5.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

5.4 Reflexen en het autonome zenuwstelsel

- Voorkennisvragen in LessonUp

- Uitleg 5.4

- Opdrachten maken

Leerdoelen 5.4

5.4.1 Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven.

5.4.2 Je kunt de werking van het autonome zenuwstelsel beschrijven.

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel

1. waar
2. niet waar

Het centraal zenuwstelsel van vissen bestaat uit vier delen met dezelfde
namen en functies als bij mensen. Twee van die delen zijn het
ruggenmerg en de grote hersenen.
Geef de namen van de andere twee delen van het centraal
zenuwstelsel.

Hersenen

Ruggenmerg

Centrale zenuwstelsel

Zenuwstelsel

Zenuwen

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je:

1. gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen
2. schakelcellen en bewegingszenuwcellen
3. schakelcellen en gevoelszenuwencellen
4. alleen schakelcellen

De afbeelding is een
doorsnede van het ruggenmerg.
Het ruggenmerg hoort
bij het...

1. Centrale zenuwstelsel
2. De hersenen
3. De zenuwen

De afbeelding is een
doorsnede van het ruggenmerg.
1. Wat geeft T aan?
2. Welk deel van de neuronen ligt daarin?

1. 1. Witte stof 2. Uitlopers
2. 1. Witte stof 2. Cellichamen
3. 1. Grijze stof 2. Uitlopers
4. 1. Grijze stof 2. Cellichamen

Hoe komt het dat de 'witte stof' wit gekleurd is?

In de afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg. Nummer 1 en 2 is de rugkant van het ruggenmerg.

Welk type zenuwen ligt aan die kant?

1. Gevoelszenuwen
2. Bewegingszenuwen

In de afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.

Bij welk punt komt een impuls die ontstaat in de rechterbiceps aan in het ruggenmerg?

1. Bij punt 1
2. Bij punt 2
3. Bij punt 3
4. Bij punt 4

Wat houdt een reflex in?

Via welk zenuwstelsel verlopen reflexen?

1. Animale zenuwstelsel
2. Autonome zenuwstelsel

Reflex = vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel.

Animale zenuwstelsel = bewuste reacties en reflexen.

Bewuste reactie: impuls in bewegings-

centra van grote hersenen --> kleine 

hersenen --> ruggenmerg --> bewegings-

zenuwcellen --> spieren.

Reflexboog: gevoelszenuwcellen -->

ruggenmerg/hersenstam (schakelcellen) -->

bewegingszenuwcellen.

Reflexboog:

- Romp en ledematen: via ruggenmerg

- Hoofd en hals: via hersenstam

Ook impuls naar grote hersenen --> komt later aan dan reactie.

Autonome zenuwstelsel

Samenwerking met hormoonstelsel en regeling inwendige organen en lieren.

Orthosympatisch: 'energieke' activiteiten.

Parasympatisch: rust en herstel.

Samen actief, ligt aan omstandigheden welke actiever is.

Ieder doelwitorgaan: orthosympatische en parasympatische zenuw (stimulatie/remming).

Aan de slag

Af op maandag 17 maart:

5.3 opdracht 22 t/m 32

5.4 opdracht 37 t/m 45

+ nakijken en verbeteren

Klaar?

- Oefenen via biologiepagina.nl (link in planner)

- Leerdoelen uitwerken