BL les 7: Soorten argumenten


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 7: Soorten argumenten

VG3
 P2 2021-2022
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Nederlands
Begrijpend lezen

Les 7: Soorten argumenten

VG3
 P2 2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd ...

... welke 4 basisschema's voor argumentatie er bestaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ... 
... ken je verschillende soorten argumenten.
... kun je onderscheid maken tussen objectieve argumenten en subjectieve argumenten.

Slide 3 - Tekstslide

Argumenten
Subjectieve argumenten
Gebaseerd op geloof, gevoel of vermoedens. 

Objectieve argumenten
Gebaseerd op controleerbare feiten, bv. onderzoeksresultaten of uitspraken.

Objectieve argumenten zijn krachtiger dan subjectieve argumenten.

Slide 4 - Tekstslide

Objectieve argumenten

Argument                                               Argument gebaseerd op (een)...

Feitelijk argument                             feiten
Gezagsargument                               autoriteit
Nut of (on)gewenst gevolg            nut/gevolg
Veronderstelling/vermoeden       veronderstelling/vermoeden

Slide 5 - Tekstslide

Subjectieve argumenten

Argument                                 Argument gebaseerd op (een)...

Ervaringsargument             ervaringen 
Emotioneel argument        gevoel/intuïtie
Moreel argument                  persoonlijke (levens)overtuiging
                                                       en idealen 

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!

Lees tekst 4: Nederland moet stoppen met adoptie (blz. 178/179)

Maak: de opdrachten op onderstaande slides.



Slide 7 - Tekstslide

1. Noteer de kernzinnen van alinea 4, 5 en 6.

Slide 8 - Open vraag

2. Op welke manier zijn alinea 4 en 5 met elkaar verbonden?

Slide 9 - Open vraag

3. Op welke manier zijn alinea 5 en 6 met elkaar verbonden?

Slide 10 - Open vraag

4. Wat is de functie van alinea 3?

Slide 11 - Open vraag

5. Wat is de functie van alinea 4 t/m 6?

Slide 12 - Open vraag

6. Wat is de functie van alinea 7?

Slide 13 - Open vraag

7. Wat is de functie van alinea 8?

Slide 14 - Open vraag

8. De RSJ gebruikt een aantal argumenten om het advies te onderbouwen.
Noteer een argument uit alinea 2.

Slide 15 - Open vraag

9. Noteer een argument uit alinea 3.

Slide 16 - Open vraag

10. Noteer een argument uit alinea 4.

Slide 17 - Open vraag

11. Bij welke soort argumenten kun je deze argumenten het beste indelen?

Slide 18 - Open vraag

12. Wat is het tekstdoel van de tekst?

Slide 19 - Open vraag

13. Vind je de titel goed bij het tekstdoel passen? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open vraag