In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Beeldende begrippen
Klas 2 - KLEUR
Slide 1 - Tekstslide
Welke woorden herinner je nog van vorig jaar bij het woord 'kleur'?
Slide 2 - Woordweb
Kleurencirkel van Johannes Itten
Johannes Itten is een kunstschilder.
Deze kunstenaar gaf in een schema weer welke kleuren je kon mengen om andere kleuren te maken.
Slide 3 - Tekstslide
Primaire/basiskleuren
Dit zijn: magentarood, cyaanblauw en citroengeel.
Deze kleuren kunnen zelf niet uit andere kleuren gemengd worden.
Het zijn de basiskleuren voor alle andere kleuren. Je kunt met de basiskleuren elke kleur maken.
Magenta rood
Citroen geel
Cyaan Blauw
Slide 4 - Tekstslide
Secundaire kleuren
Kleuren die ontstaan door twee primaire kleuren te mengen met elkaar:
groen = cyaanblauw + citroengeel
oranje = magentarood + citroengeel
paars = magentarood + cyaanblauw
Slide 5 - Tekstslide
Tertiaire kleuren
Kleuren die ontstaan uit een menging van alle 3 de primaire kleuren of door een primaire met een secundaire kleur of te mengen met zwart en wit.
Voorbeelden: bruin, mosgroen, terracotta, aubergine etc.
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn de officiële namen van de 3 primaire kleuren?
Slide 7 - Open vraag
Welke begrip past bij de kleur van de bank?
A
Tertiaire kleur
B
Secundaire kleur
C
Primaire kleur
D
Mosgroen
Slide 8 - Quizvraag
Zwart en wit
Zwart en wit worden niet beschouwd als kleuren. Zwart is geen kleur omdat het licht absorbeert. Wit is geen kleur omdat het alle kleuren reflecteert.
Zwart en wit zijn bedoeld om andere kleuren van tint te veranderen.
Slide 9 - Tekstslide
Verzadigde/
zuivere kleuren
Dit zijn felle kleuren die niet gemengd zijn met zwart of wit.
Primaire kleuren zijn de zuiverste kleuren en dus het meest verzadigd.
Slide 10 - Tekstslide
Onverzadigde/
onzuivere kleur
Dit zijn kleuren die gemengd zijn met andere kleuren (met bijvb. wit/zwart). Ze worden donkerder of lichter gemaakt zoals lichtgroen, donkerrood, roze etc. Onverzadigde kleuren kunnen allemaal lichter of donkerder worden gemaakt.
Slide 11 - Tekstslide
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Primaire kleuren
B
Secundaire kleuren
C
Verzadigde kleuren
D
Kleurenfamilie
Slide 12 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit wat een 'onverzadigde kleur' is.
Slide 13 - Open vraag
Kleurcontrast
Verschillende kleuren kunnen elkaar versterken of verzwakken.
Er zijn 4 kleurcontrasten;
- complementair kleurcontrast,
- warm-koud kleurcontrast,
- licht-donker kleurcontrast en
- kleur-tegen-kleur contrast
Slide 14 - Tekstslide
Complementair
contrast
Dit is het grootste kleurcontrast tussen 2 kleuren. Er staan twee kleuren tegenover elkaar in de kleurencirkel en versterken elkaar (=compliment):
- geel staat tegenover paars
- rood staat tegenover groen
- blauw staat tegenover oranje
Slide 15 - Tekstslide
Warm-koud contrast
Je kunt de kleuren uit de kleurencirkel verdelen in koude en warme kleuren.
Warme kleuren zijn:
rood, geel, oranje, roze
Koude kleuren zijn:
blauw, paars en groen
Slide 16 - Tekstslide
Licht-donker contrast
Bij dit contrast gaat het om de tegenstelling in helderheid. Het grootste contrast is er tussen zwart en wit, maar niet alleen bij deze kleuren is er sprake van een contrast. De kleuren citroengeel en donkerblauw vormen bijvoorbeeld ook een contrast.
Slide 17 - Tekstslide
Kleur-tegen-kleur contrast
Bij dit contrast zie je verschil tussen twee naast elkaar gebruikte kleuren. Kleuren worden direct naast elkaar gezet zonder tussentonen ertussen. Er ontstaat een bont en vrolijk geheel.
Slide 18 - Tekstslide
Complementair contrast
Warm koud contrast
Kleur tegen kleur contrast
Licht donker contrast
Slide 19 - Sleepvraag
Kleurenfamilie
Een kleurenfamilie is een groep kleuren die onderling weinig verschillen. Dit zijn dus kleuren die bij elkaar horen omdat ze min of meer hetzelfde effect hebben.
Slide 20 - Tekstslide
Silhouet
Een donker schaduwbeeld met zichtbare omtrek. Vaak ontstaat dit door tegenlicht. Er is geen dieptewerking in een silhouet
Slide 21 - Tekstslide
Welk begrip past bij deze kleding?
A
Licht-donker contrast
B
Kleurenfamilie
C
Complementair kleurcontrast
D
Primaire kleuren
Slide 22 - Quizvraag
Welk begrip past bij deze afbeelding?
A
Secundaire kleuren
B
Warm-koud contrast
C
Complementair kleurcontrast
D
Primaire kleuren
Slide 23 - Quizvraag
Benoem zo veel mogelijk begrippen die we behandelt hebben....