Herhalen Werkwoordspelling

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda

Slide 1 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Herhalen Werkwoordspelling
  • Overige vragen?

Slide 3 - Tekstslide

C7 - Spelling
Spelling
P1: Herhaling leerjaar 1hv
P2: Leestekens
P3: Leenwoorden
P4: Koppelteken en weglatingsstreepje
P5: Tussenletters in samenstellingen
P6: Aan elkaar of los?

Slide 4 - Tekstslide

C7 - Spelling
Werkwoordspelling
P9: Herhaling leerjaar 1hv
P10: Engelse werkwoorden
P11: Persoonsvorm in een samengestelde zin
P12: Gebiedende wijs
P14: Homofone werkwoordsvormen

Slide 5 - Tekstslide

P9 - Herhaling leerjaar 1hv

Slide 6 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + d)








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 7 - Tekstslide

P10 - Engelse werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse werkwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Zo spel je Engelse werkwoorden:
  • ik-vorm tt: -en van het werkwoord afhalen: speechen, rugbyen. Maar: timen - time, liken - like
  • eindigt in het Engels op dubbele medeklinker, schrijf je enkele medeklinker: flossen - flos                               Maar: paintballen - paintball
  • Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwakke werkwoorden, dus in verleden tijd en bij voltooid deelwoord: 't (e) x - f (o) k s ch (aa) p.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

P11: Persoonsvorm in een samengestelde zin

Slide 12 - Tekstslide

Persoonsvorm in samengestelde zinnen

  • Verander de gehele zin van tijd
  • De werkwoorden die veranderen > persoonsvorm(en).
  • Overige werkwoorden zijn: vd, od, inf

In het verleden hebben (hadden) robots vooral klusjes uitgevoerd in en om ons huis, maar het lijkt (leek) erop dat op den duur zelfs onze auto’s robots zullen (zouden) zijn.


Slide 13 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + d)








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 14 - Tekstslide

P12: Gebiedende wijs

Slide 15 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Hang je jas op de kapstok! (bevel)

  • De gebiedende wijs wordt gebruikt om een bevel, een advies, een instructie of een waarschuwing te geven.
  • Het onderwerp ontbreekt in deze zin.
  • Je schrijft de gebiedende wijs al ik-vorm pvtt. 

Slide 16 - Tekstslide

P14: Homofone werkwoordsvormen

Slide 17 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    onvoltooid deelwoord (hele ww + d)                                                     >    gebiedende wijs (ik-vorm)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)










1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Werk zelfstandig. Maak:
  • een samenvatting van de theorie
  • de opdrachten bij elke paragraaf via NN Online.
  • de mixopdrachten (P8 en P15).
  • tot slot de oefentoets. 

Nog vragen? 


timer
25:00

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Woensdag 29 mei:
  • P6: opdr. 1 t/m 5 af
  • P9: opdr. 1 t/m 6 af (online)

Slide 20 - Tekstslide