B1a - Nederlands - week 5

Welkom!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dinsdag 2 februari 
B1a - periode 3 - week 5

Wat gaan we doen:
  • Intro: quiz waarheid/leugen in LessonUp
  • Herhaling 1.5 en 2.5 - Spelling 
  • Thuis: oefenen uit het boek Hoofdstuk 5.5 of digitaal
      

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1. Ga naar Lessonup.com
2. Log in met je schoolmailadres 
    (....@stanislascollege.net)
3. Klascode:  irjcz


Intro-quiz Waarheid of Leugen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 waarheden en 1 leugen

Wat is de leugen?
A
Mevrouw Van Heel komt uit Oldenzaal
B
Mevrouw Van Heel heeft vier kinderen
C
Mevrouw Van Heel heeft een jaar in Kenya gewoond
D
Mevrouw Van Heel is gek op zuurkool

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 waarheden, 1 leugen
A
Mevrouw Van Heel heeft een grote verzameling exotische kamerplanten
B
Mevrouw Van Heel heeft vier zwemdiploma's
C
Mevrouw Van Heel spreekt Twents en Nederlands

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 waarheden, 1 leugen
A
Mevrouw Van Heel geeft Nederlands en Frans
B
Mevrouw Van Heel heeft twee zusjes
C
Mevrouw Van Heel heeft een duimprothese

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 waarheden, 1 leugen
A
Mevrouw Van Heel heeft geen televisie thuis
B
Mevrouw Van Heel haat lezen
C
Mevrouw Van Heel vindt eerlijkheid een van de belangrijkste dingen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 waarheden, 1 leugen
A
Het jongste kind van mevrouw Van Heel is acht en het oudste achttien jaar
B
Mevrouw Van Heel vindt het fijn als mensen door haar heen praten
C
Mevrouw Van Heel heeft acht jaar over de middelbare school gedaan

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

achterhalen
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid ... haar wel
A
achterhaald
B
achterhaalt
C
achterhaaldt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 30 - H.1.5 
Blz. 73 - H. 2.5 


Herhaling
pv-tt, leestekens, pv-vt

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De persoonsvorm spellen in de

tegenwoordige tijd


Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat,

zijn er maar drie mogelijkheden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. STAM

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de stam


ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij

fiets jij

praat jij

vind jij

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. STAM + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de stam + t


jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord


wij lopen

zij fietsen

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 
Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 18 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 19 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


De komma

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1) tussen twee persoonsvormen,

2) tussen delen van een opsomming,

3) tussen bijvoeglijke naamwoorden:
     Een leuke, eenvoudige, snelle opdracht.




Een komma hoort:


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STERKE

werkwoorden


hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN


kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen voor de toets! 
-uit het boek Hoofdstuk 5.5, of
-digitaal: cambiumned.nl, jufmelis.nl

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies