Tea
Love
Days
Students
Patience
Chairs
Much

Many
Many
Much
Much
Many

Slide 18 - Sleepvraag

Choose: a little -a few- few- little?

Very ... people need an extra car.
A
A few
B
Little
C
Few
D
A little

Slide 19 - Quizvraag

Choose: a little -a few- few- little?

I only want ... tomato sauce.
A
Few
B
A few
C
Little
D
A little

Slide 20 - Quizvraag

Choose: a little -a few- few- little?

There's too ... salt in this soup.
A
Few
B
Little
C
A few
D
A little

Slide 21 - Quizvraag

Choose: a little -a few- few- little?

I learn for my test .... hours a day.
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 22 - Quizvraag

Choose: a little -a few- few- little?

There is ...... time left, hurry up!
A
Little
B
A little
C
Few
D
A few

Slide 23 - Quizvraag

"Mom, I'm going to bake a .............. cupcakes this afternoon. All my friends want to taste them. How .............. eggs do we still have? And how ............. butter is in the fridge?" 

Mom: "Ow, let me check. It looks like there is only a ............ eggs left. And there is also just a ............ butter. I don't think you will have enough. I'm doing groceries later today. I'll bring you some." 
much
many
little
few
lot of

Slide 24 - Sleepvraag

Ik weet welke Quantifiers er zijn
Ik weet wat telbare en niet telbare woorden zijn
Ik kan Quantifiers invullen in een positieve zin (+)
Ik kan Quantifiers invullen in een negatieve zin (-)
Ik kan de Quantifiers invullen in een vraag zin (?)
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Maak opdracht 6 en 7 (page 67) in stilte.
timer
6:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Leerdoelen:
1. Je kunt 'much', 'many', 'a lot of', '(a) few' en '(a) little' correct gebruiken (quantifiers).
2. Je kent de betekenis van Engelse woorden rondom het thema 'Keuken en koken' en kunt deze gebruiken.
3. Je kunt het juiste betrekkelijke voornaamwoord gebruiken..

Om aan de slag te gaan met deze leerdoelen, kun je de volgende opdrachten maken:
M: Unit 2 lesson 4 ex: 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10
     Unit 2 lesson 5 ex: 1, 2, 3, 4
H: Unit 2 lesson 4 ex: 1,2, 5, 6, 7, 9
     Unit 2 lesson 5 ex: 1, 2, 3, 4











Slide 28 - Tekstslide

Beschrijf 1 tip van Gordon die je het meest is bijgebleven.

Slide 29 - Open vraag