Participatie les 2

Participatie


Fase 2: individuele ondersteuning van de cliënt
Les 2: Dagbesteding

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Participatie


Fase 2: individuele ondersteuning van de cliënt
Les 2: Dagbesteding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

startopdracht
Wat maakt jouw dag goed?

Schrijf of teken op een post-it of in je schrift wat voor jou een "goede dag" is. Denk aan dingen die je prettig vindt, zoals activiteiten, mensen, of momenten.
Denk na: Waarom is dit belangrijk voor jou?

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf deze opdracht op het bord, studenten gaan hiermee aan de slag als jij de AWR aan het doen bent. Later in de les bespreek je deze opdracht.
Regels en afspraken
Telefoons stil en uit het zicht
Telefoons stil en uit het zicht :-)
Tassen op de grond
Oortjes, pet en jas af en uit
Eten doen we buiten het lokaal
Drinken alleen met afgesloten dop

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel je voor dat je een superkracht hebt waarmee je iemands dag 10x beter kunt maken. Welke superkracht zou dat zijn?

Slide 4 - Tekstslide

Je kan gebruik maken van de check in als je de klas die dag voor het eerst ziet, of bij de start van de lesdag (8.30 uur). 
lesprogramma

Terugblik
Lesdoelen
Theorie participatie + dagbesteding / opdracht
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deadline eindopdracht
18 april 23.59 uur!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende activiteiten valt onder participatie in de zorg?
A
Een cliënt leren zelfstandig koken
B
Een cliënt helpen om een medicatieschema bij te houden
C
Een cliënt begeleiden bij een groepsactiviteit in de buurt
D
Een cliënt ondersteunen bij persoonlijke hygiëne

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste doel van inclusie in de zorg?
A
Zorgen dat iedereen dezelfde hulp krijgt
B
Mensen met een beperking volledig laten deelnemen aan de samenleving
C
Prioriteit geven aan cliënten met de grootste beperkingen
D
Cliënten beschermen tegen sociale interacties die stress kunnen veroorzaken

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
Aan het einde van deze les....

ken ik verschillende soorten dagbesteding en activiteiten​
kan ik toelichten wat de piramide van Maslow is
koppel ik de piramide van Maslow aan de praktijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken startopdracht
Wat maakt jou dag goed?  klassikaal bespreken

Stel je nu eens voor dat iemand niet kan doen wat voor hem of haar belangrijk is, bijvoorbeeld door een ziekte of beperking. Welke vorm van dagbesteding zou dan kunnen helpen om toch een 'goede dag' te hebben?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding
Iedereen heeft een dagbesteding: het is wat je doet op een dag.
Voor mensen die meer zelfstandig zijn, betekent het werk, school of hobby’s.

Voor mensen die meer hulp nodig hebben, zoals ouderen of mensen met een beperking, betekent dagbesteding begeleide activiteiten die structuur, plezier, en contact geven.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagbesteding
......is een vorm van participeren​

.....is een verzamelbegrip van activiteiten die je in de loop van een dag allemaal kunt doen.​
......is een belangrijk middel voor de cliënt om mee te tellen, mee te doen.​
....draagt bij aan een zo zelfstandig mogelijk leven/ regie en het vergroten van eigenwaarde​
..........draagt bij aan het leren en behouden van vaardigheden​
.......zorgt voor structuur in de dag​
.........zorgt voor zingeving​
.........voorkomt overbelasting van mantelzorgers​
......... kun je inzetten om doelen uit het ondersteuningsplan te behalen.







Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden dagbesteding
Casus 1, zelfstandig: Sander gaat naar school, werkt in een supermarkt, en speelt voetbal. Dit is zijn dagbesteding.

Casus 2, zorg: Mevrouw Jansen, 80 jaar, heeft dementie en gaat drie keer per week naar het activiteitencentrum. Daar maakt ze kaarten, doet ze spelletjes, en ontmoet ze anderen. Dit is haar dagbesteding.

Waar zouden  Sander en mevr. Jansen ondersteuning bij nodig kunnen hebben op het gebied van participeren?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activiteiten
Tijdens de dagbesteding of een andere vorm van begeleiding kun je o.a. de volgende activiteiten aanbieden gericht op participatie.

Welke activiteiten worden op jou BPV plek aangeboden?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagstructuur
= een vaste en herkenbare indeling van de dag met verschillende terugkerende activiteiten. 
- vaste tijdstippen voor opstaan, slapengaan, eten, sporten, werken, pauze 
Weinig dagstructuur?​​
moeilijk in slaap komen​
vermoeidheid, weinig energie
gebrek aan overzicht​, uitstelgedrag
angst, somberheid, stress






Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taak als begeleider

Vooral mensen met psychische klachten, mensen met een verstandelijke beperking, mensen zonder baan of vaste dagbesteding kunnen hier last van hebben. 

Jij kunt de cliënt dan helpen bij het maken van een dagindeling met regelmaat en een goede verhouding tussen inspanning en rust.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandige opdracht
Lees thema 20. 1 t/m 20.5 uit het boek methodisch begeleiden,
maak aantekeningen
Maak hierna verwerkingsopdracht 3,4, 6 en 7 in Boom
timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk!
Volgende week start je met een onderdeel van de eindopdracht
De beginsituatie van de cliënt

Zorg dat je deze week met je werkbegeleider bespreekt met welke cliënt je deze eindopdracht uit gaat voeren. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Feedback over deze les

Geef feedback volgens de feedbackregels
ik boodschap
omschrijf concreet gedrag / onderdeel van de les
wat doet het met jou?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies