T&G les 6

Waar denk jij aan bij het woord inspanningsfysiologie?
1 / 42
volgende
Slide 1: Open vraag
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 13 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Waar denk jij aan bij het woord inspanningsfysiologie?

Slide 1 - Open vraag

LES 6 T&G INSPANNINGSFYSIOLOGIE
Hart en Bloedsomloop
Bloed en bloeddruk
Longen en ademhaling
Sportanatomie (botten en spieren)
Spijsvertering & Zenuwstelstel lezen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De hoeveelheid bloed die per minuut wordt rondgepompt wordt hartminuutvolume genoemd. (HMV)
Het HMV wordt bepaald door het aantal slagen per minuut (hartfrequentie HF) en de hoeveelheid bloed die per slag wordt rondgepompt (slagvolume SV  uitgedrukt in cc).
Dus je HMV=HFxSV

Slide 4 - Tekstslide

Wat is HMV voor iemand in rust van 18 met een HF van 70 en slagvolume van 70cc ?
A
4.9 liter bloed
B
4,2 liter bloed
C
4900 cc bloed
D
4200 cc bloed

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het HMV tijdens inspanning van iemand van 18 jaar. Slagvolume 125 en een maximale hartfrequentie van 200?
A
18 liter bloed
B
25 liter bloed
C
20 liter bloed
D
30 liter bloed

Slide 6 - Quizvraag

HARTSLAGMETING
Hartslag meten aan de pols 
Je hartslag is duidelijk te voelen aan de binnenkant van je pols.


Meten doe je zo: 
Ga ongeveer 10 minuten rustig zitten
leg 2 vingers op de binnenkant van je pols
tel 30 seconden je hartslag
verdubbel dit getal om je hartslag per minuut te weten

Slide 7 - Tekstslide

In rust:
Ongetraind iemand van 18 jaar: HF 70 SV 70 HMV 4900

Goed getraind iemand van 18: HF 49 SV 100 HMV 4900

Topsporter van 18: HF 40 SV 122,5 HMV 4900

Slide 8 - Tekstslide

Hoe hoog was jouw rusthartslag?
0100

Slide 9 - Poll

10 minuten max. inspanning
Ongetraind iemand van 18 jaar: 
 HF 180     SV 100      HMV 18000 cc (18 liter bloed)

Goed getraind iemand van 18: 
 HF 185     SV 130     HMV 24050 cc (24,05 liter bloed)

Topsporter van 18: 
 HF 190      SV 160        HMV 30400 cc (30,40 liter bloed)

Slide 10 - Tekstslide

Longen en ademhaling:
Bij het inademen nemen we zuurstof op. Dit gaat via het bloed door het hele lichaam. De uitademing zorgt voor de afvoer van de afvalstoffen van co2 (koolstofdioxide) en h2o (waterdamp).
Zuurstof is een hulpstof om in de spieren glucose en vetten te verbranden.  co2 ontstaat als afvalproduct.
Een krachtige en snellere hartslag zorgt dat grotere hoeveelheden zuurstof en brandstoffen worden aangeboden aan de spierenen dat de afvalstoffen en warmte worden afgevoerd.

Slide 11 - Tekstslide

In rust: (AMV=AVxAF)
Bij elke ademteug circa een 0.5 liter lucht worden ingeademd. (=AV .....ademvolume) 
Volwassenen ademen circa 12 keer per minuut in en uit.         (=AF... ademfrequentie) 

De totale hoeveelheid ingeademde lucht is dan 12x 0,5 liter = 6 liter per minuut. We noemen dit AMV adem minuut volume. 

Slide 12 - Tekstslide

Bij het sporten:
Kan de ademfrequentie oplopen naar zo’n 40 a 50 keer per minuut. Ook ga je dieper ademhalen, waardoor je ademvolume kan toenemen tot wel 3 liter per keer. 

Het AMV is dat 40x3 liter = 120 liter per minuut. Bij topsporters kan dit zelf oplopen tot ..... liter per minuut. (quizvraag)

Slide 13 - Tekstslide

Het adem minuut volume (=AMV) bij een topsporter kan oplopen tot?
A
160 liter per minuut
B
170 liter per minuut
C
180 liter per minuut
D
190 liter per minuut

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Hoeveel liter bloed heeft het lichaam in rust ongeveer nodig?
A
2
B
4
C
3
D
5

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel liter bloed heeft een volwassen persoon gemiddeld?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 19 - Quizvraag

De bloedsomloop vormt samen met de longen het cardiovasculaire systeem.

Slide 20 - Tekstslide

Goed getrainde sporters hebben letterlijk een groter hart en daardoor een lage HF in rust. Soms zelfs zo’n groot hart dat ze maar uitkomen op een HF van 32 slagen per minuut. Daardoor zijn ze in staat om heel veel bloed per slag door het lichaam te pompen. 

Slide 21 - Tekstslide

20% van je bloed kan in de huid terecht komen. Dit is voor een sporter erg belangrijk. Namelijk om warmte af te kunnen geven die je door de inspanning die je levert (teveel) krijgt. Bloed zorgt dus voor een zo constant mogelijke temperatuur van je lichaam.
De rode bloedcellen transporteren het bloed door het lichaam. Zuurstof wordt aan hemoglobine (ijzerhoudend) gekoppeld zodat deze vervoerd kan worden door het lichaam.

Slide 22 - Tekstslide

Bloed en bloeddruk
Voor sporters is het bloed van grote waarde. Het transporteert belangrijke stoffen zoals glucose, eiwit, hormonen en vitaminen en zuurstof en afvalstoffen zoals co2 (koolstofdioxide).

Slide 23 - Tekstslide

BLOEDDRUK
Bij elke hartslag trekken de kamers in je hart samen en wordt bloed de slagaders in gepompt. De wanden van de slagaders staan hierdoor even onder druk en de wanden rekken uit. Dit is de systolische boven(bloed)druk. --> normaal 120
Na elke hartslag ontspannen de kamers weer. Dit noemen we de diastolische onder (bloed)druk. -->normaal 80

Slide 24 - Tekstslide

SPORTANATOMIE

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Bij welk toestel of losse oefening train je deze spier?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Hoe heet de fitnessoefening waar je de trapezius traint?
A
incline chest press
B
lat pull down
C
vertical traction
D
pectoral machine

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Hoe heet een fitness apparaat waarbij je een van deze spieren traint?
A
Incline Chest press
B
Triceps arm extension
C
Total abdominal
D
Abductor

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Hoe heet het fitness apparaat waarbij je deze spier traint?
A
Leg extension
B
Low row
C
Abductor
D
Adductor

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Hoe heet het fitness apparaat waarbij je deze spier traint?
A
shoulder press
B
incline chest press
C
vertical traction
D
chest press

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Video

Hoe heet het fitness apparaat waarbij je deze spier traint?
A
lower back (erector spinea)
B
vertical traction (vleugelspier)
C
Lat pull down
D
low row

Slide 39 - Quizvraag

LEES BLADZIJDE:
121 vanaf spijsvertering t/m 123 

124 en 125 zenuwstelsel

Slide 40 - Tekstslide

BONUS:                         

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video