Herhaling bloed
1 / 17
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Iemand heeft bloed groep B. Van welke bloedgroepen kan deze persoon bloed ontvangen bij een bloedtransfusie
A
Alleen van bloedgroep B.
B
Alleen van bloedgroep B of O.
C
Alleen van de bloedgroeppen AB of B.
D
Of bloed van de bloedgroepen B, AB of O.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.
Slide 3 - Quizvraag
Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
rode bloedcel
B
witte bloedcel
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma
Slide 4 - Quizvraag
Vul in:
Het bloed uit de poortader komt vanuit.....
en het bloed is......
Het bloed uit de poortader komt vanuit.....
en het bloed is......
A
het spijsverteringskanaal,
zuurstofarm
B
lever,
zuurstofrijk
C
lever,
zuurstofarm
D
het spijsverteringskanaal,
zuurstofrijk
Slide 5 - Quizvraag
In het bloed van een kransslagader zit meer zuurstof dan in het bloed van een kransader.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
De nieren krijgen het bloed van de ...
A
aorta
B
nierader
C
nierslagader
D
haarvaten in de nieren
Slide 7 - Quizvraag
Is de stelling juist of onjuist?
Iemand met resus positief bloed kan bloed ontvangen van iemand met resus negatief bloed.
Iemand met resus positief bloed kan bloed ontvangen van iemand met resus negatief bloed.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Het hart pompt bloed door ons lichaam. Toch heeft het hart zelf ook bloed nodig. Hoe heten de bloedvaten die het hart van zuurstofrijk bloed voorzien?
A
Holle ader
B
Kransader
C
Kransslagader
D
Longader
Slide 9 - Quizvraag
Als bloed de GROTE bloeds-omloop IN stroomt, dan...
A
is het zuurstof-arm
B
heeft het een blauwe kleur
C
heeft het een rode kleur
D
is het zuurstof-rijk
Slide 10 - Quizvraag
Bloed bestaat uit verschillende onderdelen.
Wat is geen onderdeel van bloed?
Wat is geen onderdeel van bloed?
A
Bloedcomplement
B
Bloedplasma
C
Bloedplaatjes
D
Bloedcellen
Slide 11 - Quizvraag
De linkerharthelft (rood bloed)
pompt het bloed dus naar de ...
pompt het bloed dus naar de ...
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop
Slide 12 - Quizvraag
Hoe worden voedingsstoffen door je bloed vervoerd?
A
Door rode bloedcellen
B
Door witte bloedcellen
C
Door bloedplaatjes
D
Door bloedplasma
Slide 13 - Quizvraag
Van wie kan bloed groep O bloed krijgen?
A
A
B
AB
C
B
D
O
Slide 14 - Quizvraag
komt in 3 koolstofdioxide arm bloed of koolstofdioxide rijk bloed?
A
koolstofdioxide arm bloed
B
koolstofdioxide rijk bloed
Slide 15 - Quizvraag
Tijdens de hartpauze stroomt er al wel bloed het hart in. Waar komt het bloed in terecht?
A
Alleen in de boezems
B
Alleen in de kamers
C
Zowel in de boezems als de kamers
D
Alleen in de aorta en de longslagader
