Plan Amsterdam zonnepanelen

Wat is de betekenis van het woord 'makkelijke'?
A
niet moeilijke
B
eenvoudige
C
ingewikkelde
D
moeilijke
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is de betekenis van het woord 'makkelijke'?
A
niet moeilijke
B
eenvoudige
C
ingewikkelde
D
moeilijke

Slide 1 - Quizvraag

Plan Amsterdam zonnepanelen

Slide 2 - Tekstslide

Zonnepanelen

Slide 3 - Woordweb

Wat betekent KNMI?
A
Het KNMI betekent Klimaat en Natuur Metingen Informatie.
B
Het KNMI staat voor Koninklijk Nederlandse Weerstations.
C
Het KNMI betekent Koud en Nat Morgen Ingekocht.
D
Het KNMI staat voor Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet het KNMI?
A
Het KNMI meet het klimaat.
B
Het KNMI onderzoekt de ruimte.
C
Het KNMI voorspelt het weer.
D
Het KNMI verkoopt paraplu's.

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'mantra'?
A
Een traditioneel kledingstuk
B
Een heilige klank of spreuk
C
Een soort muziekinstrument
D
Een religieus gebouw

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een symbool?
A
Hartje
B
Banaan
C
Stoel
D
Boek

Slide 7 - Quizvraag

Welk symbool wordt vaak gebruikt om vrede uit te drukken?
A
Vredesduif
B
Bloem
C
Toren
D
Auto

Slide 8 - Quizvraag

Welk symbool wordt geassocieerd met geluk?
A
Klok
B
Zakdoek
C
Klaverblad
D
Sleutel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het woord 'sympathiek'?
A
boos
B
gemeen
C
aardig
D
vriendelijk

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de betekenis van de uitdrukking 'sympathiek makkelijke woorden'?
A
aardige en niet moeilijke uitdrukkingen
B
gemeen en moeilijke letters
C
boze en ingewikkelde zinnen
D
vriendelijke en eenvoudige termen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent energiebesparingsplicht?
A
De verplichting om energie te verspillen
B
De verplichting om energie op te wekken
C
De verplichting om geen energie te gebruiken
D
De verplichting om energie te besparen

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen van energiebesparingsplicht?
A
Verlies van energiebronnen en uitputting
B
Minder energieverbruik en kostenbesparing
C
Meer energieverbruik en milieuvervuiling
D
Hogere energierekeningen en verspilling

Slide 13 - Quizvraag

Wie moet voldoen aan de energiebesparingsplicht?
A
Alle huishoudens in Nederland
B
Alleen grote industriële bedrijven
C
Bedrijven en instellingen met een bepaald energieverbruik
D
Alleen overheidsinstanties

Slide 14 - Quizvraag



En hoe gaat het tot nu toe?

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent vrijblijvendheid?
A
Het naleven van regels
B
Het vermijden van verantwoordelijkheid
C
Het ontbreken van verplichtingen
D
Het hebben van veel opties

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van vrijblijvendheid?
A
Onzekerheid
B
Verplichting
C
Keuzevrijheid
D
Onverbindendheid

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van vrijblijvendheid?
A
Een vrijblijvende offerte
B
Een strakke deadline
C
Een vrijblijvende afspraak
D
Een bindend contract

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent wetenschappelijke consensus?
A
Het volgen van de meerderheid in de wetenschap.
B
De overeenstemming onder wetenschappers over een bepaald onderwerp.
C
Het accepteren van elke individuele mening.
D
Het manipuleren van onderzoeksresultaten.

Slide 19 - Quizvraag