Grammatica 1 werkwoorden herkennen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Start lezen (10 minuten)

Grammatica 1 werkwoorden herkennen

Vorige les

- Proefwerk Meer dan lezen

Doel

- Je weet de inhoud van de fictieopdracht.

- Je kunt werkwoorden benoemen in een zin.

Fictieopdracht

2 delen

- Meerkeuzevragen over de inhoud van het boek (13 januari)

- Praktische opdracht 'Moodboard maken' (16 januari inleveren)

Werkwoorden

- Zegt wat iets of iemand doet

- Kun je vervoegen

Ik krijg                          Ik kreeg

Hij krijgt                      Hij kreeg

Wij krijgen                  Wij kregen

SINT-werkwoorden

Benoem het werkwoord uit de zin

Sinterklaas geeft cadeautjes aan de kinderen.

De kinderen zingen liedjes voor Sinterklaas.

Wij vieren Sinterklaas op 5 december.

De pieten strooien pepernoten in de kamer.

Ik zet mijn schoen bij de open haard.

Sinterklaas leest het grote boek voor.

De kinderen geloven in de magie van Sinterklaas.

De pieten verstoppen cadeautjes in het huis.

Sinterklaas verrast iedereen met zijn komst.

Sinterklaas arriveert met zijn staf en mijter.

Maken

Opdracht 1 t/m 4

Klaar?

- Lezen

- Werk rustig verder