H6 Zeker van je inkomen par 3

Zeker van je inkomen!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zeker van je inkomen!

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 3
Zeker van je inkomen!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Sociale zekerheid

Dit is de zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven.

Dit wordt betaald door de overheid.


Hoe komt de overheid aan dit geld?

  •  Loonheffing
  •  Sociale premies 


Slide 4 - Tekstslide

Sociale premies en loonheffing 
Er is veel geld nodig voor al die uitkeringen. Dat geld wordt betaald door de mensen die een baan hebben.

1. Sociale premies (geld dat de overheid vraagt voor de sociale zekerheid. Wordt betaalt over je loon)
2. Loonheffing = Het bedrag aan loonbelasting en volksverzekeringen dat een werknemer betaalt.

Slide 5 - Tekstslide

Sociaal minimum
Ook wel bijstand/participatiewet(PW) genoemd
  1. Werklozen zonder ww uitkering > bijstand (laatste vangnet)
  2. Sociaal minimum: Het inkomen dat je volgens de overheid ten minste nodig hebt om van te leven.

Slide 6 - Tekstslide

Sociale wetten
Regels van de overheid over de sociale zekerheid.

Zorg ervoor dat je ze herkent en weet wie er recht op heeft. 


Slide 7 - Tekstslide

Sociale wetten
Sociale verzekeringen: Betaald met premies van werknemers en werkgevers.
Volksverzekeringen: Voor iedereen in het land.
- AOW = Algemene ouderdomswet
- ANW = Algemene nabestaandenwet

Werknemersverzekeringen: Voor iedereen die in loondienst is geweest.
- WW = Werkloosheidswet (Uitkering die je krijgt als je buiten je schuld ontslagen bent.)
- WIA = Wet inkomen naar arbeidsvermogen
- ZW = Ziektewet

Slide 8 - Tekstslide

3

Slide 9 - Video

00:14
Hoe komt het dat de bijstand groeit?

Slide 10 - Open vraag

00:37
Wanneer heb je recht op bijstand?

Slide 11 - Open vraag

00:55
Stelling: ik vind het terecht dat mensen met 20.000 euro de bank geen bijstand kunnen krijgen.

Eens of oneens? Leg uit waarom!

Slide 12 - Open vraag

Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW

Slide 13 - Quizvraag

Een voorwaarde voor een WW-uitkering is dat je minstens 26 weken moet hebben gewerkt van de laatste 36 weken voor ontslag.

Stel, de overheid verandert deze voorwaarde als volgt: de werkloze mag in de 52 weken voor het ontslag hooguit tien weken werkloos zijn geweest.

Wat gebeurt er dan met het aantal werklozen met een WW-uitkering?
A
Het aantal werklozen met WW daalt.
B
Het aantal werklozen met WW stijgt.
C
Het aantal werklozen met WW verandert niet.

Slide 14 - Quizvraag

Oefenen! 
Maak Rekentrainer
Som 1 t/m 4

Begin doen we samen :)!

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: paragraaf 3 en rekentrainer
Leren: paragraaf 3 (+herhalen par 1+2) en de rekensommen in deze les

Slide 16 - Tekstslide

Ik vond dit een goede les!
Ik kan nu verder met de vragen in mijn werkboek
A
Ja :-)
B
Nee :-(
C
Ik heb echt niks geleerd van deze les :-(

Slide 17 - Quizvraag