3.7 Grammatica herhalen

Oefenen grammatica
Herhalen van pv, ow, wg en lv

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen grammatica
Herhalen van pv, ow, wg en lv

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je de PV in een zin?

Slide 2 - Open vraag

De PV is altijd een...

Slide 3 - Open vraag

Het WG bestaat uit...

Slide 4 - Open vraag

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de PV in de volgende zin?
Na school maak ik meteen mijn huiswerk.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het WG in de volgende zin?
Na school maak ik meteen mijn huiswerk.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het O in de volgende zin?
Na school maak ik meteen mijn huiswerk.

Slide 8 - Open vraag

Wat is de PV in de volgende zin?
Ik mag dan niet op sociale media kijken.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het WG in de volgende zin?
Ik mag dan niet op sociale media kijken.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het O in de volgende zin?
Ik mag dan niet op sociale media kijken.

Slide 11 - Open vraag

Wat is de PV in de volgende zin?
Deze strenge regels heb ik zelf bedacht.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het WG in de volgende zin?
Deze strenge regels heb ik zelf bedacht.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het O in de volgende zin?
Deze strenge regels heb ik zelf bedacht.

Slide 14 - Open vraag

In natuurgebieden De Onlanden moet je je hond aanlijnen.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Natuurgebied De Onlanden
B
Moet aanlijnen
C
je hond
D
je

Slide 15 - Quizvraag

Leo wacht op de uitslag van zijn examen.
Wat is het onderwerp?
A
uitslag
B
examen
C
wacht op
D
Leo

Slide 16 - Quizvraag

Bij de huldiging hield de aanvoerder de kampioensschaal omhoog.
Hoe noem je het zinsdeel 'de kampioensschaal'?
A
Persoonsvorm
B
Lijdend voorwerp
C
Onderwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 17 - Quizvraag

Martijn heeft een paar nieuwe schoenen besteld.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
nieuwe schoenen
B
Martijn
C
heeft
D
heeft besteld

Slide 18 - Quizvraag

Hij kan Martijns adres makkelijk vinden.
Wat is het onderwerp en lijdend voorwerp?
A
Hij/adres
B
kan/vinden
C
Hij/Martijns adres
D
kan/Martijns adres

Slide 19 - Quizvraag

Benoem van de volgende zin:
pv, ow, wg,lv
Nicole heeft de nieuwe boekenkast gemonteerd.

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag
We maken opdracht 1 t/m 5 op blz. 197-198

Slide 21 - Tekstslide