Les 2 Gedocumenteerd schrijven: het betoog CONA

Les 2: Gedocumenteerd schrijven: het betoog
Nederlands
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 2: Gedocumenteerd schrijven: het betoog
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Argumenten

De schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is.

Dit doet hij met een of meerdere argumenten.

Argument= de reden waarom je iets vindt. Hoe sterker je argument hoe eerder iemand het met je eens is.



Slide 2 - Tekstslide

Objectieve argumenten

Objectieve argumenten zijn feiten of gegevens uit een onderzoek.

Een objectief  argument is controleerbaar en dus waar of onwaar en hoeft niet onderbouwd te worden.

Voorbeeld
Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek.


Slide 3 - Tekstslide

Objectieve argumenten

Argument                                               Argument gebaseerd op (een)...

Feitelijk argument                             feiten
Gezagsargument                               autoriteit
Nut of (on)gewenst gevolg            nut/gevolg
Veronderstelling/vermoeden       veronderstelling/vermoeden

Slide 4 - Tekstslide

Subjectieve argumenten

Subjectieve argumenten zijn meningen, persoonlijke indrukken/ervaringen, voorspellingen of vermoedens.


Een subjectief argument (mening) hoeft niet overtuigend te zijn en daarom moet zo’n argument ondersteund worden.

Voorbeeld

- Iedereen moet naar de bioscoop 'Het Luxor', want deze bioscoop is heel fijn.

Met het argument ‘want die bioscoop is heel fijn’ zal niet iedereen het eens zijn en dat argument behoeft ondersteuning. Argumenten die je daarvoor zou kunnen aanvoeren zijn bijvoorbeeld: ‘de stoelen zijn er erg prettig’ en ‘op elke stoel heb je goed zicht op het filmdoek’.

Slide 5 - Tekstslide

Subjectieve argumenten

Argument                                 Argument gebaseerd op (een)...

Ervaringsargument             ervaringen 
Emotioneel argument        gevoel/intuïtie
Moreel argument                  persoonlijke (levens)overtuiging
                                                       en idealen 

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw betoog (schrijfplan)
1. Titel
2. (inleiding) Introductie van het onderwerp + standpunt
3 (kern) Argumenten + uitleg + voorbeelden
                (het SExI-model: state, explain, illustrate)
4. (kern) Tegenargument + weerlegging
5. Conclusie: standpunt herhaald

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten
  • Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft. 
  • Een argument kan zowel objectief (een feit) als subjectief (een waardeoordeel) zijn.

Als de argumenten geloofwaardig zijn, is de kans groter dat de lezer het met de schrijver eens is.

Slide 8 - Tekstslide

De opbouw van een argument
Het SExI-model:
1. Je noemt het argument ('state')
2. Je legt het argument uit ('explain')
3. Je geeft een voorbeeld ('illustrate')
Waarom is het waar? 
Waarom is het belangrijk?

Slide 9 - Tekstslide

Tegenargument en weerlegging
 Een tegenargument is een argument van iemand met een andere mening.
De schrijver van een betoog verdiept zich altijd in iemand met een andere mening en zal vervolgens dat tegenargument benoemen en vervolgens weerleggen. Daardoor wordt zijn betoog overtuigender.

Slide 10 - Tekstslide

Bronnen en bronvermelding
Bronnen:
Een deskundige, betrouwbare bron
maakt je tekst geloofwaardiger.


Slide 11 - Tekstslide

Nederlands
Het doel van een literatuurvermelding is: 

  • de vindbaarheid: je geeft aan waar de informatie kan worden teruggevonden
  • de controleerbaarheid: je geeft de mogelijkheid tot verificatie
  • de bescheidenheid: je geeft de ander de eer die hem of haar toekomt

Slide 12 - Tekstslide

Nederlands
American Psychological Association (APA) wordt het meest gebruikt als manier van noteren.
Dit zijn richtlijnen die helpen om bronnen gemakkelijk terug te vinden.

Slide 13 - Tekstslide

één auteur
• Verheijen (2018) noemt mogelijke oorzaken.
• In Is Textese a Threat to Traditional Literacy (Verheijen, 2018)…
• In het onderzoek (Verheijen, 2018)…
meer auteurs
• Verheijen en Coppens (2018) noemen mogelijke oorzaken.
• In Is Textese a Threat to Traditional Literacy (Verheijen & Coppens, 2018)…
• In het onderzoek (Verheijen & Coppens, 2018)…
geen/onbekend auteur
• Het CBS (2021) geeft aan dat…
• In Meer wo-studenten verhuisd naar universiteitssteden (CBS, 2021)…
• In het onderzoek (CBS, 2021)…

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Klinkt ingewikkeld?
Welnee -> https://www.scribbr.nl/bronvermelding/generator/apa/

Maar let op, je moet de voorgestelde bronvermelding wel controleren. 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Je weet nu:
Wat objectieve argumenten en wat subjectieve argumenten zijn.
Wat het SExi-model inhoudt.
Hoe een betoog is opgebouwd (schrijfplan)
Waarom je bronnen moet vermelden en hoe je dat moet doen.

Maken:
-Talent Vakboek 98-102 lezen.
-Talent jaarkatern: H3 opdrachten 1 tot en met 5 bij tekst 1 (blz. 55 t/m 56) (in je schrift) (=huiswerk volgende les)
-Je mag ook lezen! 



Slide 17 - Tekstslide