In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
We lezen de tekst: Doe eens lief!
Slide 6 - Tekstslide
Waarom de campagne: #Doeslief?
Slide 7 - Woordweb
Wat is geen voorbeeld uit de tekst van onbeschoft gedrag?
A
negeren van de kassajuf.
B
mensen niet laten uitstappen uit de trein.
C
troep op de grond gooien.
D
Schelden via insta, fb of app.
Slide 8 - Quizvraag
SIRE is een stichting. De overheid spreekt door de stichting de mensen toe.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Met welke ziekte wordt er vaak gescholden?
Slide 10 - Open vraag
Wat vind jij ervan dat mensen met de ziekte kanker schelden?
Slide 11 - Woordweb
Lees: Onbewust onaardig. Welk signaalwoord staat daar?
A
want
B
omdat
C
maar
D
hoewel
Slide 12 - Quizvraag
Het tekstverband bij 'maar' is:
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
tegenstelling
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor onbeschoft (r. 20)?
A
asociaal
B
onbewust
C
onaardig
D
ongeduldig
Slide 14 - Quizvraag
2. In r. 26-27 staat een tegenstelling: 76% van de mensen vindt zichzelf aardig, terwijl 68% vindt dat anderen onaardig zijn. Hoe kan dat? Je moet het antwoord zelf afleiden.
Slide 15 - Woordweb
3. In r. 31 staat: En dat het anderen kwetst. Wat betekent kwetsen?
A
iets denken of doen waardoor iemand bang maakt
B
iets denken of doen waardoor je iemand blij maakt
C
iets zeggen of doen waardoor je iemand verdrietig maakt
D
iets zeggen of doen waardoor je iemand bezorgd maakt
Slide 16 - Quizvraag
4. In r. 36 staat een uitdrukking: Goed voorbeeld doet goed volgen. Wat wordt daarmee bedoeld, denk je?