Feit of mening? Ontdek het verschil en leer verschillende soorten argumenten kennen!
Feit of mening? Ontdek het verschil en leer verschillende soorten argumenten kennen!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Feit of mening? Ontdek het verschil en leer verschillende soorten argumenten kennen!
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les zullen de leerlingen in staat zijn om het verschil tussen feit en mening te onderscheiden en verschillende soorten argumenten te herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen dat ze aan het einde van deze les bepaalde vaardigheden moeten kunnen beheersen.
Wat weet je al over het verschil tussen feit en mening?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een feit?
Een feit is iets wat bewezen kan worden en waar geen discussie over mogelijk is.
Slide 4 - Tekstslide
Gebruik voorbeelden om de definitie van een feit te verduidelijken.
Wat is een mening?
Een mening is een persoonlijke overtuiging of gedachte die niet noodzakelijk gebaseerd is op feiten.
Slide 5 - Tekstslide
Geef voorbeelden van meningen en bespreek de verschillen tussen feiten en meningen.
Hoe herken je een argument?
Een argument is een reden of verklaring die wordt gegeven om een standpunt te ondersteunen of te verdedigen.
Slide 6 - Tekstslide
Geef voorbeelden van argumenten en bespreek waarom ze belangrijk zijn in een discussie.
Soorten argumenten: Logos
Logos is een argument dat gebaseerd is op feiten, logica en redenering.
Slide 7 - Tekstslide
Geef voorbeelden van logos in advertenties of politieke debatten.
Soorten argumenten: Ethos
Ethos is een argument dat gebaseerd is op de geloofwaardigheid of de autoriteit van de spreker.
Slide 8 - Tekstslide
Geef voorbeelden van ethos en bespreek waarom het belangrijk is om de geloofwaardigheid van de spreker te beoordelen.
Soorten argumenten: Pathos
Pathos is een argument dat gebaseerd is op emoties en gevoelens van de luisteraar.
Slide 9 - Tekstslide
Geef voorbeelden van pathos in reclames of speeches en bespreek waarom het belangrijk is om te begrijpen hoe emoties worden gebruikt in argumentatie.
Feit of mening?
Geef een aantal uitspraken en vraag de leerlingen om te bepalen of het een feit of mening is.
Slide 10 - Tekstslide
Gebruik verschillende uitspraken om de leerlingen te laten oefenen met het onderscheiden van feiten en meningen.
Welk soort argument?
Geef een aantal uitspraken en vraag de leerlingen om te bepalen welk soort argument wordt gebruikt.
Slide 11 - Tekstslide
Gebruik verschillende uitspraken om de leerlingen te laten oefenen met het herkennen van logos, ethos en pathos.
Kritisch denken
Moedig de leerlingen aan om kritisch te denken over argumenten en om altijd bewijs te zoeken om een standpunt te ondersteunen.
Slide 12 - Tekstslide
Bespreek de voordelen van kritisch denken en moedig de leerlingen aan om altijd bewijs te zoeken.
Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en herhaal de leerdoelen.
Slide 13 - Tekstslide
Zorg ervoor dat de leerlingen de belangrijkste concepten begrijpen en herinner hen aan de leerdoelen.
Quiz
Geef de leerlingen een quiz om hun begrip van feiten, meningen en soorten argumenten te testen.
Slide 14 - Tekstslide
Gebruik een quiz om het begrip van de leerlingen te testen en om te bepalen of de leerdoelen zijn bereikt.
Reflectie
Laat de leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd en hoe ze deze vaardigheden in de toekomst kunnen toepassen.
Slide 15 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om na te denken over hoe ze deze vaardigheden in hun dagelijks leven kunnen toepassen.
Vragen
Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en bespreek eventuele onduidelijkheden.
Slide 16 - Tekstslide
Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en beantwoord eventuele vragen die ze hebben.
Evaluatie
Evalueer de leerlingen op basis van hun begrip van feiten, meningen en soorten argumenten.
Slide 17 - Tekstslide
Gebruik evaluatie om het begrip van de leerlingen te meten en om te bepalen of de leerdoelen zijn bereikt.
Bronnen
Vermeld de bronnen die in deze les zijn gebruikt.
Slide 18 - Tekstslide
Vermeld de bronnen die zijn gebruikt om de les te ontwikkelen en om de leerlingen te informeren.
Bedankt
Bedank de leerlingen voor hun deelname aan de les.
Slide 19 - Tekstslide
Bedank de leerlingen voor hun deelname aan de les en moedig hen aan om deze vaardigheden in de toekomst toe te passen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.