1BCE. 5.3 Oren en ogen

Goedemorgen!
Vandaag:

* Wat weten we nog?
* Lezen en huiswerkcontrole
* Uitleg 5.3 Oren en ogen
* Opdrachten maken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Vandaag:

* Wat weten we nog?
* Lezen en huiswerkcontrole
* Uitleg 5.3 Oren en ogen
* Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog?
Kunnen jullie de weg die een prikkel aflegt uitleggen?

Gebruik de volgende woorden:
- Prikkel
-Gebeurtenis
- Zintuig
- Zintuigcellen
- Impuls
- Actie

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we nog?
Wat is een passende prikkel voor:

- Smaakzintuig
- Tastzintuig
- Gezichtszintuig
Smaakzintuig = smaak
Tastzintuig = aanraking
Gezichtszintuig =  licht

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we nog?


Welke laag van de huid bestaat uit dode huidcellen?

Slide 4 - Tekstslide

Wat weten we nog?

Welke aanpassingen heeft de huid om de lichaamstemperatuur te kunnen regelen?
1.
2.
3.

Slide 5 - Tekstslide

Lezen basisstof 5.3 Oren en ogen

Begin met lezen van basisstof 5.3 op:
bladzijde 92.

* Ondertussen loop ik een rondje voor het huiswerk*
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 5.3

1. Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie

2. Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven

Slide 7 - Tekstslide

Het oor
In de oren liggen de gehoorzintuigen.

Geluid zijn trillingen in de lucht,
de oorschelp vangt de trillingen op.

Daarna gaan ze de gehoorgang in. 

Slide 8 - Tekstslide

De binnenkant van het oor
Door de gehoorgang komen de trillingen aan bij het trommelvlies

Achter het trommelvlies ligt de trommelholte. Hierin zitten de 3 gehoorsbeentjes.

Het trommelvlies geeft de trillingen door aan de gehoorsbeentjes.

Die gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis
Het slakkenhuis zet de trillingen om in impulsen.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Tekstslide

Het oog

In het oog bevindt zich het gezichtszintuig. Deze zorgt ervoor dat we kunnen zien.

De oogleden, wimpers en wenkbrauwen beschermen het oog tegen vuil en/of vocht.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De binnenkant van het oog

Aan het harde oogvlies zitten oogspieren vast. De oogspieren draaien het oog in de richting waar je naar kijkt.

De oogbol is gevuld met een soort gelei: het glasachtig lichaam

Achter de iris en de pupil zit de lens. Die zorgt voor het scherp zien.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De wand van het oog:

De wand van het oog bestaat dus uit 3 langen:

1. Harde oogvlies
2. Vaatvlies
3. Netvlies

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Gele- blinde vlek

Bij de gele vlek liggen de meeste zintuigcellen. Hier zie het meeste details.

De plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, noem je de blinde vlek. Hier zitten helemaal geen zintuigcellen


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slechtziendheid

Iemand kan bijziend of verziend zijn.

Als je bijziend bent, kun je alleen dichtbij scherp zien
Als je verziend bent, kan je alleen in de verte goed zien

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten bij basisstof 5.3

Oor: Opdracht 1, 4 en 6
Oog: Opdracht 2, 3, 5, 7 en 8

Hieraan gaan we morgen verder in de les.

Slide 21 - Tekstslide

Volgende les:

Opdracht in groepjes: oefenen met huid/ oog / oor

Opdrachten van basisstof 5.3 afmaken

Slide 22 - Tekstslide