Terugblik periode 1

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Goedemorgen!

Wat gaan we doen vandaag?

-Stukje theorie -> Pedagogische ondersteuning

-Stiekem een beetje leren/oefenen voor de toets -> Quiz

Doel van de les

- Je weet aan het einde van de les wat pedagogische ondersteuning is en inhoudt

- Je weet aan het einde van de les hoe ver je bent met leren voor de toets

Pedagogische ondersteuning

Opvoeden gaat niet vanzelf: je geeft bewust pedagogische ondersteuning om kinderen te helpen bij hun ontwikkeling. Er zijn verschillende manieren om kinderen te helpen, ondersteunen of iets te leren.

*Denk aan positieve aandacht geven: ‘Wat heb je dat goed gedaan!’ of ‘ lief dat je mij even helpt!’ of ‘ Wat fijn dat jullie zo goed in de kring kunne blijven zitten’

* Soms moet je streng zijn: ‘ Doe niet zo vervelend’ of ‘ hou daar mee op!’ of ‘Geef dat eens terug!’ 

Er zijn 3 verschillende soorten pedagogische ondersteuning:

1. Emotionele ondersteuning

2. Informatieve ondersteuning

3. Gedrag regulerende ondersteuning

Informatieve ondersteuning

*Lezen blz. 41

* Helpt een kind sociaal vaardiger te worden

*Impulsief gedrag -> onder controle weten te krijgen

* Afhankelijk ->  zelfstandiger worden

*Leren reflecteren

*Ga in gesprek

*Geef voorlichting

Emotionele ondersteuning

* Lezen blz. 40/41

* Je gaat in op de emoties van het kind

* Je luistert actief naar het kind en laat dit in een reactie merken

Elke leeftijdsgroep worstelt met emoties:

 - jonge kinderen  -> vaak irreële angsten, magisch denken

 - schoolleeftijd -> faalangst, erbij willen horen, eenzaamheid

 - adolescentie -> identiteit, verandering lichaam, liefdesverdriet

Gedrag regulerende ondersteuning

*Lezen blz. 42

 

*Aanmoedigen en stimuleren

*Benadruk wat een kind goed doet

*Doel: verhogen van het zelfvertrouwen

*Complimentjes geven zelfvertrouwen!

*Niet teveel belonen met materiële zaken. 

- Dat maakt een kind afhankelijk

- Maakt dat het kind dingen minder waardeert

Wat is een ander woord voor pedagogiek?

1. Opvoeden
2. Opvoedkunde
3. Lesgeven
4. Omgangskunde

Wat valt niet onder de drie woorden die horen bij opvoeden?

1. Zelfstandigheid
2. Zelfverantwoordelijkheid
3. Zelfredzaamheid
4. Volwassenheid

Hoelang is er al sprake van opvoeding?

1. Al zolang mensen bestaan
2. Sinds kinderen naar school gaan
3. Sinds de middeleeuwen
4. De laatste honderd jaar

Vul de betekenis van het begrip in:
Reflecteren

Wat is het einddoel van opvoeden?

1. Ouder worden
2. Wachten tot je tevreden bent met de opvoeding
3. Wachten tot je achttien bent
4. Volwassenheid

Vul de betekenis in van het begrip:
Professional

Noem een verschil tussen opvoeden in de gezinssituatie en opvoeden in een organisatie

Wat is essentieel bij opvoeden?

1. Ervoor geleerd hebben
2. Een relatie met het kind
3. Bereiken wat je wilt met het kind

Maak de volgende zin af:
Er zit altijd een boodschap in ... van een kind

Hoe leren kinderen het beste goede gewoonten?

1. Nadoen
2. Voordoen
3. Samen doen
4. Zelf bedenken

Benoem zoveel mogelijk soorten opvoedingsmiddelen

Wat zijn de vier opvoedstijlen?

Benoem de drie soorten pedagogische ondersteuning

Wat is geen goede keuze voor een opvoedmiddel bij een kind van drie?

1. Een duim opsteken
2. Een grens stellen
3. Een uitgebreid gesprek
4. Het kind afleiden

Wat is niet handig om te doen bij het voeren van een gesprek?

1. Naar het kind luisteren
2. Het kind een oplossing laten bedenken
3. De waarom-vraag vermijden
4. Alleen naar jezelf luisteren

Vond je het leuk vandaag?

Ja

Nee

Anders

Heeft dit je geholpen om je voor te bereiden op de toets? Indien ja: hoe heeft het je geholpen?

Heb je vertrouwen in de toets?

Ja

Nee

Een beetje

Ruimte om vragen te stellen over de stof: