H2 De verdeling van het inkomen 1/2

WELKOM
BIJ
ECONOMIE
Pak je schrift en een pen erbij.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

WELKOM
BIJ
ECONOMIE
Pak je schrift en een pen erbij.

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
Kijken we terug op H1 Begroten voor iedereen.

Starten we met H2 De verdeling van het inkomen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De verdeling van het inkomen
  • primaire inkomens, met arbeidskracht of bezit een bijdrage leveren aan het productieproces

  • overdrachtsinkomen, inkomen dat je krijgt zonder een tegenprestatie te hoeven leveren

Slide 4 - Tekstslide

Mensen met een primair inkomen betalen belasting en sociale premies. De sociale premies gaan naar de sociale-verzekeringsinstellingen.
                                                
                                                 Uitkeringen
                                                 Toeslagen (subsidies)

Slide 5 - Tekstslide

Overdrachtsinkomen is inkomen dat iemand ontvangt zonder dat er een tegenprestatie wordt geleverd.
  • Toeslagen (huurtoeslag, zorgtoeslag, studiefinanciering)
  • Zakgeld
  • Uitkeringen

 

Slide 6 - Tekstslide

Inkomen kan uit verschillende bronnen komen

 


Inkomen uit arbeid
Denk aan: loon
Inkomen uit bezit 
Denk aan: rente, huur of bedrijfswinst

Slide 7 - Tekstslide

Het totale primaire inkomen van een land noemen we

  • nationaal inkomen
    • Bruto Binnenland Product
      • bbp

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen op de rekenmachine
                                                                     .   =    ,

duizend           1 000
miljoen             1 000 000 
miljard              1 000 000 000

Slide 10 - Tekstslide

Samen lezen
Bladzijde 24 
2.1.2. Productiefactoren

Slide 11 - Tekstslide

Productiefactoren

Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

KANO

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag


Maak de opdrachten 2.1 tot en met 2.5 in je schrift.

Slide 13 - Tekstslide

Inkomensverdeling

Slide 14 - Woordweb

Stel de armste persoon ter wereld staat onderaan een trap met 100 treden op trede 1. De rijkste persoon staat op trede 100. Op welke trede denk jij dat de gemiddelde Nederlander staat?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Volgende les
Lorenzcurve

Slide 17 - Tekstslide