een conservatieve partij wil dingen graag houden zoals ze zijn
behoudend
Slide 24 - Tekstslide
3. Politieke partijen
Links
een linkse partij is voor een actieve overheid die zich veel met de samenleving bemoeid; gelijkheid - zorg voor kwetsbaren
Rechts
een rechtse partij is voor een passieve overheid, mensen hebben zelf verantwoordelijkheid; vrijheid-veiligheid
Midden
een beetje van links en een beetje van rechts; overheid alleen helpen als het moet
Slide 25 - Tekstslide
Iedereen heeft evenveel recht op werk. Dit hoort bij een:
A
linkse partij
B
rechtse partij
C
middenpartij
D
populaire partij
Slide 26 - Quizvraag
4. Politieke partijen & stromingen
Stroming
ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen met elkaar kunnen samenleven
Slide 27 - Tekstslide
4. Politieke partijen & stromingen
Liberalisme
vrijheid
veiligheid
verantwoordelijkheid
Zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid in de samenleving.
persoonlijke vrijheid: zelf kiezen, recht op eigen leven
economische vrijheid: eigen bedrijf, vrijemarkteconomie, ondernemers vrij laten
democratie en mensen beschermen
Slide 28 - Tekstslide
4. Politieke partijen & stromingen
Christendemocratisch (confessioneel)
geloof
samenwerking
Alleen bemoeienis van de overheid als andere hulp niet kan.
goed voor elkaar zorgen
opkomen voor gezinnen met kinderen
goede zorg voor ouderen - tegen abortus en zelfdoding
respect voor Bijbelse waarden en normen
Slide 29 - Tekstslide
4. Politieke partijen & stromingen
Sociaaldemocratisch
solidariteit
gelijkwaardigheid
Zo veel mogelijk bemoeienis van de overheid in de samenleving.
verschil tussen arm en rijk zo klein mogelijk
zwakkeren in de samenleving helpen
iedereen recht op dezelfde zorg
gelijke kansen voor iedereen
Slide 30 - Tekstslide
4. Politieke partijen & stromingen
Nationalisme
trots op eigen land, eigen volk eerst
zelf besturen - liefst geen Europa
zo weinig mogelijk immigranten
Ecologische stroming
natuur en milieu niet aantasten
duurzaam produceren en consumeren
Extremisten
geen parlementaire democratie
eigen volk is superieur
Populistisch (populair)
de wil van het volk is wet
opkomen voor de eenvoudige burger
liefde voor het vaderland (nationalisme)
sterke leider met veel uitstraling
Slide 31 - Tekstslide
Bij welke politieke stroming hoort deze politicus?
A
Liberalisme
B
Sociaaldemocratie
C
Christendemocratie
D
Ecologische stroming
Slide 32 - Quizvraag
5. Regering & Kabinet
Regering
Ministers + Koning
Kabinet
Ministers + Staatssecretarissen
Slide 33 - Tekstslide
5. Regering & Kabinet
Kabinetsformatie
grootste partij is winnaar - informateurs gaan aan de slag
veel partijen - dus geen meerderheid niet met eigen partij
dus moet er worden samengewerkt
Coalitie
samenwerking van twee of meer partijen die samen de regering vormen
coalitiepartijen moeten samen wel een meerderheid hebben in de kamer
ze moeten het eens zijn over het beleid, de plannen voor de toekomst
Slide 34 - Tekstslide
5. Regering & Kabinet
Kabinetsformatie
Onderzoek: Informateur(s) onderzoeken welke partijen met elkaar willen samenwerken
Informatie: steun bij partijen zoeken om verschillen op te lossen om zo een regeerakkoord te maken
Formatie: de leider van de grootste partij levert vaak de formateur (die vaak ook minister-president wordt). Hij/zij zoekt ministers en staatssecretarissen bij elkaar om het regeerakkoord te kunnen uitvoeren. De formateur stelt dus de regering/kabinet samen.
Beëdiging: De koning benoemd officieel alle leden van het kabinet
Slide 35 - Tekstslide
5. Regering & Kabinet
Taken Ministers & Staatssecretarissen
Elke minister heeft zijn/haar eigen werkgebied: financiën, onderwijs, justitie enz.
Op het ministerie werken veel ambtenaren die helpen met het uitvoeren
Veel ministers hebben hulp van een staatssecretaris, die een deel van het werk van een minister doet
Ministers maken wetsvoorstellen
Ministers voeren aangenomen wetsvoorstellen uit
Slide 36 - Tekstslide
5. Regering & Koning
Koning geen macht - Parlement hoogste macht
Koning wel in regering, maar heeft geen macht meer
NL is een constitutionele monarchie: De macht van de Koning is beperkt omdat er een Grondwet is
Niet de Koning maar de Ministers zijn verantwoordelijk voor het bestuur van het land`
Koning is onschendbaar: ministers zijn verantwoordelijk
Symbolische taak: zet handtekening onder wetten en benoemd ministers, staatssecretarissen en commissaris van de koning
Ceremoniële taak: troonrede voorlezen op Prinsjesdag
Representatieve taak: vertegenwoordigd NL in het buitenland, staatsbezoek