2MH Verbes -ER CH 2,herhaling voor toets

Bienvenue classe!
  1. On apprend les verbes en –er sur LessonUp  


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue classe!
  1. On apprend les verbes en –er sur LessonUp  


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
  Aan het einde van deze les kan ik de uitgangen van werkwoorden die eindigen op –ER benoemen en toepassen in korte zinnetjes. 

Slide 2 - Tekstslide

En néerlandais
In het Nederlands vind je de stam van een werkwoord door het werkwoord in de ik-vorm te zetten:
Kijken - ik kijk, dus is kijk de stam
Jij kijkt, dus is t in dit geval de uitgang

Slide 3 - Tekstslide

En français
Werkwoorden die eindigen op -er:
Stap 1: Vind de stam-> hele werkwoord min -er
parler   - er = parl (stam)








Slide 4 - Tekstslide

Wat is de stam van:
danser, nager?

Slide 5 - Open vraag

      Je                         +e             Je parle
        Tu                         +es          Tu parles
    Il/elle/on           +e             Il parle
                  Nous                  +ons        Nous parlons
               Vous                  +ez            Vous parlez
           Ils/elles            +ent         Ils parlent
Chanter - habiter - regarder - écouter - danser - marcher

Stap 2:  Voeg daarna de uitgangen toe:

Slide 6 - Tekstslide

Stap 1 is:
A
uitgang erachter zetten
B
Hele werkwoord + uitgang
C
hele werkwoord min -er, dan krijg je de stam
D
de stam opzoeken door hele werkwoord min -r

Slide 7 - Quizvraag

En stap 2 is....
Stam + uitgang

Dit heet VERVOEGEN

Slide 8 - Tekstslide

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 9 - Sleepvraag

Je (regarder) la télé.
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent

Slide 10 - Quizvraag

Tu ( habiter ) à Weesp

Slide 11 - Open vraag

Nathalie (aimer) son chien.

Slide 12 - Open vraag

Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 13 - Quizvraag

Pierre et Lisa (manger) une pomme.

Slide 14 - Open vraag

Mes parents et moi (regarder) un film

Slide 15 - Open vraag

Il (travailler) chez Albert Heijn

Slide 16 - Open vraag

Vous (marcher) dans la rue

Slide 17 - Open vraag