Koning Valentijn les 9: beoordelingswoorden

Nederlands

Fictie: Koning Valentijn

Les 9: beoordelingswoorden
VWO1
2024-2025

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Fictie: Koning Valentijn

Les 9: beoordelingswoorden
VWO1
2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze les ga je dit lesuur...
  • ...wat beoordelingswoorden zijn.
  • ...om jouw mening te geven aan de hand van beoordelingswoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Beoordelingswoorden
  • Beoordelingswoorden zijn woorden waarmee je een beoordeling geeft over bijvoorbeeld een boek, film of iets anders.

  • Voorbeelden van beoordelingswoorden:
  • Spannend
  • Mooi
  • Ontroerend
  • Grappig

Slide 3 - Tekstslide

Beoordelingswoorden

Slide 4 - Tekstslide

Beoordelingswoorden

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
 
Geef met vier beoordelingswoorden aan wat jij tot nu toe van je boek vindt (twee daarvan zeggen iets over wat het verhaal met je doet en twee zeggen iets over hoe realistisch je het verhaal vindt).

Slide 6 - Tekstslide

4 beoordelingswoorden
(2 emotionele en 2 realistische)

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn beoordelingswoorden?
A
Woorden die vertellen waarom je iets vindt
B
Woorden die een verhaal vertellen.
C
Woorden die zeggen waar een verhaal over gaat..
D
Woorden waarmee je zegt wat je van iets vindt.

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord in de zin is een beoordelingswoord?
'Die rode sportauto vind ik mooi.'
A
sportauto
B
mooi
C
rode
D
ik

Slide 9 - Quizvraag

Welke woorden zijn beoordelingswoorden?
A
Argument
B
Interessant
C
Spannend
D
Non-fictie

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een waarderende mening?
A
Een mening kun je checken.
B
Een mening is waar of niet waar.
C
Een mening is wat jij vindt van iets.

Slide 11 - Quizvraag

Mijn moeder vindt die film waardeloos.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een argument?
A
Met een argument leg je je mening uit.
B
Een argument en een beoordelingswoord zijn hetzelfde.
C
Met een argument geef je je mening.

Slide 13 - Quizvraag

Ik vind het boek...
...spannend [mening met het beoordelingswoord 'spannend']
...omdat... [argument: de reden dat je het spannend vindt]

  • ...het zich afspeelt in een spookhuis [argument].
  • ...de schrijver veel gebruik maakt van flashbacks [argument].
  • ...je niet weet wat Valentijn is gaan doen als hij aan het einde ineens weg is [argument].


Slide 14 - Tekstslide

Ik vind de film spannend, omdat er spannende dingen gebeuren.
A
goed argument
B
slecht argument

Slide 15 - Quizvraag

Cirkelredenering = slecht argument
Voorbeeld:
  • Jesse geeft aan dat Lotte erg vriendelijk is, omdat ze heel aardig is. 
  • Dit is een cirkelredenering, omdat het standpunt “Lotte is erg vriendelijk” hetzelfde is aan het argument voor dat standpunt “ze is heel aardig”.


Slide 16 - Tekstslide

Verboden
  • Verboden beoordelingswoorden:
  • Leuk (of niet leuk)
  • Stom

Slide 17 - Tekstslide

Ik kan beoordelingswoorden gebruiken om mijn mening te geven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Ik begrijp het verschil tussen een mening en een argument.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Ik weet wat een cirkelredenering is en welke beoordelingswoorden ik beter niet kan gebruiken.
A
Cirkelredenering begrijp ik
B
Verboden beoordelingswoorden weet ik niet
C
Geen idee

Slide 20 - Quizvraag

Wat ging goed?

Slide 21 - Tekstslide

Ik weet wat beoordelingswoorden zijn

Ja
Nee
Een beetje

Slide 22 - Poll

Ik weet hoe ik beoordelingswoorden kan onderbouwen
Ja
Nee
Een beetje

Slide 23 - Poll