HC 3.2 Europese Integratie

HC 3.2 Europese integratie
KA: 
47. Eenwording van Europa 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HC 3.2 Europese integratie
KA: 
47. Eenwording van Europa 

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  1. Terugblikvragen (10 min.)
  2. Video + Uitleg: Europese integratie (15 min.)
  3.  Examenvraag (Rest van de les)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de veranderende rol van Nederland in de Internationale politiek beschrijven en verklaren 
  • Je kunt voor- en nadelen van globalisering noemen 
  • Je kunt de invloed van het Verdrag van Schengen en van het Verdrag van Maastricht op de Nederlandse samenleving toelichten. 

Slide 3 - Tekstslide

Keuzemenu 
Keuze 1: Doe mee met de regulieren les. Volg de instructies van de docent

Keuze 2: Ga zelfstandig aan de slag. Doe het volgende: 
  • Lees HC 3.2  kopjes  'Globalisering', internationale politiek' en  'Schengen'  (Blz. 299 t/m 303) goed door 
  • Neem de lessonup HC 3.2  Europese Integratie  goed door 
  • Werk de leerdoelen 3, 5 en 8 van HC 3.2 uit (zie achterin HC 3). 
Maak een keuze! Niets doen is geen optie!

Slide 4 - Tekstslide

Vragen? 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht: De jaren 80 (15 min.)
  1. Vorm groepjes van 3 
  2. Je krijgt een van de domeinen: Politiek, economisch, of sociaal-cultureel 
  3. Met behulp HC 3.2  kopjes 'Het poldermodel t/m 'Jongerencultuur' (Blz. 299 t/m 303) zoek je voor jouw domein uit wat er allemaal gebeurde in de Jaren 80 
  4. Daarnaast vat je jouw domein in een woord samen en zoek je een afbeelding/voorwerp dat typisch is voor de jaren 80 op jouw domein. 
  5. Tip per domein: 
  • Politiek: Koude Oorlog, Poldermodel, Ruud Lubbers, zelfredzaamheid 
  • Economisch: Bezuinigingen, verzorgingsstaat, sociale grondrechten 
  • Sociaal-cultureel: Sociale grondrechten, individualisering, Jongerencultuur 

Slide 6 - Tekstslide

Jaren 80: Politiek 
Veel politieke veranderingen in de jaren 80:
  1. Centrumrechtse kabinetten onder leiding van Lubbers: Bezuinigingen en privatisering 
  2. Sociale rechten opgenomen in de grondwet: Geven overheid de plicht om bepaald welvaart- en welzijnsniveau te leveren 
  3. Zelfredzame samenleving: verdere ontzuiling en individualisering. Burgers moeten zelf keuzes maken en overheid ondersteunt dit. Bijv. vrijer drugsbeleid, abortus en euthanasie  
  4. Internationaal: Nederland krijgt grote rol in Koude Oorlog en NAVO. Amerika wil dat NL Kruisraketten plaatst. Enorme demonstraties tegen dit plan. 

Slide 7 - Tekstslide

Jaren 80: economie 
  • Tweede oliecrisis: Hoge werkeloosheid (16%), arbeidsongeschiktheid, veel uitkeringsgerechtigden. Verzorgingsstaat onbetaalbaar!
  • Nieuwe premier Lubbers zocht naar oplossing via Poldermodel: Systeem waarin je via overleg maatregelen neemt: 
  1. Bezuinigingen op alle sectoren: Bijv. Verzorgingsstaat 
  2. Verlaging minimumloon 
  3. Privatisering: 
        Veel overheidsbedrijven worden verkocht 
        aan de markt

Slide 8 - Tekstslide

Jaren 80: sociaal-cultureel 
  • Zelfredzaamheid: Er wordt meer keuzevrijheid aan burgers gegeven, maar ook meer zelfstandigheid van burgers verwacht. 
  • Zorgplicht van overheid in grondwet vastgelegd: Sociale grondrechten
  • Massale demonstraties tegen bezuinigingen en politieke besluiten van overheid (Kruisraketten) 
  • Opleving jongerencultuur: Steeds meer subculturen, met grotere rol voor sociale en ethnische achtergrond. Bv. Punkers en krakers 

Slide 9 - Tekstslide

Punkers 
  •  Midden en hoge klasse
  • Alternatief uiterlijk: Hanekam, tatoes, veel sieraden 
  • Politiek doel: anti-autoritair, anti-consumptiemaatschappij 
  • Vergelijkbaar met Provo's 


Krakers
  • Stedelijke jeugd 
  • Uiterlijk minder opvallend
  • Zeer politiek gewelddadig: 
  1. Boos over het woningbeleid van de overheid. Daarom zelf woning opeisen. 
  2. Keurden geweld goed: bij protesten vielen vele gewonden. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Poldermodel 
Zelfredzaamheid
Sociale Grondrechten
Privatisering 
Typische manier van werken van de Nederlandse overheid, waarbij door compromissen te sluiten de onvrede wordt beperkt 
Een samenleving waarin wordt verwacht dat burgers zoveel mogelijk zelf oplossen 
Het verkopen van overheidsbedrijven/bezit (publiek) aan eigenaren die er winst mee willen maken (privé)  
In de grondwet vastgelegde rechten waarbij de overheid de zorgplicht heeft op het gebied van onderwijs, bestaanszekerheid, huisvesting en volksgezondheid

Slide 12 - Sleepvraag

de automatisering in de industrie 
de voortschrijdende emancipatie van vrouwen 
de toenemende westerse welvaart 
De geleide loonpolitiek van de rooms-rode regeringen 
De Wederopbouw
De 'meisjes van Verkade' gingen in staking omdat ze vonden dat ze te weinig verdienden, terwijl de prijzen van het levensonderhoud wel stegen. 
De fabriek opende als eerste een bedrijfscrèche, waar de kinderen van 'meisjes van Verkade' werden opgevangen. 
Uit onderzoek bleek dat steeds meer scholieren uit de Zaanstreek werkten als 'meisjes van Verkade' om met hun loon een vakantie naar het buitenland te kunnen betalen. 
Ondanks de stijgende productie van koekjes en chocolade, viel de vraag naar arbeidsters voor de verpakkingslijnen sterk terug, waardoor er een einde kwam aan het werk voor de 'meisjes van Verkade'. 

Slide 13 - Sleepvraag

Gebruik de bron
Geef aan tegen welk beleid van het kabinet van Lubbers Opland zich met
deze prent keert, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing
naar de prent. (2p)

Slide 14 - Open vraag

HC Nederland 
  • Extra verdieping in de Nederlandse Geschiedenis na WOII 
  • Volgende onderwerpen worden belangrijk 
  1. Jaren 50: Economische wederopbouw 
  2. Jaren 60: Culturele verandering en ontzuiling 
  3. Jaren 70: Uitbouw verzorgingsstaat + economische problemen
  4. Jaren 80: Bezuinigingen 
  5. Jaren 90: Globalisering 
  6. Jaren 00: Spanningen multiculturele samenleving 
  • Na elke les voor het besproken decennia invullen wat er per domein is gebeurd (zie schema Teams): Helpt met krijgen overzicht 

Slide 15 - Tekstslide

5

Slide 16 - Video

Oorzaken ontstaan Europese samenwerking
  1. Manier om oorlog te voorkomen: Door samenwerking zorg je voor onderlinge afhankelijkheid. Kolen en Staal belangrijkste producten Duitsland
  2. Gestimuleerd door Amerika: Europese landen moesten Marshalhulp onderling verdelen. Zorge voor samenwerking 
  3. Snelle manier om economie te herstellen. Grotere interne markt om producten te verkopen.  

Slide 17 - Tekstslide

01:01
Welk land hoort niet bij de eerste zes oprichters van de Europese samenwerking
A
België
B
Frankrijk
C
Engeland
D
Duitsland

Slide 18 - Quizvraag

01:22
Geef twee redenen waarom Europese landen gaan samenwerken

Slide 19 - Open vraag

01:26
1951
1957
1985
1989
1992
2002
Schengen
Europese gemeenschap van Kolen en Staal
Europese Unie
Europese Economische gemeenschap
Val van de Muur
Euro ingevoerd

Slide 20 - Sleepvraag

01:30
Waar in Europa zullen die nieuwe 16 landen, die in 1995 bij de EU komen. vandaan komen? Waarom uit dat gedeelte van Europa?

Slide 21 - Open vraag

03:43
Noem drie voorbeelden van hoe jij en/of Nederland te maken hebben met de EU

Slide 22 - Open vraag

De EU (geschiedenis): Deel 1 
  1. 1951-1957: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS): zes landen werken samen, vooral op het gebied van kolen en staal.
  2. 1957-1993: Europese gemeenschap (EG): De belangrijkste doelstelling sinds 1957 is de gemeenschappelijke markt: één economische Europese zone zonder heffingen, beperkingen en valutaproblemen.

Slide 23 - Tekstslide

De EU (geschiedenis): Deel 1 
3. 1985-nu: Schengen. Deelnemende landen hebben onderling vrij verkeer van personen. Deelnemers: 23 EU-landen en 3 landen buiten de EU. Als gevolg: meer buitenlandse studenten en arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Ook meer concurrentie 

4. 1993-nu: Verdrag van Maastricht: Europese Unie: 
- Steeds meer politieke samenwerking
- Een gemeenschappelijk buitenlands beleid 
- Gemeenschappelijke munt (Euro).  
- Deal tussen Duitsland en Frankrijk: Duitsland moest instemmen met EU als voorwaarde voor Duitse hereniging 

Slide 24 - Tekstslide

Verenigd Koninkrijk: geen €
Denemarken: geen €
Zweden: geen €
Polen: geen €
Hongarije: geen €
Roemenië: geen €
Bulgarije: geen €
Tsjechië: geen €

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat merk jij van de Europese samenwerking in je leven?

Slide 27 - Open vraag


Wat merk je er zelf van?



  • De euro
  • Rechten als consument (garantie) 
  • Europees burgerschap (o.a. vrij reizen)
  • Mensenrechten (democratie)
  • Europese terreurbestrijding
  • Meer concurrentie en migratie? 

Slide 28 - Tekstslide

Leg uit, telkens met een verschillende verwijzing naar de bron:
 welk Europees verdrag, dat in die tijd wordt gesloten onder Nederlands voorzitterschap, Kohl met deze uitspraak ondersteunt en
 dat de uitspraak van Kohl past bij de politieke rol die het herenigde Duitsland in Europa op zich neemt.

Slide 29 - Open vraag

Leerdoelen check
  • Je kunt de veranderende rol van Nederland in de Internationale politiek beschrijven en verklaren 
  • Je kunt voor- en nadelen van globalisering noemen 
  • Je kunt de invloed van het Verdrag van Schengen en van het Verdrag van Maastricht op de Nederlandse samenleving toelichten. 

Slide 30 - Tekstslide