4vwo H2 Beweging - Uitleg en oefenen voor toets - 26-1-2021

Planning
Samenvatting diagrammen bij bewegingen
Bespreken opgaven uit Zelftoets 2:
2,3 en 5
Aanvullende opgaven maken bij deze opgaven
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
Samenvatting diagrammen bij bewegingen
Bespreken opgaven uit Zelftoets 2:
2,3 en 5
Aanvullende opgaven maken bij deze opgaven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

vrije val

Slide 4 - Woordweb

Vrije val
Een vrije val is een val zonder wrijving. 
a = g =  9,81 m s−2  is constant!
Dus: vgem = (vbegin + veind)/2
s = vgem * t
s = oppervlakte onder v,t-diagram

Slide 5 - Tekstslide

Vrije val
a is constant --> eenparig versnelde beweging
v,t-diagram is een rechte lijn
s,t-diagram is een halve parabool

Slide 6 - Tekstslide

Val  met luchtwrijving
v neemt toe--> Fw,l neemt toe

Fnetto = Fz - Fw,l en Fnetto = m.a

Fwl neemt toe -->  Fnetto neemt af
--> a neemt af, 
totdat Fw,l = Fz --> Fnetto = 0 -->
a = 0 --> v  is constant

Slide 7 - Tekstslide

Val en vrije val
Een vallend voorwerp heeft direct na het loslaten een versnelling van 9,81 m s−2.  
Geldt ook bij val met luchtwrijving, want er is dan nog geen snelheid en dus nog geen luchtwrijving.

Slide 8 - Tekstslide

valversnelling op t = 0: 9,81 m/s2

Slide 9 - Tekstslide

2. Vallen
Een bal valt van 10 m hoogte naar beneden. Bereken met welke snelheid de bal op de grond komt, als je er vanuit mag gaan dat het een  vrije val is.



Slide 10 - Tekstslide

Een bal valt van 10 m hoogte naar beneden. Bereken met welke snelheid de bal op de grond komt, als je er vanuit mag gaan dat het een vrije val is.

Slide 11 - Open vraag

vallende bal

Slide 12 - Tekstslide

3. Doodlopende rails
Een trein met een totale massa van 15 ton rijdt met een snelheid van 0,50 m s−1 tegen het stootblok. De trein legt een afstand van 60 cm af en komt dan tot stilstand.
Neem aan dat de trein wordt afgeremd met een constante kracht.
Hierover komen een paar vragen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor soort beweging maakt de trein uit opgave 3?
A
eenparige beweging
B
vertraagde beweging
C
eenparig vertraagde beweging
D
eenparig versnelde beweging

Slide 14 - Quizvraag

De trein rijdt met een snelheid van 0,50 m/s tegen het stootblok, legt een afstand van 60 cm af en komt dan tot stilstand. Welke formule moet je dus gebruiken om de tijd uit te rekenen?

Slide 15 - Open vraag

Uitwerking 3. Doodlopende rails

Slide 16 - Tekstslide

5. Airbus
(x,t)-diagram van de eerste zes seconden van de start van een Airbus A380. Neem aan dat de versnelling tijdens de gehele start constant is. 

Wat voor soort beweging is het?

Slide 17 - Tekstslide

Wat voor soort beweging maakt de Airbus uit opgave 5?
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
stijgende beweging
D
eenparig versnelde beweging

Slide 18 - Quizvraag

Wat kun je uit het x,t-diagram
van de Airbus afleiden?

Slide 19 - Woordweb

5. Airbus
(x,t)-diagram van de eerste zes seconden van de start van een Airbus A380. Neem aan dat de versnelling tijdens de gehele start constant is. 
Bereken de snelheid op t = 4,0 s

Slide 20 - Tekstslide

Snelheid op t = 4,0 s
Bepaal de steilheid van de raaklijn.
v = (xeind - xbegin)/(teind - tbegin)
Trek de lijn door en kies twee punten op de raaklijn ver van elkaar
t = 2,0 s --> x = 0,0 m
t = 6,0 s --> x = 35,0 m
v = (35,0 - 0)/(6,0-2,0)
    = 8,75 m/s = 8,8 m/s


Slide 21 - Tekstslide

5. Airbus
Is de gemiddelde snelheid over de eerste 6 seconden groter, kleiner of gelijk aan de snelheid op t = 4,0 s of kan je hier niets over zeggen?

Slide 22 - Tekstslide

De gemiddelde snelheid over de eerste 6 seconden is
A
groter dan de snelheid op t = 4,0 s
B
kleiner dan de snelheid op t = 4,0 s
C
gelijk aan de snelheid op t = 4,0 s
D
Je kan hier niets over zeggen

Slide 23 - Quizvraag

5. Airbus
v = (xeind - xbegin)/(teind - tbegin)
vgem is de helling van de lijn tussen  beginpunt (0,0) en t = 6,0 s, x = 40 m
Die lijn is minder steil dan de raaklijn in t = 4,0 s, dus is
de gemiddelde snelheid over de eerste 6 seconde kleiner dan de snelheid op t = 4,0 s


Slide 24 - Tekstslide

5. Airbus
Om veilig te kunnen opstijgen, heeft een Airbus A380 een grondsnelheid van 360 km/h (= 100 m/s) nodig.

Bereken de afstand in kilometer die de Airbus nodig heeft om een snelheid van 360 km/h te bereiken.

Slide 25 - Tekstslide

Afstand die de Airbus nodig heeft om 100 m/s te halen

Slide 26 - Open vraag

aanpak

Slide 27 - Tekstslide

getallen invullen en uitrekenen

Slide 28 - Tekstslide

Evaluatie 1. Ik vind opgaven over de eenparig rechtlijnige beweging
A
goed te maken
B
redelijk te maken
C
nog moeilijk

Slide 29 - Quizvraag

Evaluatie 2. Ik heb in deze les geleerd:

Slide 30 - Open vraag

Stel hier je vragen

Slide 31 - Open vraag