In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag in de les
Lezen
Herhalen: samengestelde zinnen, Vdw (Voltooid deelwoord) deelwoord als bijvoeglijk naamwoord en Inf (Infinitief)
Opdrachten maken en nakijken.
24 september is de toets
Slide 2 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Samengestelde zinnen
Een enkelvoudige zin heeft maar 1 pv, een samengestelde zin heeft meerdere pv's.
Slide 5 - Tekstslide
Samengestelde zinnen
Hoofdzin + Bijzin (+Bijzin)
Hoofdzin + Hoofdzin
Slide 6 - Tekstslide
Hoofdzin (HZ)
Een hoofdzin is een zelfstandige zin. Een bijzin is een afhankelijke zin die niet kan bestaan zonder een hoofdzin.
In een hoofdzin staat de persoonsvorm meestal op de tweede plaats. In een bijzin staat de persoonsvorm meestal verder naar achteren.
Ik vertrouw die politicus niet (hoofdzin), omdat hij al vaak gelogen heeft (bijzin).
Je moet niet meteen boos worden (hoofdzin), als hij een fout maakt (bijzin).
Slide 7 - Tekstslide
Nevenschikkende voegwoorden
HZ + HZ
Slide 8 - Tekstslide
Nevenschikkend voegwoord
Hoofdzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door de voegwoorden en, maar, want of of.
Voorbeeld:
Het is al laat en daarom kom ik vanavond. Het is al laat, maar ik kom toch vanmiddag. Ik kom vanavond want het is al laat. Kom je vanmiddag ofkom je vanavond?
Slide 9 - Tekstslide
Onderschikkende voegwoorden
HZ + BZ
Slide 10 - Tekstslide
Onderschikkend voegwoord
terwijl, voordat, toen, nadat, doordat, zodat, waardoor, omdat, hoewel, dat (en nog vele andere)
Voorbeeld:
Piet eet geen mosselen, omdat hij niet van vis houdt
Slide 11 - Tekstslide
Infinitief
Het infinitief is het hele werkwoord.
bv: ‘maken’, ‘rennen’, ‘werken’, ‘koken’ en ‘denken’
De hobbyboer maakt appelmoes.
De hobbyboer wil appelmoes maken.
Slide 12 - Tekstslide
Onvoltooid deelwoord (od)
Een onvoltooid deelwoord geeft aan HOE iemand bezig is.
- Huilend stapte de vrouw in de auto.
Een onvoltooid deelwoord maakt GEEN deel uit van het werkwoordelijk gezegde.
- Ik wiljuichend over de finishlijn gaan.
Je spelt het onvoltooid deelwoord als 'infinitief + d' (soms + 'de')
Slide 13 - Tekstslide
Voltooid deelwoord (vd)
Heeft altijd een hulpwerkwoordvan 'hebben', 'zijn' of 'worden' bij zich.
- Ik heb iets gevonden.
- Jij wordt geridderd.
- Mevrouw De Vries is door meneer Van Vliet gepest.
vd van sterke ww: vergeet de 'n' op het eind niet. :-)
vd van zwakke ww: pak 't ex-kofschip er eventueel bij.
Slide 14 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het voltooid deelwoord kan als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Het voltooid deelwoord staat dan voor een zelfstandig naamwoord. Het zegt dus iets meer van een zelfstandig naamwoord (mensen, dieren, dingen of planten).
De standaardregel is dat het voltooid deelwoord verlengd wordt met een extra e
De aardappelen zijn aangebrand (voltooid deelwoord).
De aangebrande aardappelen (bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord)
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht bespreken
Slide 16 - Tekstslide
Welke onderdelen vind je nog moeilijk?
Slide 17 - Open vraag
Opdracht
Kijk de opdracht van gisteren na en maak de opdracht die met jullie gedeeld is in Magister. Beide formulieren staan bij de les van maandag 13 september. De opdracht is voor de volgende les.