Veelgemaakte schrijffouten 2F 2021

Veelvoorkomende schrijffouten
schrijven 2F
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Veelvoorkomende schrijffouten
schrijven 2F

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst...het belang van goed formuleren


Arjen Lubach in Meppel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Veel gemaakte fouten:

leestekens, incongruentie, werkwoorden, aan elkaar of los, streepjes, sommige(n), verwijswoorden, enz.

Slide 4 - Tekstslide

Botsende persoonsvormen

Slide 5 - Tekstslide

Als je niet meedoet ben je al snel ongezellig.
A
komma tussen meedoet en ben
B
komma tussen ben en je

Slide 6 - Quizvraag

uitleg
het is een samengestelde zin.. dus 
- als je niet mee doet (je doet..)
-ben je niet gezellig (ben je..)

Elke zin heeft zijn eigen onderwerp je en je in dit geval en een eigen persoonsvorm doet en ben. Als deze persoonsvormen elkaar 'raken' in een zin, zet je daar een komma tussen.

Slide 7 - Tekstslide

dus de tip!!!!

zet altijd een komma tussen 2 persoonsvormen!

Slide 8 - Tekstslide

Geert ging naar huis, en dus pakte hij een taxi.
A
fout, geen komma voor "en"
B
goed.

Slide 9 - Quizvraag

plaats wel een komma voor:
maar, omdat, doordat, want en tenzij 

en.. geeft al een soort van pauze aan in de zin, dus het plaatsen van een komma voor de ...en... is eigenlijk dubbelop.

Slide 10 - Tekstslide

Flexibilisering heeft als gevolg dat je dezelfde functie houdt.
A
deze zin is goed
B
deze zin is fout

Slide 11 - Quizvraag

In het verleden verwoeste IS een aantal kunstwerken
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

uitleg
het gaat hier om de verleden tijd van verwoesten
de stam is 
ik verwoest
dan krijg je in de verleden tijd of -te(n) of -de(n) er achter. 
omdat er al een 't' in verwoest staat, krijg je dus;
verwoestte
let er wel op, als het onderwerp meervoud is, dan krijg je verwoestten!

Slide 13 - Tekstslide

De werkgever (reorganiseren) waardoor van werknemers aanpassing (worden) verwacht.

Slide 14 - Open vraag

let op komma's en punten

Slide 15 - Tekstslide

In opkomst zijn oudere drinkers, zij hebben de neiging elke dag te drinken
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

uitleg
In opkomst zijn oudere drinkers, zij hebben de neiging elke dag te drinken.

Het zou handiger zijn als je een punt na drinkers zet. Je gaat namelijk ook nieuwe informatie geven. 

Slide 17 - Tekstslide

Wij leven in een vrij land. Terwijl we toch niet mogen zeggen wat we willen.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

uitleg
Wij leven in een vrij land. Terwijl we toch niet mogen zeggen wat we willen.

Nu zou een komma geplaatst kunnen worden, want je geeft extra uitleg over dat vrije land..
Wij leven in een vrij land, terwijl we toch niet mogen zeggen wat we willen. 

Slide 19 - Tekstslide

teveel of te weinig??

Slide 20 - Tekstslide

De overheid besteedt teveel aandacht aan....
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

aan elkaar of los?
A
teveel tekort
B
te veel te kort

Slide 22 - Quizvraag

uitleg
teveel of te veel kan allebei, het ligt aan de context.
Teveel is een overschot.. er is een teveel aan melk, vandaar dat dat ook wel eens de 'melkplas' wordt genoemd. 
Er is te veel herrie in de klas, dat betekent dat er meer dan veel is.. 
Je jurk  is te kort (niet lang genoeg)
Er is een tekort aan baljurken in de winkels, daarom gaat iedereen zelf de jurken maar maken. 
De overheid besteedt niet veel, maar meer dan veel, dus te veel aandacht.

Slide 23 - Tekstslide

aan elkaar of los?
A
reserveleger
B
reserve leger

Slide 24 - Quizvraag

uitleg
als je een woord in het meervoud kunt zetten, dan schrijf je het aan elkaar...

dus er is niet één reserveleger er zijn vier reservelegers...

Slide 25 - Tekstslide

meeste, meesten, andere, anderen

Wat geldt waar?

Slide 26 - Tekstslide

Andere denken dat dit niet nodig is. (je bedoelt andere mensen)
A
nee, het moet anderen zijn
B
ja, dit is goed

Slide 27 - Quizvraag

uitleg
als het NIET over mensen gaat, dan is er nooit een extra  'n'
dus de boeken die alle in de kast staan.
Ik heb beide documenten getekend. 
(boeken en documenten zijn geen mensen).

Het gaat WEL over mensen, dan heb je twee opties:
de mensen worden niet specifiek benoemd.. dan een extra 'n'
De meesten willen graag naar huis (je doelt bijv. op de studenten)

het gaat over mensen, maar je benoemd ze wel specifiek in de zin dan vervalt de extra 'n'l
De meeste studenten willen graag naar huis. 

Slide 28 - Tekstslide

Dit gaat om verwijswoorden.
Vul in: het gaat om flexibiliteit ..... je leert.

Slide 29 - Open vraag

Het schema... voor je ligt, vertel je wat je moet doen.
A
die
B
wat
C
dat

Slide 30 - Quizvraag

uitleg
let op:  'dat' verwijst naar woorden die het  lidwoord 'het' bij zich dragen.
Het meisje dat in de bus zit.
Je zusje dat haar knie stoot.
Het paard dat uit de wei moet.
Maar de flexibiliteit die van veel mensen wordt gevraagd.. die verwijst naar de-flexibiliteit. 

Slide 31 - Tekstslide

Er is een systeem nodig... zorgt dat iedereen goed geregistreerd staat.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 32 - Quizvraag

dat - wat
Het verschil tussen wat en dat is..
- wat slaat terug op het vorige deel van de zin, bijv.
De vakantie is echt in het water gevallen, 
wat ons echt heeft teleurgesteld. 
- het slaat op iets onbepaald...niet echt specifiek dus..
Het ergste wat mij kan overkomen, het allermooiste wat..

Slide 33 - Tekstslide

incongruentie 

(onderwerp en pv moeten hetzelfde getal hebben)

Slide 34 - Tekstslide

De verwachtingen van het contact tussen werknemer en werkgever wordt onderschat
A
goed
B
fout

Slide 35 - Quizvraag

uitleg
De verwachtingen - is meervoud- dus is het 
worden 
onderschat.

Slide 36 - Tekstslide

kampen: de VS ............. met een hoge werkloosheid

Slide 37 - Open vraag

uitleg
De VS (staat voor de Verenigde Staten - is dus meervoud) - kampen (meervoud) met een hoge werkloosheid.


Maar let ook op: de politie loopt over straat, maar de politiemannen rennen over straat. 

Slide 38 - Tekstslide

Ook de schandalen in de kerk is een gevolg van toegenomen democratisering.
A
goed
B
fout

Slide 39 - Quizvraag

uitleg
De schandalen (is dus meervoud) zijn het gevolg van toegenomen democratisering.


Maar let ook op: de politie loopt over straat, maar de politiemannen rennen over straat. 

Slide 40 - Tekstslide

na... aanleiding van het voorval, schrijf ik u deze brief
A
naar
B
na

Slide 41 - Quizvraag

naar aanleiding van..
net als solliciteren  naar een functie, niet op een functie.

In het artikel zal je deze zin wel toepassen. 
naar aanleiding van het onderzoek,
naar aanleiding van de vraag naar...

Slide 42 - Tekstslide

Laatste tips
Wees beleefd in je taalgebruik.
Wees verzorgd in je taalgebruik, lees je teksten goed na.
Zorg ervoor dat je samenhangend schrijf, dus een inleiding, kern en een slot!
Zorg dat je dat laat zien, door middel van witregels
Bij het artikel/of tekst voor een schoolkrant..bedenk een titel
tussenkopjes/tussentitels en ook witregels!!

Slide 43 - Tekstslide

Succes, go for it!
Jullie kunnen dit !

Slide 44 - Tekstslide