Oefentoets Hoofdstuk Beweging VWO

Oefentoets Beweging VWO

Dit is een oefentoets voor het hoofdstuk Beweging.


Let altijd op significantie en S.I.-eenheden waar nodig!


Mocht je een fout tegenkomen, laat het me weten.




1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets Beweging VWO

Dit is een oefentoets voor het hoofdstuk Beweging.


Let altijd op significantie en S.I.-eenheden waar nodig!


Mocht je een fout tegenkomen, laat het me weten.




Slide 1 - Tekstslide



1. De trein van Rotterdam naar Groningen doet 2,0 uur en 39 minuten over een afstand
     van 250 km. Bereken de gemiddelde snelheid van de trein in km/h.

2. Toen de stoomtrein voor het eerst geïntroduceerd werd in Nederland, was men onder de
     indruk dat zo'n "monsterlijke" machine maar liefst 30 km/h kon gaan. 
     Bereken de tijd die de reis van vraag 1 toendertijd duurde.

3. Max Verstappen moet regelmatig een inhaalmanoevre uitvoeren om een concurrent 
    van de Formule 1 te passeren. Stel dat hij moet inhalen met een versnelling van 15
    m/s² naar zijn maximum snelheid van 360 km/h in 2,0 seconden.
    a. Bereken de beginsnelheid.
    b. Bereken de gemiddelde snelheid.
    c. Bereken de afstand die hij daarbij aflegt.



Opgave 1: (gemiddelde) snelheid en versnelling

Slide 2 - Tekstslide



1.  De trein van Rotterdam naar Groningen doet 2,0 uur en 39 minuten over een afstand
     van 250 km. 
     Bereken de gemiddelde snelheid van de trein in km/h.






OF






Uitwerking Vraag 1
vgem=ts=9540250103=26 ms1

s = 250 km = 250·103 m

t = 2,0 u 39 min = (2,0·60·60) + (39·60) = 7200 + 2340 = 9540 s

vgem=26,2...3,6=94 kmh1

s = 250 km

t = 2,0 u 39 min = 2,65 h

vgem=ts=2,65250=94 kmh1

Slide 3 - Tekstslide



2. Toen de stoomtrein voor het eerst geïntroduceerd werd in Nederland, was men onder de
     indruk dat zo'n "monsterlijke" machine maar liefst 30 km/h kon gaan.
     Bereken de tijd die de reis van vraag a toendertijd duurde.




Uitwerking Vraag 2
vgem=ts
t=vgems=30250=8,3 h=3,0104 s

Slide 4 - Tekstslide



3. Max Verstappen moet regelmatig een inhaalmanoevre uitvoeren om een concurrent 
    van de Formule 1 te passeren. Stel dat hij moet inhalen met een versnelling van 15
    m/s² naar zijn maximum snelheid van 360 km/h in 2,0 seconden. 
    Bereken de afstand die hij daarbij aflegt.

  Gegevens:
  a = 15 m/s²        
  vmax = veind = 360 km/h = 100 m/s 
  t = 2,0 s 





Uitwerking Vraag 3
a=ΔtΔvΔv=aΔt=152,0=30 ms1
Δv=vevb
vb=veΔv=10030=70 ms1
vgem=2(ve+vb)=270+100=85 ms1
vgem=ts
s=vgemt=852,0=1,7102 m
a.




b.

c.

Slide 5 - Tekstslide



Vliegtuigen worden regelmatig onderworpen aan
zware testen. Een voorbeeld van zo'n test is de
Rejected Take Off (RTO). Tijdens een RTO
versnelt een vliegtuig tot de snelheid die nodig is
om op te stijgen. Daarna wordt er zo hard
mogelijk geremd. Tijdens de noodstop worden
de remmen soms zó heet dat ze in brand
kunnen vliegen.

In de figuur hiernaast is het (vt)-diagram
weergegeven van zo'n RTO-test.







a.
b.  
   




Opgave 2: Rejected Take-off

Slide 6 - Tekstslide











4. Bepaal de versnelling tussen 43 en 67 s.
5. Bereken de afstand die tussen 43 en 67 s wordt afgelegd.
6. Bereken de totale afstand die afgelegd is tussen 0 en 67 s.


   




Opgave 2: Rejected Take-off

Slide 7 - Tekstslide









4. Bepaal de versnelling tussen 43 en 67 s.

Gegevens:
  tb = 43 s     vb = 328 km/u = 91,11... m/s
  te = 67 s      ve = 0 km/u = 0 m/s
  a = ?


   




Uitwerking Vraag 4
Δt=tetb=6743=24 s
Δv=vevb=091,11...=91,11... ms1
a=ΔtΔv=2491,11...=3,8 ms2

Slide 8 - Tekstslide








5. Bereken de afstand die tussen 43 en 67 s wordt afgelegd. 

Gegevens:
  tb = 43 s   v = 328 km/u = 91,11... m/s       Pas hier de oppervlakte van driehoek toe: 
  te = 67 s    
  s = ?


   




Uitwerking Vraag 5
s=21vt=2191,1...24=1,1103 m
s=1,1103 m

Slide 9 - Tekstslide



6. Bereken de totale afstand die afgelegd is tussen 0 en 67 s.
Hier moet de oppervlaktemethode worden toegepast, zie afbeelding.
Opp I bestaat uit 11 hele hokjes en 4 2/3 samengestelde hokjes (Stukjes A, B en C).
1 hokje is s = (50/3,6) x 10 = 138,88... m
Opp IV is een heel klein driehoekje in de top.


   




Uitwerking Vraag 6
sI=(11+432)138,88..=2176 m
sII=3,6(3150)(4340)=262,5 m
sIV=213,6(328315)(4340)=5,4 m
sIII=213,6(3280)(6743)=1093 m
stot=sI+sII+sIII+sIV
stot=3,5103 m

Slide 10 - Tekstslide



Felix Baumgartner maakte op 14 oktober 2012 een sprong
van 39 045 m hoogte. 









In figuur hierboven zie je het verloop van zijn positie x in de tijd t.
 





Opgave 3: parachutesprong van recordhoogte

Slide 11 - Tekstslide











Het diagram is op te delen in 4 perioden; p1: 0 - 40 s, p2: 40 - 60 s, p3: 60 - 150 s, 
p4: 150 - 260 s. Gedurende p1 vindt een versnelling plaats. 
7. Beschrijf voor andere 3 perioden wat er met de snelheid gebeurt.
8. Bereken de maximale snelheid.





Vraag 4: parachutesprong van recordhoogte

Slide 12 - Tekstslide












9. Gebruik het (xt)-diagram om hieruit een (vt)-diagram te schetsen. Tip: Zie vraag a.
Vraag 4: parachutesprong van recordhoogte

Slide 13 - Tekstslide










Het diagram is op te delen in 4 perioden; p1: 0 - 40 s, p2: 40 - 60 s, p3: 60 - 150 s,
p4: 150 - 260 s. Gedurende p1 vindt een versnelling plaats.
7. Beschrijf voor andere 3 perioden wat er met de snelheid gebeurt.
p2: Constante snelheid
p3: Vertraging
p4: Constante snelheid







Uitwerking Vraag 7

Slide 14 - Tekstslide











8. Bereken de maximale snelheid.
De snelheid is maximaal waar de grafiek het steilst is, dus bij t = 50 s een raaklijn tekenen.







Uitwerking Vraag 8
v=(ΔtΔx)raaklijn=1250500045000=320 ms1

Slide 15 - Tekstslide















Uitwerking Vraag 9

Slide 16 - Tekstslide

4p




e. Gebruik het (xt)-diagram om hieruit een (vt)-diagram te schetsen. Tip: Zie vraag a.





Uitwerking Vraag 4d

Slide 17 - Tekstslide



Felix Baumgartner maakte op 14 oktober 2012 een sprong
van 39 045 m hoogte. Dit was een van de hoogtepunten
uit het nieuws van in die maand. 









In figuur hierboven zie je het verloop van zijn positie x in de tijd t.
 





Opgave 3: parachutesprong van recordhoogte

Slide 18 - Tekstslide











7. Het diagram is op te delen in vijf perioden; p1: 0 - 30 s, p2: 30 - 60 s, p3: 60 - 110 s,
    p4: 110 - 260 s en p5: 260 - 480 s.
    Gedurende p5 vindt een constante snelheid plaats. Beschrijf voor andere vier perioden 
    wat er met de snelheid gebeurt.
8. Bereken de snelheid na het openen van de parachute (gedurende p4).





Opgave 3: parachutesprong van recordhoogte

Slide 19 - Tekstslide









9. Er is beweerd dat Baumgartner sneller dan het geluid door de 
    lucht bewoog. Om dat te kunnen analyseren volg de volgende stappen:
     a. Bereken de maximale snelheid die hij behaalde.
     b. Bepaal de hoogte waarbij hij die maximale snelheid behaalde.
     c. Vergelijk de berekende maximale snelheid met de snelheid van het geluid
       (gebruik daarvoor de blauwe lijn in de grafiek) bij die hoogte en trek je conclusie.
10. Gebruik het (x,t)-diagram om hieruit een (v,t)-diagram te schetsen. Tip: Zie vraag 7.
Opgave 3: parachutesprong van recordhoogte

Slide 20 - Tekstslide







7. Het diagram is op te delen in vijf perioden; p1: 0 - 30 s, p2: 30 - 60 s, p3: 60 - 110 s,
    p4: 110 - 260 s en p5: 260 - 480 s.
    Gedurende p5 vindt een constante snelheid plaats. Beschrijf voor andere vier perioden
    wat er met de snelheid gebeurt.

p1: Versnelling
p2: Constante snelheid
p3: Vertraging
p4: Constante snelheid






Uitwerking Vraag 7

Slide 21 - Tekstslide







8. Bereken de snelheid na het openen van de parachute.







Uitwerking Vraag 8
vgem=ΔtΔx=tetbxexb=48026002500=11,4
m/s

Slide 22 - Tekstslide


9. Er is beweerd dat Baumgartner sneller dan het geluid door de lucht
    bewoog. Om dat te kunnen analyseren volg de volgende stappen:
     a. Bereken de maximale snelheid die hij behaalde.
     b. Bepaal de hoogte waarbij hij die maximale snelheid behaalde.
     c. Vergelijk de berekende maximale snelheid met de snelheid van het geluid
       (gebruik daarvoor de blauwe lijn in de grafiek) bij die hoogte en trek je conclusie.

a. Raaklijn geeft:


b. Hoogte is ongeveer x = 28000 m. 
c. Uit de grafiek blijkt dat de snelheid 
van het geluid op die hoogte vgeluid = 300 m/s. 
Dus ja, hij ging sneller dan het geluid op die hoogte.









Uitwerking Vraag 9
vt=(ΔtΔx)raaklijn=tetbxexb=10015,01100040000=341 ms1

Slide 23 - Tekstslide


10. Gebruik het (x,t)-diagram om hieruit een (v,t)-diagram te schetsen. Tip: Zie vraag a.





Uitwerking Vraag 10

Slide 24 - Tekstslide








8. Op welke hoogte is de parachute geopend? Waaraan zie je dat?

De "knik" bij t = 260 s geeft een plotselinge snelheidsverandering weer. Daar is de parachute geopend op een hoogte van ongeveer x = 2500 m.






Uitwerking Vraag 8

Slide 25 - Tekstslide