2.1 t/m 2.9

Welkom
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les?
1. Geheugen opfrissen
2. Uitleg Lorenzcurve

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan:
  • Het onderscheid tussen primaire inkomens en overdrachtsinkomen uitleggen. Uitleggen hoe overdrachtsinkomen betaald worden.
  • Uitleggen wat nationaal inkomen en bruto binnenlands product/bbp is.
  • De 4 productiefactoren onderscheiden en uitleggen welke vorm van inkomen erbij hoort.
  • Uitleggen hoe scheef de inkomens verdeeld zijn.
  • Een Lorenzcurve tekenen en interpreteren.

Slide 3 - Tekstslide

Primair inkomens
Een primair inkomen ontvang je door met je arbeidskracht of je bezit een bijdrage te leveren aan het productieproces.

  1. Loon
  2. Rente
  3. Huur/Pacht
  4. Winst

Slide 4 - Tekstslide

Overdrachtsinkomens
Overdrachtsinkomen: inkomen dat je ontvangt zonder een tegenprestatie te hoeven leveren.

Twee vormen: 
  1. Uitkeringen (AOW, ziektewet, werkloosheidswet, arbeidsongeschikt)
  2. Toeslagen (kinderbijslag, huurtoeslag, zorgtoeslag)

Slide 5 - Tekstslide

Overdrachtsinkomen
Waarom heten de uitkeringen en toeslagen ‘overdrachtsinkomen? 

  • Mensen met een primair inkomen betalen belastingen en sociale premies, gemiddeld ongeveer 40% van het inkomen    --> daarvan worden uitkeringen en toeslagen betaald (overdrachtsinkomens)

Slide 6 - Tekstslide

BBP
Nationaal inkomen: Het totale primaire inkomen in een land
Ook wel: bruto binnenlands product oftewel het bbp
(Net iets anders, maar hangt af wat er meegeteld wordt)

Deze begrippen komen later in het hoofdstuk uitgebreider terug.

Slide 7 - Tekstslide

Productiefactoren
Productiefactoren: factoren/middelen die productie       mogelijk maken. Ezelsbruggetje: KANO

Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 8 - Tekstslide

Productiefactoren
  • Kapitaal: goederen die gebruikt worden om andere goederen te produceren, zoals machines, computers, materialen, enz.
  • Primair inkomen = rente, huur
  • Arbeid: het werk dat mensen verrichten (de werknemers).
Primair inkomen = loon
  • Natuur: alles wat niet door de mens is gemaakt (bijv. grond, lucht, zeewater).
Primair inkomen = pacht
  • Ondernemerschap: het combineren van de andere drie factoren (door eigenaar bedrijf).
Primair inkomen = winst 



Slide 9 - Tekstslide

Primair inkomen en productiefactoren

Slide 10 - Tekstslide

Productiefactoren
Productiefactor
Beloning
Kapitaal
Rente, huur
Arbeid
Loon 
Natuur
Pacht
Ondernemerschap  + 
Winst                                     +
= Totale productie
= Totale primaire inkomens
(nationaal inkomen)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De lorenzcurve
De Lorenzcurve is een grafiek die aangeeft hoe de inkomens zijn verdeeld / hoe groot de inkomensverschillen zijn in een land. Met behulp van gegevens over het aantal personen en het gemiddelde inkomen van die personen kun je in een aantal stappen een Lorenzcurve tekenen.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Lorenzcurve

Slide 15 - Tekstslide

Cumuleren
Om zelf een Lorenzcurve te kunnen tekenen is het nodig om getallen te kunnen cumuleren: het optellen van percentages 



Persoonlijk inkomen
Cumulatief inkomen
Bas
€ 50
€ 50
Ria
€ 75
€ 125
Piet
€ 60
€ 185

Slide 16 - Tekstslide

Stappenplan het tekenen van de Lorenzcurve
Stap 1: ordenen van inkomens van laag naar hoog (kolom 1 en 3).
Stap 2: berekenen van de percentages van de bevolking op basis van het totaal (kolom 2).
Stap 3: Berekenen van het inkomen op basis van het totaal (kolom 4).
Stap 4: Cumulatieve percentages berekenen van de bevolking (kolom 5).
Stap 5: Cumulatieve percentages berekenen van de inkomens (kolom 6).
Stap 6: Tekenen van de Lorenzcurve met de cumulatieve percentages.

Slide 17 - Tekstslide

Ga aan de slag!

Maak opdracht 2.6 t/m 2.11
Je mag zachtjes overleggen


Slide 18 - Tekstslide